VITABERNA

 

 


Pastoraal atelier

Levoland 

Relimarkt

Bronnenmagazijn

 

ALS DE WIND LIGT TE RUSTEN...

De wind ligt lui in het gras te niksen. Zijn adem waait enkel wat speels tegen de klanken van het gefluit der vogels aan. Hij blaast wat uit van al het jachten en jagen van de nacht. Maar daar komt een vlieger aangerend. Hij wordt voortgetrokken aan een touwtje. Hij schiet opzij, dan weer omhoog en hup, daar stuitert hij op z'n kop over de grond heen. Maar hoog opvliegen, nee, dat doet hij niet. Het kind dat het touwtje voorttrekt denkt: "Hoe komt dat nou? Ik ben speciaal naar deze weide gekomen omdat de grote mensen zeggen dat de wind er vrij spel heeft. Hoe hard ik ook loop, mijn vlieger gaat niet op." De vlieger kan de teleurstelling niet langer aanzien en zegt: "Maar zie je dan niet, dat de wind is gaan liggen?" "Oei", zegt het kind, "excuseer me, meneer de wind, maar ik verwachte je daarboven. En nu ligt u hier languit in het gras. Ik ben vandaag speciaal voor jou naar hier gekomen. Wil jij niet met mij en met mijn vlieger spelen?" "Nee", zegt de wind, "ik lig hier goed mijn kind. Kom er maar even bij liggen. Vandaag ben ik in een zachte bui en hou ik meer van strelen. Dan lig ik zachtjes in het gras of leun ik tegen bomen, verstop me in het struikgewas of laat kinderen van mij dromen. Ik aai dan heel voorzichtig over hun hoofd en haren en dan komen er gedachten op, gedachten als gedichten. Kijk, je vlieger heeft het al begrepen en legt zich al een tijdje neer. Zijn huid trilt zachtjes onder mijn adem. Hij droomt al van ..."

Terug naar overzicht