DE WIND ALS BESCHERMHEILIGE
Heel, heel lang geleden leefde in Nepal een schone prinses. Haar naam was
Sita. Sita was heel erg mooi en alle prinsen uit de naburige landen zouden
graag met haar willen trouwen en haar de koningin van hun land maken. Maar
Sita zelf wilde alleen met de dapperste prins trouwen.
Sita vroeg daarom aan de wind wie de moedigste prins onder alle prinsen
was. De wind vertelde haar dat Rama uit Ajodhya de dapperste prins in de hele
wereld was. Zo gebeurde het dat Sita en Rama trouwden. De andere prinsen en
koningen die ook graag met Sita getrouwd waren, vonden dat niet leuk maar
hadden er wel vrede mee; behalve koning Ravan.
Ravan was de machtige koning van het eiland Lanka. Hij was heel erg
teleurgesteld dat hij Sita niet naar zijn eiland kon meenemen; zo erg zelfs
dat hij zich wilde wreken. Hij beraamde een plan om Sita te ontvoeren.
Ravan stuurde er spionnen op uit om stiekem te kijken wanneer Sita uit haar
paleis kwam en waar zij dan heen ging. Maar het lukte hem niet haar te
benaderen.
Na enkele jaren werd het tijd dat prins Rama zijn vader zou opvolgen en
zelf koning van Ajodhya zou worden. Maar daarvoor moest Rama eerst door het
land gaan en alles goed bekijken. Hij moest weten hoe het land er bij lag, hoe
de mensen leefden en welke noden er nog waren. Om een goede koning te zijn
moest hij dat alles en nog veel meer weten. Sita ging met hem mee, want zij
zou immers de koningin worden. Ravan hoorde van deze reis van Rama en Sita en
hij kwam dichterbij.
Op zekere dag wandelden Rama en Sita door een bos en kwamen ze op een
idyllische plek terecht. Het was daar erg koel; de wind blies zachtjes en de
vogels floten dat het een lieve lust was. Sita was ondertussen ook wel een
beetje moe geworden van de reis en zij besloot onder een afdak van bladeren in
het bos uit te rusten. Rama was even weg om de buurt te verkennen.
Al die tijd lag Ravan op de loer. Nu zag hij zijn kans schoon. Hij kwam uit
zijn schuilplaats, pakte Sita beet, bond haar mond vast zodat zij niet om kon
hulp kon roepen en ontvoerde haar. Hij nam haar mee naar zijn eiland Lanka.
Toen Rama terug kwam, vond hij Sita niet. Hij zocht haar overal, maar kon
haar nergens vinden. Er was ook geen spoor van haar te bekennen, want Ravan
had haar opgetild en door de lucht ontvoerd, zodat er geen voetsporen van Sita
op de grond waren te zien. Rama wist daardoor ook niet in welke richting hij
haar moest gaan zoeken. Er was ook niemand in de buurt aan wie hij iets kon
vragen. Rama maakte zich ongerust en hij had ook verdriet, want hij hield heel
veel van Sita. Hij vroeg aan de bomen in het bos of die misschien wisten waar
Sita was. Maar de bomen gaven geen antwoord. Toen vroeg hij het aan de wind;
en de wind fluisterde in zijn oren dat Sita door Ravan naar Lanka was
meegenomen. Rama was opgelucht, maar nog niet gerust. Hij maakte zich nog
zorgen over Sita.
Rama begon te lopen in de richting van Lanka, maar wist nog niet precies
hoe hij op het eiland zou komen. In een volgend plaatsje kwam hij Hanoeman
tegen. Hanoeman was een bijzondere persoon. Toen zijn moeder van hem in
verwachting was, had zij heel lang buiten in weer en wind zitten mediteren.
Als beloning daarvoor had een geheimzinnige stem haar beloofd dat zij een zoon
zou krijgen. Zijn naam zou Hanoeman zijn en hij zou de kracht van de wind
hebben. Hij zou zich op de wind kunnen verplaatsen en overal gaan waar hij
maar wilde.
Hanoeman vroeg aan de vreemdeling in zijn stad wie deze wel was en waarom
hij zo droevig keek. Toen vertelde Rama over de verdwijning van Sita, dat zij
waarschijnlijk op Lanka door koning Ravan werd vastgehouden en dat hij niet
wist hoe hij bij haar kon komen. Toen Hanoeman dat hoorde, dacht hij even na
en zei tenslotte bemoedigend tegen Rama: "Ik zal je wel helpen".
"Hoe dan?" vroeg Rama verheugd. "Ik kan met de wind mee
vliegen, overal waar ik naar toe wil. Ik zal naar Lanka gaan en uitzoeken waar
Sita is." Rama was heel erg blij met dit aanbod en hij vroeg Hanoeman dat
maar te doen.
Hanoeman vloog op de wind en kwam bij het paleis van koning Ravan op het
eiland Lanka aan. Hij keek en zocht overal, maar kon Sita nergens vinden. Toen
vroeg hij de wind om voor hem uit te kijken waar Sita was; en de wind wist dat
wel. Sita werd vastgehouden in een tuinhof waar niet iedereen mocht komen. De
tuin en Sita werden goed bewaakt. Maar Hanoeman wist met de hulp van de wind
wel in deze tuin te komen. Daar zag hij Sita zitten. Niemand mocht hem
natuurlijk zien, anders werd ook hij gevangen genomen. Toen fluisterde
Hanoeman iets en de wind nam het bericht mee naar Sita. Hij zei:
"Prinses, houd moed, Rama is onderweg om je te redden."
Sita was heel erg blij om iets van Rama te vernemen en zij keek verrast om
zich heen wie de boodschap bracht. Zij zag Hanoeman in een boom zitten. Zij
kende hem niet, maar begreep wel dat hij de boodschap bracht. Sita gaf
Hanoeman een teken dat zij het bericht begrepen had.
Hanoeman vloog op de wind terug naar Rama en vertelde hem waar Sita werd
vastgehouden. Toen staken zij de zee over om Sita te bevrijden.
Koning Ravan kreeg van zijn spionnen te horen dat Rama op zijn eiland was
en gewapend ging hij hem tegemoet. Er ontbrandde een gevecht tussen Ravan en
Rama dat dagen duurde. Rama was behendiger dan Ravan, maar Ravan was veel
sterker. Daardoor kon geen van beiden de andere verslaan. Toen fluisterde de
wind in de oren van Rama dat hij Ravan in zijn navel moest raken, want daar
was zijn zwakke plek. Toen Rama dat geheim eenmaal wist, schoot hij een pijl
af die Ravan in zijn navel trof en deze viel neer op de grond. Ravan gaf zich
gewonnen. Rama bevrijdde daarna Sita uit de tuin van het hof.
Hanoeman vloog met Rama en Sita op zijn schouders op de wind terug naar hun
paleis in Ajodhya. Daar maakte iedereen zich al zorgen waar het tweetal zo
lang wegbleef; want het was de hoogste tijd dat Rama de koning van het land
werd.
Uiteraard was iedereen blij met hun komst. Rama werd tot koning gekroond en
Sita werd natuurlijk de koningin. Beiden regeerden het land zo goed dat
iedereen in het rijk zich gelukkig voelde. Hanoeman kreeg in het paleis een
ereplaats en tot nu toe wordt de wind samen met Hanoeman vereerd als een
beschermheilige.
Terug naar
overzicht