BIJ DE TIJD
Mijn klok zegt:
"Tempus fugit"1,
omdat zij er op toeziet
dat wij ons niet vermoeien
met almaar tijd verknoeien.
Dat tijd een gave
Gods is,
van ons behoud de rots is,
dat zou wel kunnen wezen
voor nu en voor na dezen.
Want aan het eind der tijden
wacht ons eeuwig verblijden,
of enkel eeuwig rusten:
ook dát zal ons wel lusten2.
Dus gaan wij met vertrouwen,
we hoeven niet te douwen,
we worden meegenomen:
wat komt, dat moge komen.
Wij mogen met tijd
meegaan
totdat wij van hier heengaan.
Wát er van ons zal worden:
't komt allemaal in orde.
1 tempus fugit = de tijd
vliedt heen
2 'dat lust ons'= dat bevalt ons
Terug naar
overzicht