TIJD VAN WERKEN, TIJD VAN
RUSTEN
Ze was, wat je noemt, een geslaagde
zakenvrouw. Indertijd het vwo glansrijk afgerond, met een veelbelovend
onderzoek cum laude rechten afgestudeerd en daarna vrijwel meteen een
verantwoordelijke job bij een gerenommeerd softwarebedrijf. Verschillende
managementcursussen gevolgd, flitsende carrière gemaakt en in korte tijd
opgeklommen tot sectordirecteur. Veel internationale contacten, vaak op reis
naar het buitenland voor een interessant seminar of lucratieve deal, het ene
zakendiner na het andere. Ze was een graag geziene gast in vele hotels,
waarvan ze de kamers soms beter kende dan die van haar eigen huis. Behalve
af en toe een partijtje golf, een uurtje sauna, zonnebank of bezoek aan de
schoonheidssalon, gunde ze zichzelf eigenlijk weinig vrije tijd. Een
gezellig terrasje of bioscoopje pikken met vriendinnen was er voor haar niet
bij. Om van een avondje stappen of een middagje winkelen nog maar te
zwijgen.
Haar huwelijk met Edwin was jaren geleden al
op de klippen gelopen. Ondanks een veelbelovende start konden ze elkaar vaak
maar moeilijk begrijpen en waren ze er eigenlijk niet in geslaagd om een
gezamenlijk pad naar de toekomst uit te zetten. Zo had Edwin dolgraag
kinderen gewild, maar Marloes wilde daar absoluut niet van weten. Ze was
jaloers op de brede culturele belangstelling en maatschappelijke
betrokkenheid van Edwin, zijn sportieve activiteiten, zijn uitgebreide
vriendenkring en drukke sociale leven. Zelf had ze daarvoor allemaal echt
geen tijd, vond ze. Want ze wilde een topfunctie in 'haar' bedrijf. Zo waren
ze ieder hun eigen weg gegaan en langzamerhand uit elkaar gegroeid.
Soms droomde ze er wel eens van om meer tijd
voor zichzelf te hebben. Voor het lezen van een spannend boek, een
familieweekend, een short break in een vakantiepark of gewoon een avondje
onbezorgd thuis voor de televisie. En ook tijdens haar werk kwamen deze
gedachten de laatste tijd steeds vaker op. Ze voelde hoe het drukke
zakenleven de creativiteit en het enthousiasme geleidelijk aan uit haar
wegzoog. De werkstress nam almaar toe en ze realiseerde zich dat ze in
steeds minder tijd steeds meer moest presteren. Soms had ze het gevoel
totaal geen greep meer te hebben op haar werk. Ze voelde zich opgejaagd en
merkte dat ze daardoor ook prikkelbaar werd. Marloes begon er steeds meer
naar te verlangen om even een stapje terug te doen, even te kunnen
bijtanken, de accu weer op te laden met nieuwe energie.
En volkomen onverwachts, na een niet eens zo
inspannend directie-overleg, werd het haar ineens teveel en meldde zich van
de ene op de andere dag ziek. Ze voelde zich na jaren van hard werken en
hollen uitgeput, opgebrand en vervreemd van zichzelf. De al tijden strak
gespannen veer was gebroken, het vlammetje gedoofd.
In de weken dat ze thuis op adem kwam, vond
ze beetje voor beetje het evenwicht in zichzelf terug. Langzamerhand drong
het besef tot haar door dat het leven meer is dan alleen maar werken. Ze nam
zich dan ook voor in de toekomst op het werk minder hoge eisen aan zichzelf
te stellen, eens 'nee' te zeggen tegen nog meer werk, meer zaken te
delegeren en haar tijd beter in te delen. En ze kwam er ook achter, hoe
belangrijk het was om zich op tijd te ontspannen en te proeven van de goede
dingen van het leven. Of, zoals Marloes op een dag ontdekte toen ze
toevallig op de achterkant van haar flesje Grolsch las: er is een tijd van
werken en een tijd van rusten. Waar had ze dat toch eens meer gelezen?