VITABERNA

 

 


Pastoraal atelier

Levoland 

Relimarkt

Bronnenmagazijn

 

GODEN VAN DE WIND

In het pantheon van veel oude religies en culturen komen behalve regen-, vuur-, zonne-, voedsel- en andere soorten goden ook windgoden veelvuldig voor in allerlei scheppingsmythen en mythologische verhalen. De meeste van deze goden waren hoedanigheden van het almachtige en alwetende opperwezen.


ODIN, DE LUCHTGOD

Odin was een grote luchtgod. Hij reed op het achtbenige ros Sleipnir en had twee lievelingsraven, wier namen Gedachte en Herinnering betekenden. Ze vlogen door de lucht om boodschappen over te brengen van en naar de Alvader. Wodan bouwde in Sagard een groots paleis, Valhalla genaamd. De Valkuriën volgden zijn bevelen op. Het waren krachtige strijdvrouwen, die in de lucht boven de slagvelden zweefden om dode helden naar het Valhalla te halen, waar ze deel zouden uitmaken van een sterk leger om Odin tegen zijn vijanden te verdedigen.

 

ICARUS EN DAEDALUS

Icarus en zijn vader Daedalus vervaardigden zelf vleugels van veren en maakten deze met was vast aan hun armen. Op die manier wilden ze hun gevangenschap ontvluchten. Ze vlogen van Kreta naar Griekenland. Daedalus waarschuwde Icarus niet te dicht bij de zon te komen. Zijn zoon sloeg die raad in de wind en op een bepaald moment smolt de was. Daardoor stortte hij bij Samos in zee en verdronk. De zee heet nu nog steeds de Icarische zee.

 

 

BELLEROPHON EN PEGASUS

Bellerophon wilde het luchtruim beheersen. De godin Athene hielp hem een vliegend paard buit te maken: Pegasus. Met behulp van dat vliegende paard volbracht Bellerophon grootse daden, maar ten slotte werd hij te eerzuchtig. Hij probeerde naar de top van Olympus te vliegen, waar de goden woonden. Zeus, de oppergod, besloot hem een lesje te leren. Hij stuurde een horzel om Pegasus te steken, zodat het paard zou schrikken en Bellerophon af zou werpen. Pegasus bereikte de top van de Olympus en verwierf het eeuwige leven.

STERRENLAND

Veel Indianen geloofden in een Sterrenland, waar prachtige, onsterfelijke wezens woonden ver boven de aarde. Soms ontdekte een van de Sterrenmensen een dappere man of een mooie vrouw onder de sterfelijke mensen. En onder vermomming kwam die naar de aarde om hem of haar mee te nemen naar het Sterrenland. Maar het verhaal eindigde altijd hetzelfde: De Sterremensen konden met stervelingen trouwen en samen kinderen krijgen. En alles liep goed zolang ze samen in het Sterreland leefden. Maar uiteindelijk kregen de sterfelijke mensen altijd heimwee en wilden ze terug naar hun eigen land. Maar ook dan zou er niets gebeurd zijn, als ze over hun leven bij het Sterrenvolk gezwegen hadden. Ze konden nooit meer terug, wanneer ze er ook maar iets over vertelden. En die verleiding was altijd te groot.

EHECATL, DE AZTEEKSE GOD VAN DE WIND

De Azteken vereerden hun goden individueel en collectief op heilige feesten. Iedere god was verbonden met een bepaalde kompasstreek of met de centrale as van een schotelvormige aarde omringd door water.
Quetzalcoatl was in het Azteekse pantheon een oppergod die zijn oorsprong had in ouder Meso-Amerikaanse beschavingen. Hij komt in diverse andere gedaanten voor, in het bijzonder als (Yoalli) Ehecatl, de god van de (nacht)wind; maar ook als de vriendelijke god van het onderwijs en de handvaardigheden, de god van de tweelingen en als gevederde of gepluimde slang (zijn meest bekende gedaante). Ehecatl werd in verband gebracht met de vier streken van het kompas, omdat de wind blaast waarheen hij wil. Zijn tempels werden gebouwd volgens een cilindrisch plan om zo min mogelijk weerstand aan de wind te bieden. Als een van de vier scheppingsgoden speelde hij een sleutelrol in de mythe van de vier zonnen. Na de vernietiging van de vierde zon kwamen de goden bijeen in Teotihuacan. Daar sprongen Nanahuatzin en Tecciztecatl in het heilige vuur en werden ze de zon en de maan. Ze waren onbeweeglijk totdat Ehecatl hard op hen blies. Eerst bewoog alleen de zon, maar toen de zon onderging, begon ook de maan te bewegen.

SUSANO, DE JAPANSE STORMGOD

In het begin, toen de aarde nog jong was, ontstonden er drie onzichtbare goden in wat de Japanners Takamagahara noemen, de 'Hoogvlakte van de Hemel'. De oudste was Amanominakanushi-no-kami ('Heer van het Hemelcentrum'). Hij werd gevolgd door Takamimusubi en Kamimusubi. Samen met twee mindere goden vormden ze de vijf 'Afzonderlijke Hemelse Goden'. Daarna volgden nog zeven generaties 'hemelse' goden en godinnen, culminerend in het Japanse oerpaar Izanagi en zijn zus en vrouw Izanami.
Izanami baarde een groot aantal godenkinderen, onder wie berg-, boom- en windgoden. Een van hen kreeg de naam Susano, de Stormgod. In de Japanse mythologie was hij was een voortdurende bron van onrust, omdat hij met bijna iedereen die hij ontmoette in conflict kwam.

VAYOE, PERZISCHE GOD VAN LUCHT EN WIND

De oude Perzen erkenden één oppergod, Ahoera Mazda ('Wijze Heer'), de allesomvattende hemel. Tegenover hem stonden Angra Mainyoe of Ahriman, de god van de duisternis en de onvruchtbaarheid. Het leven was aldus in wezen een strijd tussen de krachten van goed en kwaad. Tussen deze twee godheden stond Vayoe, de god van de lucht en de wind.

WAKAN TANKA, HET GROTE MYSTERIE VAN DE LAKOTA

In de mythen van de prairies is het geloof in een almachtige en verre Grote Geest wijdverbreid. Hij heeft verschillende namen, bijvoorbeeld Wakan Tanka (het 'Grote Mysterie') bij de Lakota-indianen. Zijn krachten manifesteren zich in een aantal natuurgoden.
De scheppingsmythe van de Lakota verhaalt hoe de oppergoden (Zon, Hemel, Aarde en Rots) zich eenzaam voelden. Daarom schiepen ze eerst de begeleidende goden (Maan, Vallende Ster, Dondervogel en Wind). Vervolgens zorgden ze voor de schepping van de verwante goden (Twee-Benige, Bizon, Vier-Winden en Wervelwind). De vierde groep - de God-gelijken - staat in verband met de ziel, geestelijke essentie en heilige krachten (Nagi, Nagila, Niya en Sicun). De vier groepen tezamen vormen Wakan Tanka.

Terug naar overzicht