SINT NICOLAAS
Sinds jaar en dag is de overgang van 5 naar 6
december het grote ogenblik, waar elk jaar met steeds groter wordende
intensiteit en verwachting door jong en niet zelden ook door oud naar wordt
uitgekeken: het feest van de heilige Nicolaas van Myra die in de volksmond
voor het gemak tot Sinterklaas is geworden. Hoewel op de heiligenkalender 6
december voor hem is gereserveerd, is door de tijd 5 december zijn dag
geworden en dat met name de avond van die dag: Sinterklaasavond.
Als feest met heel oude wortels is het door de tijden heen uitgegroeid van
een kinderfeest tot een algemeen gezinsfeest. Het heeft als belangrijkste
kenmerk het geven van geschenken, die al dan niet als surprise verpakt
worden en die al dan niet van verzen vergezeld gaan. Het is het moment om
traditionele lekkernijen te eten als banket, speculaas, taai-taai,
suikergoed en pepernoten.
Het verhaal
Over Sint Nicolaas zijn vanouds allerlei, vooral legendarische verhalen in
omloop. Het volgende verhaal behoort tot de meer bekende. Het wordt meestal
in verband gebracht met de Sint Nicolaas-traditie van het geven van
cadeautjes in de donkere uren van de dag waarbij de schenker niet zelden
onbekend wil blijven.
De legende van de drie
arme meisjes
In Patara, de geboorteplaats van Sint Nicolaas (in het huidige Zuidwest
Turkije), woonde een edelman. Zijn naam was Thumantios. Ooit was hij heel
erg rijk geweest en hij had heel erg welvarend geleefd. Maar door de jaren
heen was zijn rijkdom verdwenen en nu was hij een arm man. Hij was zo arm
geworden, dat hij niet meer in staat was de gebruikelijke bruidsschat bij
elkaar te brengen toen zijn drie dochters de leeftijd bereikten om te gaan
trouwen. Omdat ze arm waren, zouden ze niet kunnen trouwen. Er was namelijk
geen enkele jongeling meer die met een van de meisjes wilde huwen. Zelfs
jonge mannen van lagere afkomst waren niet geďnteresseerd.
Thumantios was ten einde raad. Om toch in het levensonderhoud van hem zelf
en van zijn dochters te kunnen voorzien, besloot de aan lager wal geraakte
edelman, dat ze dan maar als dienaressen in de tempel van Artemis moesten
gaan werken. Daar zouden ze voor geld met vreemde mannen naar bed moeten
gaan. Toen dat Sint Nicolaas, die
toen nog jong was, ter ore kwam, vatte hij het plan op de meisjes van dat
dreigende onheil te redden.
Op het moment dat de oudste dochter oud
genoeg was om te kunnen trouwen, knoopte Nicolaas daarom driehonderd gouden
Florijnen in een doek. Die gooide hij 's nachts door het raam van de
slaapkamer naar binnen. Maar hij zorgde er wel voor dat hij niet gezien
werd. Hij wilde niet herkend worden. Toen
Thumantios de volgende morgen het geld vond, was hij diep ontroerd. De arme
edelman dankte God voor de onverwachte redding van zijn dochter. Nu kon ze
net als andere meisjes trouwen en een eerbaar leven leiden.Zodra de tweede
dochter oud genoeg was, dreigde Thumantios echter opnieuw in moeilijkheden
te komen. Maar ook deze keer kwam de redding door het raam van de
slaapkamer. De arme vader was weer heel erg blij en hij vroeg zich af wie
die geheimzinnige weldoener toch wel kon zijn. Hij besloot voortaan elke
nacht heel aandachtig te gaan waken. Hij had namelijk een stil vermoeden,
dat er ook voor zijn derde dochter een bruidsschat zou volgen.
En inderdaad. Nicolaas kwam nog een keer
opdagen met een beurs vol goudstukken. Ook deze keer gooide hij de
bruidsschat stiekem door het raam van de slaapkamer. Onmiddellijk daarna
stormde Thumantios naar buiten. Hij haalde Nicolaas in, die er als een haas
vandoor probeerde te gaan. Toen de arme edelman Nicolaas herkende, begon hij
te huilen van dankbaarheid. Hij zei: 'Als niet onze gemeenschappelijke Heer
er voor had gezorgd dat u deze goedheid in u hebt, zouden wij al lang ons
leven helemaal ten gronde hebben moeten richten door werk dat niet goed is
voor mensen. Nu echter heeft de Heer ons door u gered en ons uit het moeras
van de ondergang bevrijd. Daardoor staan wij bij u in de schuld en willen
wij u alle dagen van ons leven danken. Want gij hebt ons een helpende hand
gereikt en ons uit onze vernedering doen opstaan.'
Het plan van Nicolaas om onbekend te
blijven was dus mislukt. Zijn zorgvuldig bewaard geheim was geen geheim
meer. Hij drong er bij Thumantios, de edelman, op aan om het gebeurde niet
verder te vertellen zolang hij leefde. De vader hield zijn woord en maakte
de reddende daad van Sint Nicolaas pas na diens dood bekend. Het optreden
van de heilige maakt diepe indruk en raakte daarna snel wijd verspreid.
Leven van St. Nicolaas
Ondanks de populariteit die Sint Nicolaas bij ons en ook elders nog steeds
geniet, weten we over hem eigenlijk nauwelijks iets met zekerheid. Over zijn
leven is vrijwel niets bekend, alleen dat hij ergens rond 260 in Patara in
het Zuidwesten van het huidige Turkije geboren zou zijn, in het begin van de
vierde eeuw bisschop werd van Myra waar hij omstreeks 340 overleden zou
zijn. Het feit, dat zijn persoon met zoveel legendes en verhalen omgeven is,
verandert daar niets aan. Het wie en wat van zijn persoon en zijn doen en
laten zullen met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nooit meer
betrouwbaar te achterhalen zijn.
Desondanks is hij door de jaren heen in Oost
en West vaak tegen allerlei vormen van verdrukking in uitgegroeid tot een
ware volksheilige. Al in de zesde eeuw geldt hij als heilige in het
Byzantijnse Rijk. En als in de elfde eeuw zijn overblijfselen worden
overgebracht (volgens sommigen geroofd of ontvoerd!) naar Bari in
Zuid-Italië (maar indertijd onderdeel van het Rijk van Arragon oftewel
Spanje), breidt zijn verering in het Westen zich als een olievlek uit. Van
allerlei steden (onder andere Amsterdam) en landen (bijvoorbeeld Rusland)
werd hij de beschermheilige en op veel plaatsen zijn kerken aan hem gewijd.
Hij wordt tot de patroonheilige van allerlei verschillende en vooral
uiteenlopende groepen: binnenvaartschippers, zeelieden en piraten, reizigers
en struikrovers, ongehuwde vrouwen en hoeren, scholieren, kinderen, bakkers
en apothekers, bedelaars, gevangenen en advocaten en – naar de eerder
vertelde legende – ook van de aanstaande bruiden. Dat laatste leverde hem
overigens ook het predikaat: 'goed heilig man' op oftewel 'goed heylick-man'
wat dan staat voor 'huwelijksman' of 'huwelijksmaker'.
Sinterklaasfeest
Weten we over de persoon Sint Nicolaas weinig met zekerheid, ook de
geschiedenis van ons feest van Sint Nicolaas is met de nodige mist omgeven.
Maar als die enigszins optrekt zijn er twee grote lijnen te onderscheiden.
In beide lijnen zijn elementen te herkennen, die nu nog bepalend zijn voor
allerlei gebruiken rond onze viering van het feest van Sint Nicolaas.
De ene lijn die door geschiedkundigen het meest wordt onderschreven, gaat
terug naar de middeleeuwse kloosterscholen in het noorden van Frankrijk waar
Sint Nicolaas werd vereerd als patroon van de schoolkinderen en als
opvoeder. Tijdens een jaarlijks mirakelspel bij gelegenheid van de zijn
feest 'verscheen' de heilige dan aan de leerlingen. Hij kwam dan op bezoek
en bracht geschenken mee voor de ijverige leerlingen en vermaningen voor de
luie. Uit die tijd is ook bekend, dat leerlingen zich als bisschop Sint
Nicolaas verkleden en op straat en langs de huizen om geld bedelen, iets wat
niet altijd even netjes en ordentelijk gebeurde. Deze scholierenpraktijken
zouden zich mettertijd verder verspreid hebben, ook naar onze streken.
De andere lijn legt – al dan niet toevallig - verbindingen met het
Joelfeest uit de Germaanse oudheid, dat de Winterzonnewende markeerde. Naar
men aannam doolden in die tijd van het jaar een menigte spookachtige geesten
als de zogenaamde 'Wilde Jacht' door de ruimte van het heelal. Ze werden
aangevoerd door Wodan, die voorop denderde met een wapperende lange witte
baard en een wijde mantel, gezeten op zijn acht-benige schimmel Sleipnir met
in zijn hand een bliksemende speer. Hij werd vergezeld door zijn
boodschappers de zwarte raven Hugin en Munin (geheugen en herinnering) en
door Oel, de god van de zonnewende en de jaargetijden, die bij zonsopgang in
een zak verdween en daar 's avonds weer uit werd losgelaten. Deze laatste
speurde 's nachts door de rookgaten van de woningen om Wodan te informeren
over alles wat de mensen deden (bijvoorbeeld door middel van offergaven) om
hem mild te stemmen en om dat vervolgens te belonen met goede gaven. Als we
over Sint Nicolaas zingen en vertellen kunnen we niet heen om allerlei
(toevallige) parallellen. Sint Nicolaas, met witte baard, wapperende tabberd
en een staf in zijn hand, rijdt bij donkere nachten op zijn schimmel over de
daken in gezelschap van zijn helper om weldoende langs de hedendaagse
rookgaten of wat daar nog van rest. En ook nu kennen we nog het onverhoeds
strooien van 'zaaigoed' in de vorm van duurzame pepernoten en het ergens in
de loop van de avond of nacht (anoniem) geven en krijgen van onverwachte
goede gaven, nadat ter voorbereiding een 'offergave' (schoen met inhoud) is
gezet. En ook daarbij mogen duurzame vruchten, die herinneren aan de
vroegere offers niet ontbreken: allerlei soorten noten, duurzaam gebak
(pepernoten en speculaas), suikerwaren, et cetera).
Zwarte Piet
In deze Germaanse lijn liggen ook aanknopingspunten voor Zwarte Piet: de
zwarte raven Hugin en Munin en Wodan's begeleider Oel, die overdag in een
zak wordt gestopt. Een Ethiopische knecht uit Myra of een Moorse knecht uit
Spanje zijn echter helemaal verdichtsels. En de roe van Zwarte Piet is ook
geen strafwerktuig, maar veel meer een inwijdingswerktuig waarmee 'nieuwe'
volwassenen levenskracht kregen overgedragen middels een aantal stevig
meppen.
Door dat alles hen komt Sint Nicolaas naar voren als een heilige die zijn
pappenheimers kent en alles weet over hun hebbelijk- en onhebbelijkheden,
die door zijn helper opgetekend staan in een zijn grote boek. Eén keer per
jaar confronteert hij hen daar mee om er vervolgens voor een jaar een streep
door te halen en het goede met milde hand te belonen als Stimulans om te
zeker maar braaf te blijven.
Sinterklaasviering
Door de eeuwen heen is het Sint Nicolaas-feest een viering gebleken die niet
kapot te krijgen is. Zo probeerde in de zestiende en zeventiende de
Reformatie om de viering van het katholieke heiligenfeest te verbieden, dat
bovendien nogal eens aanleiding gaf tot wanordelijkheden. Maar dat had
weinig effect. De viering op straat, die soms met ongeregeldheden gepaard
ging, verdween misschien wel, maar in huiselijke kring ging de viering van
het feest zeker bij de gegoede burgerij in de steden gewoon verder. Het werd
een feest om kinderen aan te sporen tot hard werken op school en tot
gehoorzaamheid aan hun ouders. Beide zaken die beloond werden, terwijl
luiheid straf verdiende.
In de loop van de negentiende eeuw kregen veel elementen uit de viering hun
huidige vorm: de aankomst uit Spanje, de intocht in stad of dorp (later ook
het hele land), een bezoek aan school en strooi- en/of pakjesavond. Uit die
tijd stammen ook veel van onze traditionele Sint Nicolaas-liedjes. Met name
de scholen en een voor hen geschreven prentenboekje hebben daarop invloed
gehad.
Heel lang bestonden er regionaal grote verschillen in de viering van het
feest. In de steden was vooral de pakjesavond de vorm om het feest te
vieren, terwijl de gewoonte groeide dat de Sint ook zelf op bezoek kwam.
Daarbuiten werd op de avond van 5 december een schoen of klomp gezet met
iets voor het paard, waarna de volgende morgen na een spannende nacht de
Sint meestal wel 'gereden' bleek te hebben.
Aanvankelijk was Sint Nicolaas een echte kindervriend en was de viering van
zijn 'verjaardag' louter een kinderfeest. Pas tussen de twee wereldoorlogen
begonnen ook volwassenen onderling cadeautjes en surprises uit te wisselen.
Dat was overigens ook de tijd waarin de commercie Sint Nicolaas ontdekte en
hem als reclamemiddel ging inzetten.
Tegenwoordig staat de viering van het Sint Nicolaas-feest onder druk. Met
name de concurrentie met de Kerstman is groot, maar tot nu toe niet echt
moordend. Het is echter wel een strijd waarin zich ondertussen ook
verschillende actiegroepen hebben gemengd, die zich verzetten tegen een (te)
vroege komst van de Kerstman.
Terug
naar overzicht