doopviering 7
DE GODDELIJKE DIEPTE VAN
HET LEVEN
MUZIEK
WELKOM
(ouders)
Vandaag staan we hier met ons geluk verlegen Heer, omdat u ons nieuw
leven hebt
geschonken. Wij danken u omdat we met degenen die ons lief zijn dit hier
kunnen vieren.
We willen <naam kind> vandaag op een spoor zetten waarop onze trein
ook rijdt. We nemen
hem/haar mee in onze trein, omdat we ons daar gelukkig in voelen. Dat is
geen noodlot voor
hem/haar, hij/zij komt niet terecht op een bestemming die hij persé niet
wil. Onze trein is geen
sneltrein; er is mogelijkheid genoeg om overal uit te stappen en rustig zich
te overtuigen of het
voor hem/haar óók het goede spoor is.
LIED
Kom als je kan in de zilveren trein,
’t is niet zo groot, maar je kunt er nog bij.
Je hoeft er geen koning of held voor te zijn,
want er is nog een plaats voor je vrij.
Vergeet je bagage, je geld en je naam,
leg alles naast je en laat je maar gaan.
Doe wat je wilt, je bent vogelvrij,
en het doel van de reis dat ben jij.
Kijk uit het raam, voel je de kleuren,
zie je geluiden, hoor je de geuren
alles wordt anders, dit is het grote moment.
Als je het wilt, bestaat er geen later,
als je het wilt, is er vuur in het water.
Als je vergeet wie je was en weet wie je bent.
Kom als je kan in de zilveren trein,
wacht niet te lang, anders gaat ie voorbij.
Je hoeft er geen koning of held voor te zijn,
want er is nog een plaats voor je vrij.
Je gaat nergens heen, je komt nergens vandaan,
stap nu maar in en laat je maar gaan.
Er is niets wat je bindt, je bent vogelvrij,
en het doel van de reis dat ben jij.
De zilveren trein, gaat alles voorbij,
je bent vogelvrij, je bent vogelvrij.
(voorganger)
Zo oud als de kerk is, zolang zijn christenen bij elkaar gekomen om
samen de doop te vieren.
Ook wij zijn vandaag hier voor de bediening van doop en water.
Water is de bron van leven. In water vindt alles wat leeft zijn ontstaan;
zonder water gaat alles
dood. Waar water is, zet het leven zich voort, generatie na generatie,
almaar door. Als wij onze
kinderen met water dopen, zeggen we: wij gunnen jou leven, wij willen jou
redden van de dood,
wees een van ons, jij bent de belofte van God, Hij geve je eeuwig leven.
GEDICHT
(Emmanuël Dobbelaere, Een kind)
Een kind,
grote ogen open naar morgen,
alles ontvangend
in openheid voor de wereld.
Een kind,
gewoon zijn wat het is,
zoekend en vragen stellend,
verwonderd en blij gelovend.
Een kind,
vallen en huilen,
opstaan en blij verder pogen,
gaan naar wat lokt,
hindernissen onbekend.
Een kind,
wederlach om een lach,
blijheid om liefde,
geluk om genegenheid.
Een kind,
mensen verenigend,
opnieuw verstaanbaar makend
dat het leven schoon
en waardevol is,
de moeite waard om geleefd te worden
in openheid en eenvoud van hart.
LIED
Sjaloom voor al wat leeft
sjaloom voor al wat adem heeft
de merel in zijn avondlied
de mens die straks de ochtend ziet
en voortzegt wat het is:
een vogel, een vis.
Sjaloom voor wolf en lam
sjaloom maakt alle wilde dieren tam
een kind, dat leeuw en ezel leidt
een mens die voortaan oorlog mijdt
en voortzegt wat het is:
een vogel, een vis.
Sjaloom voor mens en dier
sjaloom dan is de aarde hier
een paradijs voor jou en mij
waar ieder vrede vindt als hij
steeds voortzegt wat het is:
een vogel, een vis.
NIETS IS ZONDER ZIN
Je ogen, <naam kind>, zijn voor het licht,
voor het groen van de lente
voor het wit van de sneeuw,
voor het grijs van de wolken
en voor het blauw van de lucht,
voor de sterren in de nacht
en voor het ongelooflijk wonder
van zoveel unieke mensen om je heen.
Je mond is voor het woord,
voor elk goed woord
waar een ander op wacht.
Je lippen zijn voor een kus
en je handen voor de zachtheid,
de tederheid, voor de troost,.
Je voeten zijn voor de weg naar de ander.
Je hart is voor de liefde,
voor de warmte, voor hen die je nodig hebben.
Je lichaam is om anderen nabij te zijn.
Alles in jou, <naam kind>, heeft zijn diepe betekenis.
Je zult veel te vragen hebben, <naam kind>.
Als je naar God vraagt, zullen we je wijzen
op de goede mensen om je heen en op het wonder van de hele natuur.
Als je vraagt waar je vandaan komt, zullen we zeggen
dat je uit liefde geboren bent.
Waarschijnlijk zul je ons eenmaal verlaten,
om je eigen weg te gaan en dat is ook goed.
We weten dat al wat we voor je doen voorlopig is.
Je hoeft niet te worden als wij,
jij bent uniek, jij bent een wonder!
LIED
Ga mee de wijde wereld in,
kom kijken, kom kijken,
hoe alles was in het begin,
kom kijken, kom kijken,
de bloemen en de bomen,
wij komen, wij komen,
en vijf konijntjes dromen,
wij komen, wij komen.
De aarde is ons paradijs,
kom spelen, kom spelen,
voor dieren en voor mensen wijs,
kom spelen, kom spelen,
de zon, de sneeuw en regen
kom tegen, kom tegen,
de vogels hoog gestegen,
\kom tegen, kom tegen.
Wij danken God die alles schiep,
wij danken, wij danken,
ons allemaal in ’t leven riep,
wij danken, wij danken,
met alle mensen samen,
wij samen, wij samen,
zolang wij leven, amen,
ja amen, ja amen.
BELOFTEN
(ouders)
Wij houden je nu ten doop, <naam kind>, omdat wij je het beste
willen geven. Wij geloven in het
goede en door je te dopen, erkennen wij dat God met ons leven en dat van jou
te maken heeft.
Wij willen niet, dat je alleen blijft, maar dat je je evenals wij, opgenomen
voelt in een grotere
groep.
Je bent aan ons toevertrouwd, <naam kind>. We weten dat wij vaak te
kort schieten maar wij
durven dit risico aan en voelen ons gesteund door al die mensen die geloven
dat God een
Vader is en dat wij kunnen leven in de Geest van zijn Zoon. Samen staan wij
achter jou.
Vanuit dit geloof beloven wij een goede vader en moeder voor jou te zijn.
(voorganger)
Kom en blijf naar <naam kind> staan. Trek met hem/haar op, houd
zijn/haar hoofd boven water,
leg woorden in zijn mond, die getuigen van vrede. Kortom, willen jullie,
samen met de ouders de
eersten zijn om ervoor te zorgen dat dit kind de warmte van
medemenselijkheid ervaart?
(peter en meter)
Ja, dat willen wij.
(voorganger)
Nu we de bereidheid hebben uitgesproken om <naam kind> voor te
gaan op de weg van het
licht, mag ik jullie vragen om de rechterhand boven <naam kind> uit te
strekken.
(allen samen)
God, laat dit kind groot en krachtig worden in onze soms harde wereld.
Bescherm <naam kind>
tegen verkeerde invloeden. Laat hem proeven en ervaren, dat Gij uw reddende
hand terugtrekt.
Geef dat wij die deze wereld maken <naam kind> voor mogen gaan in
alles wat zuiver is en
waar. Laat hem/haar opgroeien als uw kind, onbezorgd en blij, het kwade
overwinnend door het
goede, onder de hoede van Uw machtige hand. Amen.
(voorganger)
Nu wij <naam kind> gaan opnemen in die gemeenschap van Jezus
Christus, willen wij samen
ons geloof uitspreken.
(allen samen)
Ik geloof in een God die de wereld niet volmaakt geschapen heeft, als
iets dat altijd zo moet
blijven. Die niet regeert volgens de orde van armen en rijken, mensen die
alles weten en
mensen die nergens van op de hoogte zijn: heersers en uitgebuiten.
Ik geloof in een God die vraagt om het wederwoord van de levende mens. Ik
geloof in Jezus
Christus die opstaat in ons leven, zodat wij vrij worden van vooroordelen en
aanmatiging, van
angst en haat.
Ik geloof in de Geest, die met Jezus in de wereld is gekomen, in de
gemeenschap van alle
volkeren en in onze verantwoordelijkheid voor wat uit deze aarde worden zal:
een dal vol
ellende, honger en geweld, óf een stad van God.
Ik geloof in de rechtvaardige vrede die te stichten is, in de mogelijkheid
van een zinvol leven
voor alle mensen en in de toekomst van de wereld van God. Amen.
NAAMGEVING EN INSCHRIJVING
(voorganger)
Bij de doop krijgt <naam kind> de volgende namen:
<doopnamen>.
DOOP MET WATER
(voorganger)
<Naam kind>, je hebt negen maanden in water gelegen; na het breken
van de vliezen werd je
geboren. Je wordt helemaal enthousiast in het bad, je slaat met je handjes
op het water, zodat ’t
lekker spat. <Naam kind>, je kwam tot leven in water, water is de bron
van alle leven. In water
vindt alles wat leeft zijn ontstaan, zonder water was er geen leven.
God, zegen dit water dat we gaan gebruiken om <naam kind> te dopen.
Geef dat hij/zij door de
doop met water een levengevend mens mag worden naar het voorbeeld dat u ons
heeft
voorgeleefd in Jezus, uw Zoon. Amen.
<Naam kind>, ik doop je in de naam van
de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
<Naam kind>, ik zalf je met de Geest van Jezus Christus zodat je mag
aanslaan bij God en bij
de mensen. Ik zalf je voorhoofd opdat je het goede mag denken en doen. Ik
zalf je ogen opdat
je oog mag hebben voor al het moois in de wereld en dat je het mag
waarderen. Ik zalf je oren
opdat je een open oor mag hebben voor alles wat het leven vraagt. Ik zalf je
mond opdat je mag
blijven lachen van vreugde en lieve woorden mag spreken en mag troosten. Ik
zalf je handen
opdat je ze mag gebruiken om God tastbaar te maken in deze wereld. Ik zalf
je voeten opdat je
daar mag gaan waar het goed is om te wonen en opdat je in de voetstappen mag
gaan van
Jezus, de weg ten leven.
<Naam kind>, ik neem deze doopkaars in
mijn hand en steek hem aan. Zie dit vuur dat licht
uitstraalt en voel dat het warmte geeft.
(allen)
God, geef dat er in <naam kind> steeds meer licht dan duisternis
is. Laat hem/haar liefde en
warmte uitstralen.
(voorganger)
Ik geef je deze bloem, omdat we hopen dat <naam kind> het leven in
zal gaan als in een tuin,
waarin altijd meer bloemen zullen zijn dan stokken en geweren. Leer hem/haar
van de
wonderen van het leven genieten, ze waarderen en leer hem/haar geloven in
het leven zelf.
MUZIEK
VOORBEDE
MARIA
(samen)
Maria, als moeder van Jezus verstaat u wat het wil zeggen om nieuw leven
te ervaren en zich
te verheugen over de geboorte van een kind. U verstaat ook de zorg en
verantwoordelijkheid
die dat met zich meebrengt. Als moeder van Jezus bent u ook de moeder van
ons allen die in
hem geloven. Bescherm <naam kind> tegen alles wat kwaad is en laat
hem/har uitgroeien tot
een volgeling van uw zoon. Amen.
SLOT
(voorganger)
Laten we dan in vrede naar huis gaan. Mogen jullie en allen die hier
zijn gelukkig zijn met
elkaar. En moge de Geest van Jezus heersen in uw huis en zijn vreugde wonen
in uw gezin.
Amen.