VITABERNA

 

 


Pastoraal atelier

Levoland 

Relimarkt

Bronnenmagazijn



VEELKLEURIG NEDERLAND

Al zolang als de mensheid oud is, zijn volkeren de hele wereld overgetrokken en ontdekten ze steeds nieuwe gebieden. Ze stichten er kolonies en lieten overal hun sporen na. Ook Nederland deed daar druk aan mee. Momenteel wonen veel bewoners van onze overzeese gebiedsdelen nu in ons land: Antillianen, Surinamers, Indonesiërs, Zuid-Molukkers. Zij brachten hun eigen gewoonten en gebruiken mee en drukken op hun beurt hun stempel op onze cultuur.
Na WOII hadden wij mensen nodig om hier het werk te doen. Er kwamen gastarbeiders uit andere landen naar ons toe: Turken, Marokkanen, Grieken, Polen, Roemenen. Bovendien kwamen er ook veel vluchtelingen naar ons land. Zij brachten hun eigen gewoonten en gebruiken mee en drukken op hun beurt hun stempel op onze cultuur
.

allochtone Nederlanders

asielzoekerscentra

gastarbeiders

inburgeringsprogramma

kolonialisatie

Nederlands Indië

Nederlandse Antillen

ontdekkingsreizen

politionele acties

slavenhandel

 

vluchtelingen

VOC

WIC

 

Ontdekking van nieuw land
Al van oudsher hebben mensen geprobeerd nieuwe gebieden op de aarde te ontdekken. ONTDEKKINGSREIZEN werden om verschillende redenen gemaakt. Soms gewoon om op avontuur te gaan, soms om nieuw land in bezit te kunnen nemen (en de bevolking uit te buiten en tot slavernij te dwingen…) en waardevolle dingen mee terug te kunnen nemen naar huis (zoals bijvoorbeeld Oosterse specerijen), soms om godsdienstige en/of politieke redenen. De belangrijkste motieven waren echter meestal bittere noodzaak, vanwege overbevolking, honger of vervolging. Pas in de latere beschrijving ervan komt het motief te liggen bij de opbrengsten.
Een belangrijk handelsvolk waren bijvoorbeeld de Phoeniciërs. Ze voeren met boten over de Middellandse Zee en stichtten overal kolonies. Ook de Carthagers (een voormalige kolonie van de Phoeniciërs) maakten veel ontdekkingsreizen over zee (o.a. naar Engeland, langs de Atlantische kust van Afrika, de Azoren). Ook de Grieken (Scylax, Pytheas, Alexander de Grote) veroverden veel nieuwe gebieden, zoals Arabië, Egypte, Noord-West Europa en India. Ook in de Romeinse tijd waren het vooral de Grieken die – met behulp van de passaatwinden – de aarde verder ontdekten (via Indische oceaan naar India en zuid-oost Azië, China). China zelf opende de Zijderoute, die het Chinese en Romeinse Rijk met elkaar verbond.
[terug]

In de Middeleeuwen werden pelgrimages ondernomen naar Rome en Palestina, ondernamen Ierse monniken ontdekkingsreizen (St. Brandaan; ontdekking van Shetland-eilanden, Faeröer en Ijsland)), ontdekten de Vikingen Groenland, Noord-Amerika en Rusland) en werden kruistochten georganiseerd naar het Midden-Oosten.
In de vijftiende eeuw kunnen we de ontdekkingsreizen noteren van Hendrik de Zeevaarder (Portugees) langs de kust van Afrika, de ronding Kaap de Goede Hoop, van Vasco di Gama, Columbus en Marco Polo.
In de zestiende eeuw ondernamen de Portugezen veel ontdekkingsreizen en stichtten zij kolonies in o.a. Molukken, China, Japan. Ook Spanje deed mee: grote delen van Amerika werden door Spaanse veroveraars geaccapareerd. Ook Nederland en Engeland zochten routes naar nieuwe landen (voor Nederland bv. Willem Barentz: ontdekking van Spitsbergen en de overwintering op Nova Zembla). Engelsen, Spanjaarden en Fransen ontdekten Noord-Amerika.
In de negentiende en twintigste eeuw werden de binnenlanden van Zuid-Amerika, Azië en Afrika, Australië, Nieuw-Guinea, de noordkust Canada en Antartica ontdekt.
[terug]

Al gauw bleek, dat de aarde geen platte schijf was waar je vanaf kon vallen, maar dat de aarde rond was. Omdat er tot de negentiende-twintigste eeuw lang niet altijd betrouwbare kaarten waren, werden sommige gebieden gewoon ‘per ongeluk’ ontdekt. Het duurde zeker wel tot in de twintigste eeuw voordat er betrouwbare routes ontstonden naar andere werelddelen.
Eén ding hadden al deze ontdekkingsreizen gemeen: overal waar de ontdekkers van het nieuwe land kwamen, vestigden ze meestal kolonies en lieten ze er hun sporen achter (in positieve en negatieve zin). Soms zagen ze ervan af om zich er niet te vestigen en werden er alleen factorijen voor de handel gesticht.
[terug]

Nederlandse kolonisatie: Indonesië
In 1595 vertrokken drie koopvaarders (Mauritius, Hollandia en Amsterdam) met het kleine jacht Duyfken vanaf Texel naar ‘de Oost’: de eerste Nederlandse scheepvaart naar Azië, het begin van de KOLONIALISATIE. Andere reizen volgden. De schepen kwam rijk beladen met koloniale waar, zoals peper en nootmuskaat, terug. Om onderlinge concurrentie in te dammen nam Johan van Oldenbarneveldt het initiatief tot de oprichting van de VOC: de VERENIGDE OOSTINDISCHE COMPAGNIE. In naam van de Republiek mocht de VOC verdragen sluiten, oorlogen voeren, forten bouwen en veroverde gebieden besturen. De VOC ontwikkelde zich tot een geduchte macht en veroverde o.a. in 1619 de stad Jayakarta en stichtte er Batavia. Delen van Java werden bezet, Ambon en Ternate op de Molukken werden onderworpen en de bevolking werd gedwongen om specerijen te verbouwen. Het ware verhaal is nog grimmiger: de bevolking van de specerijen-eilanden werd uitgemoord en een nieuwe bevolking werd van elders aangevoerd.
Ook elders in Azië kreeg de VOC met overreding of geweld voet aan de grond en werden daar stevige forten gebouwd. Zo vulde de VOC niet alleen de Nederlandse pakhuizen met koloniale waar en de huizen van de burgers met curiosa uit een vreemde wereld, maar speelde zij ook een belangrijke handelsrol binnen Azië. De VOC werd op 1 januari 1800 door de staat opgeheven (in de Franse tijd), vanwege corruptie, gebrek aan kapitaal en concurrentie van de East India Company.
[terug]


Al voor WOII bestond in NEDERLANDS-INDIË een brede beweging die zich inzette voor zelfbeschikkingsrecht. Leiders als Soekarno wilden los van Holland. Maar het Nederlandse gezag hield de touwtjes stevig in handen. Toen in 1942 de Japanse aanval kwam, verloren de geallieerde legers de slag in de Javazee en volgde de capitulatie. De soldaten werden krijgsgevangenen gemaakt, de meeste Nederlanders geïnterneerd in burgerkampen en gedwongen te werk gesteld. De Japanners ontmantelden het Nederlands-Indische bestuurssysteem en feitelijk hield Nederlands-Indië op te bestaan.
In 1945 liet Soekarno in Jakarta weten dat het koloniale Nederlands-Indië verleden tijd was. Twee dagen daarvoor had Japan zich overgegeven, na de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, waardoor er een eind kwam aan WOII.
Nadat de inwoners van Indonesië (de echte inwoners) jarenlang waren overheerst door de Japanners, wilden ze, na het vertrek van de Japanners, niet meer opnieuw overheerst worden door weer een ander land. Ze wilden eindelijk wel eens vrij zijn. Daarom gooiden ze de Nederlanders eruit (net zoals wij in de 80-jarige oorlog de Spanjaarden uit ons land gooiden en later de Fransen en de Duitsers).
Na 1945 probeerde Nederland het koloniale gezag nog wel te herstellen (door middel van twee POLITIONELE ACTIES in 1947 en 1948), maar in 1949 legde ons land zich uiteindelijk neer bij de Indonesische onafhankelijkheid onder grote druk van de Verenigde Staten (Marshall-plan).
Tijdens de onafhankelijkheidsstrijd is er flink over en weer gevochten. Tot in de jaren zestig verlieten in totaal ruim 300.000 Nederlanders, Indische Nederlanders, Papoea’s (uit Nieuw-Guinea, dat bij Indonesië werd ingelijfd) en Indonesiërs het land. De meesten van hen gingen naar Nederland. Onder hen 12.500 Molukse soldaten van het voormalig Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL), die in 1951 naar Nederland kwamen.
[terug]

Suriname en de Nederlandse Antillen
Sinds de oversteek van Columbus in 1492 vestigden zich Europeanen in ’de Nieuwe Wereld’, vaak ten koste van de inheemse bevolking. Zo begonnen de Portugezen met rietsuikerplantages in Brazilië en lieten die bewerken eerst door indianen, later door slaven uit Afrika. Ruim 550.000 van de ruim 12 miljoen Afrikanen werden door Nederlanders getransporteerd.
De Nederlandse SLAVENHANDEL begon in 1621 met de oprichting van de WEST-INDISCHE COMPAGNIE (WIC). WIC-schepen werden aanvankelijk uitgestuurd voor kaapvaart en oorlogsvoering tegen de Spaans-Portugese zeemacht (bv. de verovering van Piet Hein in 1628 op de Spaanse zilvervloot). Daarnaast werden delen van Brazilië bezet en verkreeg de Republiek na 1665 de erkenning. WIC had ook bezittingen in West Afrika van de koloniale aanspraken op de zgn. ‘wilde kust’ (o.a. Suriname en de Antilliaanse eilanden Aruba, Bonaire, Curacao, St. Maarten, St. Eustatius en Saba). De Nederlanders werden zo belangrijke spelers in dit handelsgebied, ook als slavenhandelaars.
Slaaf zijn betekende gedwongen arbeid en geen zeggenschap over waar, met wie en hoe je leefde. Slaven moesten plantages bewerken voor suiker, koffie, cacao, katoen en tabak, werkten in de zoutvijvers van Curacao of bedienden hun meesters. Vooral in Suriname onttrokken mensen zich aan de slavernij door weg te lopen en zich in het oerwoud te vestigen, waardoor eigen bosnegergemeenschappen ontstonden. De grootste slavenopstand vond in 1795 in Curacao plaats.
Aan het einde van de 18e eeuw nam de verontwaardiging wereldwijd toe. Onder druk van de publieke opinie werd in Engeland de slavernij in 1814 verboden. Pas in 1863 schafte Nederland als een van de laatste landen in Europa de slavenhandel af.
[terug]

De onderlinge relaties tussen Nederland en de koloniën in ‘de West’ zijn in de tweede helft van de 20e eeuw grondig veranderd. In WOII bleven Suriname en de NEDERLANDSE ANTILLEN vrij, Zij steunden de geallieerden militairen met belangrijke grondstoffen zoals bauxiet en olie. Na de oorlog kregen zij als zogeheten ‘overzeese gebiedsdelen’ regionale autonomie en algemeen kiesrecht. Deze nieuwe verhoudingen werden in 1954 vastgelegd in het Koninkrijksstatuut: een soort grondwet voor een transatlantisch koninkrijk met autonome rijksdelen.
Begin jaren 1970 gingen ook in Suriname stemmen op voor onafhankelijkheid, die in 1975 ook daadwerkelijk een feit werd. Nederland zou Suriname nog gedurende een lange periode met ontwikkelingsgelden blijven steunen; een belofte die werd opgeschort na de decembermoorden van 1982. Spanningen tussen de verschillende bevolkingsgroepen in de aanloop van de onafhankelijkheid, onzekerheid over de toekomst en de keuze die iedere inwoner moest maken tussen Surinaams of Nederlands staatsburgerschap, leidden rond 1975 tot het vertrek van ruim 130.000 Surinamers naar Nederland.
In de relatie tussen Nederland en de Nederlandse Antillen bleef het statuut van 1954 van kracht. Daarbinnen kreeg Aruba in 1986 de status aparte en is sinds 1996 een eigen land in het Koninkrijk. Sinds 2005 wordt ook met andere eilanden (Bonaire, Saba, St. Maarten en St. Eustatius) gesproken over vernieuwing van de verhoudingen.
[terug]

Gastarbeiders
Na de crisisjaren eind 1930, raakt ons land tussen 1940-1945 verwikkeld in WOII. In de jaren na de WOII herstelde ons land zich. De economie moest weer op gang worden gebracht (wederopbouw) en daarvoor moest iedereen de handen uit de mouwen steken. In het belang van een goede concurrentiepositie was samenwerken het belangrijkste motto. De AOW kwam, de televisie deed zijn intrede, de haven van Rotterdam groeide langzamerhand uit tot een wereldhaven, de gasbel leverde een schat aan inkomsten op, Europa kreeg vorm. De verzorgingsstaat en welvaartsstaat die we nu zijn kreeg geleidelijk aan vorm en zorgden voor een radicale verhoging van de levenstandaard.
Om de economie niet te laten stagneren, hadden we arbeiders nodig. Maar in Nederland waren er niet genoeg te vinden, zeker niet voor al het ‘lagere’ werk dat moest worden gedaan. Daarom haalden we mensen uit andere landen (zoals Spanje en Portugal ) naar ons toe om dat werk goedkoop te komen doen. Sommigen van hen gingen na verloop van tijd naar huis, anderen bleven en lieten hun gezin overkomen naar Nederland. Hun leefgewoonten en cultuur gingen geleidelijk aan een stempel drukken op de Nederlandse samenleving.
In Nederland had zich inmiddels ook een groot aantal Surinamers, Ned. Antillianen en Indonesiërs gevestigd: ook zij brachten eigen gewoonten en cultuur mee naar ons land.
Toen de thuislanden van onze eerste ‘GASTARBEIDERS’ tot de EU gingen behoren, was hun aanwezigheid en (goedkope) arbeidskracht niet meer nodig. Daarom gingen wij op zoek naar (goedkope) "gastarbeiders" uit andere landen, zoals Turkije, Marokko, Polen, Roemenië. Velen van hen bleven hier, anderen gingen na verloop van tijd weer naar huis, weer anderen bleven en lieten hun gezinnen overkomen. Ook zij brachten hun eigen cultuur, gewoonten, godsdienst, feesten, rituelen enz. mee die een stempel drukten op onze Nederlandse cultuur. Inmiddels spreken we niet meer van ‘gastarbeiders’, maar van ’ALLOCHTONE NEDERLANDERS’: geboren in een ander land, maar wel in het bezit van de Nederlandse identiteit.
[terug]

Vluchtelingen
In WOII vluchtten veel Nederlanders naar Engeland (onder hen ook de koninklijke familie!) om te ontkomen aan de Duitse overheersing. Ook vandaag de dag slaan nog veel mensen op de vlucht, om verschillende redenen: ze kunnen hun beroep in hun land niet uitoefenen, ze worden om politieke redenen vervolgd of onder druk gezet, het is oorlog in hun land, ze willen bij hun hier wonende familie zijn, enz.
Veel landen hebben deze VLUCHTELINGEN altijd gastvrij opgenomen, waaronder Nederland. Ze werden opgevangen in ASIELZOEKERSCENTRA, voor hun kinderen werden speciale scholen gebouwd, er werd een INBURGERINGSPROGRAMMA ontwikkeld, velen konden de Nederlandse nationaliteit krijgen, enz. Zo wonen er in ons land nu mensen uit Hongarije, Chili, Vietnam, Ethiopië, Joegoslavië enz., hoewel de Nederlandse gastvrijheid de laatste decennia wel schraler en dwingender is geworden.
Al deze vluchtelingen brachten ook weer hun eigen cultuur, gebruiken, gewoonten enz. mee en drukten daarmee een stempel(tje) op de Nederlandse samenleving: ze droegen/dragen bij aan onze multiculturele samenleving en maken Nederland mede veelkleurig.
Door politieke maatregelen is het echter voor lang niet alle vluchtelingen de laatste jaren even gemakkelijk om ons land binnen te komen. Er moeten echt gegronde redenen zijn om de status van vluchteling te krijgen en in Nederland te kunnen blijven wonen.
[terug]


Veelkleurig Nederland
Door de komst van zoveel buitenlanders is Nederland een veelkleurig of multicultureel land geworden. Een land waar veel nationaliteiten zich gevestigd hebben. Alleen al in Amsterdam zijn er bijna 180! En zoals wij onze sporen achterlieten in andere landen en werelddelen, zo laten ook zij hun sporen hier in ons land na: eigen gebruiken en gewoonten, manieren van leven, wonen en werken. Natuurlijk zijn er veel verschillen met onze ‘eigen’ cultuur, maar ook veel overeenkomsten wat betreft gebruiken en gewoonten, feesten, kleding en voedsel. In al die veelkleurigheid moeten we leren om met elkaar samen te leven.
[terug]

Toekomst
Mensen overal ter wereld hebben behoefte aan een ‘thuis’. Maar zeker ook is dat mensen overal ter wereld zullen blijven reizen en trekken, om allerlei redenen. En door de moderne communicatiemiddelen en steeds sneller vervoer wordt dat alleen maar gemakkelijker. We reizen nu gemakkelijk voor een weekendje even op en neer naar Istanboel. Zakenlieden nemen ’s morgens het vliegtuig naar Madrid en zijn ’s avonds weer terug. Met de TGV ben je binnen een paar uurtjes in Parijs en Londen. En met internet en e-mail is de wereld nog kleiner geworden. De wereld ligt binnen handbereik!
Hoe zal het in de toekomst gaan, als het gaat om het nalaten van sporen? Niet anders dan in het verleden. Waar mensen zich vestigen, laten ze sporen na. Zo zijn in en buiten Europa inmiddels al talloze sporen van de Amerikaanse cultuur te vinden (Mc Donalds, Coca Cola, televisieseries, Levy’s spijkerbroeken, Amerikaanse auto’s enz). Andersom geldt, dat ook Nederlanders die zich in Amerika vestigden, daar sporen van de Nederlandse cultuur achterlaten.
Ook in de ruimte en buiten ons zonnestelsel zijn we bezig om sporen van onze aardse cultuur achter te laten. Op de maan plantten we een (Amerikaanse) vlag en zijn allerlei overblijfselen te vinden van de maanreizen. Ook elders in het heelal zweven restanten van aardse ontdekkingsreizen, die wellicht ooit nog eens door ‘anderen’ ontdekt worden. Eén ding is zeker: ook wij zullen voor de toekomstige generaties sporen achter laten.
[terug]

BRON
De inhoud van dit dossier is merendeels ontleend aan teksten op de website van de Nederlandse canon.

Terug naar overzicht