Ontdekking van nieuw
land
Al van oudsher hebben mensen geprobeerd
nieuwe gebieden op de aarde te ontdekken. ONTDEKKINGSREIZEN
werden om verschillende redenen gemaakt. Soms gewoon om op avontuur te gaan,
soms om nieuw land in bezit te kunnen nemen (en de bevolking uit te buiten en
tot slavernij te dwingen…) en waardevolle dingen mee terug te kunnen nemen
naar huis (zoals bijvoorbeeld Oosterse specerijen), soms om godsdienstige
en/of politieke redenen. De belangrijkste motieven waren echter meestal
bittere noodzaak, vanwege overbevolking, honger of vervolging. Pas in de
latere beschrijving ervan komt het motief te liggen bij de opbrengsten.
Een
belangrijk handelsvolk waren bijvoorbeeld de Phoeniciërs. Ze voeren met boten
over de Middellandse Zee en stichtten overal kolonies. Ook de Carthagers (een
voormalige kolonie van de Phoeniciërs) maakten veel ontdekkingsreizen over
zee (o.a. naar Engeland, langs de Atlantische kust van Afrika, de Azoren). Ook
de Grieken (Scylax, Pytheas, Alexander de Grote) veroverden veel nieuwe
gebieden, zoals Arabië, Egypte, Noord-West Europa en India. Ook in de
Romeinse tijd waren het vooral de Grieken die – met behulp van de
passaatwinden – de aarde verder ontdekten (via Indische oceaan naar India en
zuid-oost Azië, China). China zelf opende de Zijderoute, die het Chinese en
Romeinse Rijk met elkaar verbond.
[terug]
In de Middeleeuwen werden pelgrimages ondernomen naar Rome en Palestina,
ondernamen Ierse monniken ontdekkingsreizen (St. Brandaan; ontdekking van
Shetland-eilanden, Faeröer en Ijsland)), ontdekten de Vikingen Groenland,
Noord-Amerika en Rusland) en werden kruistochten georganiseerd naar het
Midden-Oosten.
In de vijftiende eeuw kunnen we de ontdekkingsreizen noteren van Hendrik de
Zeevaarder (Portugees) langs de kust van Afrika, de ronding Kaap de Goede
Hoop, van Vasco di Gama, Columbus en Marco Polo.
In de zestiende eeuw ondernamen de Portugezen veel ontdekkingsreizen en
stichtten zij kolonies in o.a. Molukken, China, Japan. Ook Spanje deed mee:
grote delen van Amerika werden door Spaanse veroveraars geaccapareerd. Ook
Nederland en Engeland zochten routes naar nieuwe landen (voor Nederland bv.
Willem Barentz: ontdekking van Spitsbergen en de overwintering op Nova Zembla).
Engelsen, Spanjaarden en Fransen ontdekten Noord-Amerika.
In de negentiende en twintigste eeuw werden de binnenlanden van Zuid-Amerika,
Azië en Afrika, Australië, Nieuw-Guinea, de noordkust Canada en Antartica
ontdekt.
[terug]
Al gauw bleek, dat de aarde geen platte schijf
was waar je vanaf kon vallen, maar dat de aarde rond was. Omdat er tot de
negentiende-twintigste eeuw lang niet altijd betrouwbare kaarten waren, werden
sommige gebieden gewoon ‘per ongeluk’ ontdekt. Het duurde zeker wel tot in
de twintigste eeuw voordat er betrouwbare routes ontstonden naar andere
werelddelen.
Eén ding hadden al deze ontdekkingsreizen gemeen: overal waar de ontdekkers
van het nieuwe land kwamen, vestigden ze meestal kolonies en lieten ze er hun
sporen achter (in positieve en negatieve zin). Soms zagen ze ervan af om zich
er niet te vestigen en werden er alleen factorijen voor de handel gesticht.
[terug]
Nederlandse
kolonisatie: Indonesië
In 1595 vertrokken drie koopvaarders
(Mauritius, Hollandia en Amsterdam) met het kleine jacht Duyfken vanaf Texel
naar ‘de Oost’: de eerste Nederlandse scheepvaart naar Azië, het begin
van de KOLONIALISATIE. Andere reizen
volgden. De schepen kwam rijk beladen met koloniale waar, zoals peper en
nootmuskaat, terug. Om onderlinge concurrentie in te dammen nam Johan van
Oldenbarneveldt het initiatief tot de oprichting van de VOC: de VERENIGDE
OOSTINDISCHE COMPAGNIE. In naam van de Republiek mocht de VOC
verdragen sluiten, oorlogen voeren, forten bouwen en veroverde gebieden
besturen. De VOC ontwikkelde zich tot een geduchte macht en veroverde o.a. in
1619 de stad Jayakarta en stichtte er Batavia. Delen van Java werden bezet,
Ambon en Ternate op de Molukken werden onderworpen en de bevolking werd
gedwongen om specerijen te verbouwen. Het ware verhaal is nog grimmiger: de
bevolking van de specerijen-eilanden werd uitgemoord en een nieuwe bevolking
werd van elders aangevoerd.
Ook elders in Azië kreeg de VOC met overreding of geweld voet aan de grond en
werden daar stevige forten gebouwd. Zo vulde de VOC niet alleen de Nederlandse
pakhuizen met koloniale waar en de huizen van de burgers met curiosa uit een
vreemde wereld, maar speelde zij ook een belangrijke handelsrol binnen Azië.
De VOC werd op 1 januari 1800 door de staat opgeheven (in de Franse tijd),
vanwege corruptie, gebrek aan kapitaal en concurrentie van de East India
Company.
[terug]
Al voor WOII bestond in NEDERLANDS-INDIË
een brede beweging die zich inzette voor zelfbeschikkingsrecht. Leiders als
Soekarno wilden los van Holland. Maar het Nederlandse gezag hield de touwtjes
stevig in handen. Toen in 1942 de Japanse aanval kwam, verloren de geallieerde
legers de slag in de Javazee en volgde de capitulatie. De soldaten werden
krijgsgevangenen gemaakt, de meeste Nederlanders geïnterneerd in burgerkampen
en gedwongen te werk gesteld. De Japanners ontmantelden het
Nederlands-Indische bestuurssysteem en feitelijk hield Nederlands-Indië op te
bestaan.
In 1945 liet Soekarno in Jakarta weten dat het koloniale Nederlands-Indië
verleden tijd was. Twee dagen daarvoor had Japan zich overgegeven, na de
atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, waardoor er een eind kwam aan WOII.
Nadat de inwoners van Indonesië (de echte inwoners) jarenlang waren
overheerst door de Japanners, wilden ze, na het vertrek van de Japanners, niet
meer opnieuw overheerst worden door weer een ander land. Ze wilden eindelijk
wel eens vrij zijn. Daarom gooiden ze de Nederlanders eruit (net zoals wij in
de 80-jarige oorlog de Spanjaarden uit ons land gooiden en later de Fransen en
de Duitsers).
Na 1945 probeerde Nederland het koloniale gezag nog wel te herstellen (door
middel van twee POLITIONELE ACTIES in
1947 en 1948), maar in 1949 legde ons land zich uiteindelijk neer bij de
Indonesische onafhankelijkheid onder grote druk van de Verenigde Staten (Marshall-plan).
Tijdens de onafhankelijkheidsstrijd is er flink over en weer gevochten. Tot in
de jaren zestig verlieten in totaal ruim 300.000 Nederlanders, Indische
Nederlanders, Papoea’s (uit Nieuw-Guinea, dat bij Indonesië werd ingelijfd)
en Indonesiërs het land. De meesten van hen gingen naar Nederland. Onder hen
12.500 Molukse soldaten van het voormalig Koninklijk Nederlandsch-Indisch
Leger (KNIL), die in 1951 naar Nederland kwamen.
[terug]
Suriname en de Nederlandse
Antillen
Sinds de oversteek van Columbus in 1492
vestigden zich Europeanen in ’de Nieuwe Wereld’, vaak ten koste van de
inheemse bevolking. Zo begonnen de Portugezen met rietsuikerplantages in
Brazilië en lieten die bewerken eerst door indianen, later door slaven uit
Afrika. Ruim 550.000 van de ruim 12 miljoen Afrikanen werden door Nederlanders
getransporteerd.
De Nederlandse SLAVENHANDEL begon in 1621
met de oprichting van de WEST-INDISCHE
COMPAGNIE (WIC). WIC-schepen werden aanvankelijk uitgestuurd voor
kaapvaart en oorlogsvoering tegen de Spaans-Portugese zeemacht (bv. de
verovering van Piet Hein in 1628 op de Spaanse zilvervloot). Daarnaast werden
delen van Brazilië bezet en verkreeg de Republiek na 1665 de erkenning. WIC
had ook bezittingen in West Afrika van de koloniale aanspraken op de zgn. ‘wilde
kust’ (o.a. Suriname en de Antilliaanse eilanden Aruba, Bonaire, Curacao,
St. Maarten, St. Eustatius en Saba). De Nederlanders werden zo belangrijke
spelers in dit handelsgebied, ook als slavenhandelaars.
Slaaf zijn betekende gedwongen arbeid en geen zeggenschap over waar, met wie
en hoe je leefde. Slaven moesten plantages bewerken voor suiker, koffie,
cacao, katoen en tabak, werkten in de zoutvijvers van Curacao of bedienden hun
meesters. Vooral in Suriname onttrokken mensen zich aan de slavernij door weg
te lopen en zich in het oerwoud te vestigen, waardoor eigen
bosnegergemeenschappen ontstonden. De grootste slavenopstand vond in 1795 in
Curacao plaats.
Aan het einde van de 18e eeuw nam de verontwaardiging wereldwijd
toe. Onder druk van de publieke opinie werd in Engeland de slavernij in 1814
verboden. Pas in 1863 schafte Nederland als een van de laatste landen in
Europa de slavenhandel af.
[terug]
De onderlinge relaties tussen Nederland en de koloniën in ‘de West’ zijn
in de tweede helft van de 20e eeuw grondig veranderd. In WOII
bleven Suriname en de NEDERLANDSE ANTILLEN vrij,
Zij steunden de geallieerden militairen met belangrijke grondstoffen zoals
bauxiet en olie. Na de oorlog kregen zij als zogeheten ‘overzeese
gebiedsdelen’ regionale autonomie en algemeen kiesrecht. Deze nieuwe
verhoudingen werden in 1954 vastgelegd in het Koninkrijksstatuut: een soort
grondwet voor een transatlantisch koninkrijk met autonome rijksdelen.
Begin
jaren 1970 gingen ook in Suriname stemmen op voor onafhankelijkheid, die in
1975 ook daadwerkelijk een feit werd. Nederland zou Suriname nog gedurende een
lange periode met ontwikkelingsgelden blijven steunen; een belofte die werd
opgeschort na de decembermoorden van 1982. Spanningen tussen de verschillende
bevolkingsgroepen in de aanloop van de onafhankelijkheid, onzekerheid over de
toekomst en de keuze die iedere inwoner moest maken tussen Surinaams of
Nederlands staatsburgerschap, leidden rond 1975 tot het vertrek van ruim
130.000 Surinamers naar Nederland.
In de relatie tussen Nederland en de Nederlandse Antillen bleef het statuut
van 1954 van kracht. Daarbinnen kreeg Aruba in 1986 de status aparte en is
sinds 1996 een eigen land in het Koninkrijk. Sinds 2005 wordt ook met andere
eilanden (Bonaire, Saba, St. Maarten en St. Eustatius) gesproken over
vernieuwing van de verhoudingen.
[terug]
Gastarbeiders
Na de crisisjaren eind 1930, raakt ons
land tussen 1940-1945 verwikkeld in WOII. In de jaren na de WOII herstelde ons
land zich. De economie moest weer op gang worden gebracht (wederopbouw) en
daarvoor moest iedereen de handen uit de mouwen steken. In het belang van een
goede concurrentiepositie was samenwerken het belangrijkste motto. De AOW
kwam, de televisie deed zijn intrede, de haven van Rotterdam groeide
langzamerhand uit tot een wereldhaven, de gasbel leverde een schat aan
inkomsten op, Europa kreeg vorm. De verzorgingsstaat en welvaartsstaat die we
nu zijn kreeg geleidelijk aan vorm en zorgden voor een radicale verhoging van
de levenstandaard.
Om de economie niet te laten stagneren, hadden we arbeiders nodig. Maar in
Nederland waren er niet genoeg te vinden, zeker niet voor al het ‘lagere’
werk dat moest worden gedaan. Daarom haalden we mensen uit andere landen
(zoals Spanje en Portugal ) naar ons toe om dat werk goedkoop te komen doen.
Sommigen van hen gingen na verloop van tijd naar huis, anderen bleven en
lieten hun gezin overkomen naar Nederland. Hun leefgewoonten en cultuur gingen
geleidelijk aan een stempel drukken op de Nederlandse samenleving.
In Nederland had zich inmiddels ook een groot aantal Surinamers, Ned.
Antillianen en Indonesiërs gevestigd: ook zij brachten eigen gewoonten en
cultuur mee naar ons land.
Toen de thuislanden van onze eerste ‘GASTARBEIDERS’
tot de EU gingen behoren, was hun aanwezigheid en (goedkope) arbeidskracht
niet meer nodig. Daarom gingen wij op zoek naar (goedkope)
"gastarbeiders" uit andere landen, zoals Turkije, Marokko, Polen,
Roemenië. Velen van hen bleven hier, anderen gingen na verloop van tijd weer
naar huis, weer anderen bleven en lieten hun gezinnen overkomen. Ook zij
brachten hun eigen cultuur, gewoonten, godsdienst, feesten, rituelen enz. mee
die een stempel drukten op onze Nederlandse cultuur. Inmiddels spreken we niet
meer van ‘gastarbeiders’, maar van ’ALLOCHTONE
NEDERLANDERS’: geboren in een ander land, maar wel in het bezit van
de Nederlandse identiteit.
[terug]
Vluchtelingen
In WOII vluchtten veel Nederlanders
naar Engeland (onder hen ook de koninklijke familie!) om te ontkomen aan de
Duitse overheersing. Ook vandaag de dag slaan nog veel mensen op de vlucht, om
verschillende redenen: ze kunnen hun beroep in hun land niet uitoefenen, ze
worden om politieke redenen vervolgd of onder druk gezet, het is oorlog in hun
land, ze willen bij hun hier wonende familie zijn, enz.
Veel landen hebben deze VLUCHTELINGEN
altijd gastvrij opgenomen, waaronder Nederland. Ze werden opgevangen in ASIELZOEKERSCENTRA,
voor hun kinderen werden speciale scholen gebouwd, er werd een INBURGERINGSPROGRAMMA
ontwikkeld, velen konden de Nederlandse nationaliteit krijgen, enz. Zo wonen
er in ons land nu mensen uit Hongarije, Chili, Vietnam, Ethiopië,
Joegoslavië enz., hoewel de Nederlandse gastvrijheid de laatste decennia wel
schraler en dwingender is geworden.
Al
deze vluchtelingen brachten ook weer hun eigen cultuur, gebruiken, gewoonten
enz. mee en drukten daarmee een stempel(tje) op de Nederlandse samenleving: ze
droegen/dragen bij aan onze multiculturele samenleving en maken Nederland mede
veelkleurig.
Door politieke maatregelen is het echter voor lang niet alle vluchtelingen de
laatste jaren even gemakkelijk om ons land binnen te komen. Er moeten echt
gegronde redenen zijn om de status van vluchteling te krijgen en in Nederland
te kunnen blijven wonen.
[terug]
Veelkleurig Nederland
Door de komst van zoveel buitenlanders
is Nederland een veelkleurig of multicultureel land geworden. Een land waar
veel nationaliteiten zich gevestigd hebben. Alleen al in Amsterdam zijn er
bijna 180! En zoals wij onze sporen achterlieten in andere landen en
werelddelen, zo laten ook zij hun sporen hier in ons land na: eigen gebruiken
en gewoonten, manieren van leven, wonen en werken. Natuurlijk zijn er veel
verschillen met onze ‘eigen’ cultuur, maar ook veel overeenkomsten wat
betreft gebruiken en gewoonten, feesten, kleding en voedsel. In al die
veelkleurigheid moeten we leren om met elkaar samen te leven.
[terug]
Toekomst
Mensen overal ter wereld hebben
behoefte aan een ‘thuis’. Maar zeker ook is dat mensen overal ter wereld
zullen blijven reizen en trekken, om allerlei redenen. En door de moderne
communicatiemiddelen en steeds sneller vervoer wordt dat alleen maar
gemakkelijker. We reizen nu gemakkelijk voor een weekendje even op en neer
naar Istanboel. Zakenlieden nemen ’s morgens het vliegtuig naar Madrid en
zijn ’s avonds weer terug. Met de TGV ben je binnen een paar uurtjes in
Parijs en Londen. En met internet en e-mail is de wereld nog kleiner geworden.
De wereld ligt binnen handbereik!
Hoe zal het in de toekomst gaan, als het gaat om het nalaten van sporen? Niet
anders dan in het verleden. Waar mensen zich vestigen, laten ze sporen na. Zo
zijn in en buiten Europa inmiddels al talloze sporen van de Amerikaanse
cultuur te vinden (Mc Donalds, Coca Cola, televisieseries, Levy’s
spijkerbroeken, Amerikaanse auto’s enz). Andersom geldt, dat ook
Nederlanders die zich in Amerika vestigden, daar sporen van de Nederlandse
cultuur achterlaten.
Ook in de ruimte en buiten ons zonnestelsel zijn we bezig om sporen van onze
aardse cultuur achter te laten. Op de maan plantten we een (Amerikaanse) vlag
en zijn allerlei overblijfselen te vinden van de maanreizen. Ook elders in het
heelal zweven restanten van aardse ontdekkingsreizen, die wellicht ooit nog
eens door ‘anderen’ ontdekt worden. Eén ding is zeker: ook wij zullen
voor de toekomstige generaties sporen achter laten.
[terug]
BRON
De inhoud van dit dossier is merendeels ontleend aan teksten op de website van
de Nederlandse canon.