HUWELIJKSLITURGIE:
TEKSTEN EN GEDICHTEN
De
beide handen
Gelukkig met jou
Gewoon samen leven
Huwelijk
Ik hou van jou
Je kunt niet leven zonder
iemand
Liefde voor elkaar
Open
De trouwkaars
Twee dauwdruppels
Twee mensen
Visie op het huwelijk
Voor jou
Voor mij is er maar een
Vriendschap
Wie de liefde heeft
Wij
DE
BEIDE HANDEN
Eens zei de kleine hand tegen de grote
hand: "Jij, grote hand, ik heb je nodig, zoals de bloem zich omhoog
slingert langs het hout dat haar steun geeft. Ik heb je kracht en ervaring
nodig met alle dingen die jij doet. Ik zou van je willen leren hoe men het
zwakkere in veiligheid brengt, koestert en beschermt, de jonge vogel, die
uit het nest viel, en de schepselen die aan ons mensen zijn toevertrouwd,
hoe men struikelenden opvangt en de angstige moed geeft, hoe met het onrecht
afweert en voor het noodzakelijke instaat. Ik vraag je, of ik me argeloos
tot je mag wenden en dat je na tijden van werken en moeite met me zult
spelen en het leven zich opent dat ons gezamenlijk is geschonken."
En de grote hand zei tegen de kleine hand: "Jij, kleine hand, ik heb je
nodig opdat ik na de haast en drukte van elke dag eens kan uitrusten en
bevrijd zijn en feest vieren, overgegeven aan zon en wind. Ik zou van je
willen leren, het zo lang vergeten vertrouwen: er is iemand die van me houdt
en me leidt en begeleidt. Met jou zou ik weer willen proberen te bidden, me
vragend aan hem overgeven in wiens trouw we allen geborgen zijn, ook de
twijfelaars. Ik vraag je: als ik gespannen ben, boos of vertwijfeld, moe en
mat van de nederlagen van de dag, wees bij me zoals nu, eenvoudig
toegestoken en open, dat mijn schaduwen worden verdreven door het licht. Jij
kleine hand, toon mij steeds weer het wonder, dat we allen onuitsprekelijk
geliefd zijn".
GELUKKIG
MET JOU...
Ik ben gelukkig met onze vriendschap,
het geluk dat ik samen met je voel.
Ik ben tevreden met je glimlach,
als je begrijpt wat ik bedoel.
Ik ben gelukkig met je blijdschap,
en ook het verdriet dat ik met je deel.
Alle liefde die ik bij je vind,
het is niets te weinig, niets te veel.
GEWOON
SAMENLEVEN
gewoon samen leven
geen dingen die niet gaan
alleen maar dit te weten
samen kunnen wij het aan
wij willen samen verder gaan
ons bundelen tot iets krachtigs
bijna het mooiste wat er is
de liefde, zoiets prachtigs!
HUWELIJK
Een huwelijk is een avontuur.
Twee mensen die op wacht staan bij elkaars eenzaamheid. Waakzaam, attent.
Een huwelijk is met open handen en open hart klaar staan voor de ander.
Het is vrijheid in gebondenheid. Jezelf zijn door en voor de ander.
Een huwelijk is leven met het mysterie van de andere mens.
Het is ‘ja’ zeggen, te pas en te onpas, door dik en dun.
Een huwelijk wordt gesloten, zegt men. Een huwelijk wordt geopend, is meer
waar.
Het is een proces, een groeiproces, een steeds weer opnieuw en beter
proberen.
Een huwelijk is niet: ‘nu ben jij van mij’, maar ‘nu ben ik er voor
jou’.
Het is een ontdekkingstocht naar de ander.
Een huwelijk is jezelf binden in een wereld die ongebondenheid nastreeft.
Een huwelijk is zeggen dat de ander alles is, zeggen dat het leven te groot
is voor de mens alleen, kiezen voor samen zijn.
IK
HOU VAN JOU
Zeggen "Ik hou van jou" is gemakkelijk.
heel anders wordt het als je elke dag opnieuw durft te beginnen.
Echt houden van elkaar is trachten te
doen wat je mond zegt.
Het is je vrouw, je man elke morgen een
nieuwe kans geven.
Altijd terug in elkaar geloven.
Steeds weer enthousiast kunnen worden over
de mensen en de taal der kleine dingen leren verstaan.
Het is dankbaar antwoorden op attenties waaraan anderen voorbijgaan.
Naar haar luisteren, alsof je haar voor
het eerst hoorde praten.
Glimlachen om zijn vragende blik en blij verwonderd blijven over handen die
willen strelen.
JE BENT GEWOON
Je bent gewoon een mens
dat is: een warm en onontwarbaar wezen
en toch kun je gebeuren als een wonder.
want ik heb je geroepen in mijn slaap
ik riep je liefde
door eigen honger
in de eigen stem ontwaakt
zag ik: ik heb je niet gedroomd
hier ben je
je bestaat
ik heb je liefgehad
dat is de nacht
ik heb je lief
ik heb je niet bedacht
(Ellen Warmond)
JE
KUNT NIET LEVEN ZONDER IEMAND...
Je kunt niet leven zonder iemand, die
van je houdt, die je de moeite waard vindt, die je een plaats geeft in je
gevoelsleven, iemand aan wie je je van tijd tot tijd kunt toevertrouwen, die
bezorgd voor je is en bij je altijd welkom bent.
Je ontmoet vele mensen in je leven, maar er zijn bepaalde mensen die in je
leven binnenkomen, die in je eigen leven binnen groeien, die familie van je
worden. Het is een genade, een zegen, als dit goede mensen zijn, mensen bij
wie je geborgen bent, bij wie je thuis bent met je hart. Zonder zulke mensen
om je heen wordt je leven dor en ondraaglijk.
Begrijp je hoe afschuwelijk het moet zijn, als je in je leven nooit één
mens ontmoet, die spontaan zijn armen voor je opent?
LIEFDE VOOR ELKAAR
Er zijn veel momenten in je leven
die je wilt delen met anderen. Momenten van vreugde, verdriet, zorgen en
momenten van gewone alledaagse dingen.
Er zijn veel momenten in je leven die wilt delen: zorgen en momenten van
alledaagse dingen. Elke dag honderden mensen die je tegen het lijf loopt,
maar slecht enkelen ervan noem je vrienden. Honderden mensen die je nodig
hebt om te kunnen leven en te werken. Vrienden die je nodig hebt om mee te
kunnen lachen en praten, die jouw idealen kennen, mensen om jouw leven mee
te delen.
Maar dan opeens merk je dat er één is, die meer voor je is dan een gewone
vriend. Dat er één is, die meer voor je betekent dan wie dan ook. Het is
een gevoel dat je niet kunt omschrijven. Je weet dat het iets te maken heeft
met fijn samen kunnen praten, samen aan je idealen werken. Het heeft iets te
maken met eerlijk zijn tegenover elkaar. Met elkaar vertrouwen, jezelf
kunnen zijn. En je voelt dat het meer is dan dat.
Je leert elkaars goede kanten waarderen, elkaars fouten te accepteren. En
dan zie je het in zijn ogen, je hoort het aan haar stem, je voelt het door
elkaars handen. Het is de liefde die je voor elkaar voelt.
Jouw idealen worden jullie idealen, jouw zorgen worden jullie zorgen. Jouw
vrije tijd wordt jullie vrije tijd, jouw geluk wordt jullie geluk. Je weet
dat je niet meer alleen staat. Jouw leven wordt jullie leven, niet meer van
elkaar weg te denken.
OPEN
Eens was er een jonge vrouw. Op de vooravond van haar huwelijk stond ze bij
haar moeder en keek naar de zon die over het strand onderging in volle zee.
Toen vroeg ze aan haar moeder: "Moeder, mijn vader houdt van je en is
je altijd trouw gebleven. Wat moet ik doen opdat mijn man mij steeds meer
zal beminnen?"
De moeder zweeg en dacht even na. Toen bukte ze zich en vulde elke hand met
zand. Zo kwam ze bij haar dochter staan. Zonder verder iets te zeggen,
knelde zij de vingers van één hand steeds sterker in het zand. Het zand
glipte er uit. Hoe krampachtiger zij haar hand balde, hoe sneller het zand
er uit gleed. Toen zij haar hand opende, kleefden nog slechts enkele
vochtige korrels aan haar handpalm.
Maar haar andere hand had de moeder open gehouden als een kleine schaal.
Daar bleven de zandkorrels liggen. Ze schitterden steeds heerlijker in het
licht van de late zon.
DE
TROUWKAARS
Steek op je trouwdag een kaars aan: ze is
een lichtend symbool.
Na jaren herinnert ze je nog aan wat je beloofd hebt.
De trouwkaars fluistert dit in je oor:
ik heb het gezien, mijn kleine vlam was erbij
toen jullie elkaar de hand gaven en elkaar je
hart schonken.
Ik ben meer dan zomaar een kaars;
ik ben een stille getuige in het huis van jullie liefde
en ik blijf bij jullie wonen.
Steek mij aan als bij jullie de vreugde niet op kan,
of als er aan de horizon van jullie leven een andere prachtige ster
verschijnt.
Steek mij aan als het donker wordt,
als het in je leven gaat stormen, als je ruzie krijgt,
als jullie stilzwijgend ergens onder lijden.
Ja, steek mij dan aan.
Steek mij aan als je de eerste stap moet zetten maar je weet niet hoe,
als je dingen met elkaar moet uitpraten, maar geen woorden vindt.
Als je elkaar zou willen omhelzen, maar je armen als verlamd aanvoelen.
Ja, steek mij dan aan.
Mijn klein lichtje is voor jullie een duidelijk teken.
Het spreekt zijn eigen taal, die door iedereen wordt begrepen.
Ik ben jullie trouwkaars, ik mag jullie graag.
Laat me branden zolang dat nodig is,
totdat jullie me samen, wang aan wang,
weer kunnen uitblazen.
Dan zeg ik dankbaar: "Tot de volgende keer".
TWEE
DAUWDRUPPELS
Ze hingen samen aan een takje.
Een en al oog voor elkaar.
Twee druppels water in de vroege morgen.
Onverwacht geboren in de lentenacht en vlug volwassen hadden zij elkaar
ontdekt bij het opkomen van de zon.
"Wat ben je mooi", zei de een.
"En jij", zei de ander, "zo helder. Je lijkt wel
zonneschijn".
"En jij, je straalt."
De dauwdruppels beefden even van ontroering.
Heel even…
Toen werd daaronder een zwerver wakker uit zijn dodenslaap.
"Ik heb dorst", kreunde hij.
"God, wat heb ik een dorst".
De twee druppels keken elkaar aan.
"Jij hangt het dichtst bij", zei de een. "Jij
zou…".
Maar de ander had zichzelf al losgelaten. Hij
verdween in de koortsige mond, wijd open daaronder.
De dauwdruppel hing alleen.
Er kwam een wolk voor de zon, en
hij werd helemaal zwart.
Hij huiverde en voelde zich eenzaam en koud.
Toen schudde een windvlaag hem los.
Hij viel te pletter op een steen.
Niets is er van hem overgebleven.
Niets.
(Omer Gielliet)
TWEE
MENSEN
Twee mensen die van elkaar houden…
het valt bijna niet meer op, we beschouwen het vaak als heel gewoon.
We staan er niet meer bij stil dat het iets wonderlijks is in een wereld,
waarin iedereen vecht voor zijn eigen leven.
Twee mensen die elkaar het mooiste van de wereld wensen, die
in geloof en trouw de toekomst ingaan als man en vrouw: samen
leven – één hart, samen delen –
leed en smart.
Twee mensen die zo met elkaar omgaan, dat
zij steeds zichzelf kunnen worden en toch één zijn.
Die samen weten: hier hoor ik thuis,
samen wonen wij in dat huis.
Twee mensen die samen in een spiegel van geluk kijken; die samen waarmaken
dat begrip hun leven zal verrijken.
Die elkaar ‘mens’ maken, man en vrouw voor elkaar.
Die samen weten van liefde en trouw en die zeker weten: ik hoor bij jou!
VISIE
OP HET HUWELIJK
De relatie tussen man en vrouw in het
huwelijk kun je niet uitdrukken in een zwart-wit tekening. Je zou haar
kunnen zien als een machtige, steeds groeiende waterverftekening, waar vele
kleuren samenspelen, vaak in elkaar overvloeien. Soms bestraald door licht
van een wereldwijd, open venster, dan weer door het kaarslicht van
intimiteit…
Lentegroen voor pril, zorgeloos samenzijn. Wolkjes grijs voor
teleurstellingen in elkaar. Spettertjes geel voor jaloezietjes. Tinten, als
van stralende diamanten voor het samen beleven van de geboorte van een kind.
Gouden vreugde over de ontplooiing van een kind gaandeweg gemengd met de
rode pijn van het weer los te moeten laten.
Paars met goud gemengd voor samen doorworstelde zorgen, maar ook
donkerbruine broedende grieven… Het mistkille wit van eenzaamheid,
nachtzwarte conflicten, als vervreemding, als een kloof tussen beiden staat,
uitvloeiend toch in beloftevolle dageraadstinten als liefde weer een brug
geslagen heeft.
Zomerblauwe, samen beleefde geluksmomenten, de onzegbare warme gloed van
samen de liefde beleven.
Alles verbonden door de steeds weer op te nemen lijn: het geven en nemen,
zich geven en de ander ontvangen, van daaruit samen geven aan anderen.
Iedere relatie heeft zijn eigen kleuren en nuancen, zijn eigen, unieke
waterverftekening. Iedere dag vraagt opnieuw wederzijds inspanning om haar
uit te doen groeien tot een harmonieus geheel.
VOOR JOU
voor jou zal ik vechten
omdat ik van je houd
voor jou al ik bidden
opdat ik je behoud
jij bent mijn leven
mijn lief en mijn leed
op jou wil ik bouwen
jou wil ik vertrouwen
aan jou wil ik mij geven
om samen verder te leven
VOOR
MIJ IS ER MAAR ÉÉN
Een keer moet het begin zijn. Of je het
nu wilt of niet.
Een keer moet je bereiken, wat je in de verte ziet.
Een keer moet je kiezen, uit alles om je heen.
Een keer moet je zeggen: "Voor mij is er maar een".
Een partner om van te houden, een hart waarvoor je vecht.
Een plaats om thuis te komen, een thuis… maar dan ook echt!
Het klinkt misschien kortzichtig met al die inspraak om je heen.
Toch is het goed om te zeggen: "Voor mij is er maar een".
VRIENDSCHAP
Wanneer je iemand ontmoet in je leven,
tegen wie je alles kunt zeggen,
die naar je luisteren kan,
op wie je kunt rekenen,
iemand die je begrijpt,
zonder dat je alles met woorden hoeft te brengen.
iemand die je zorgen, je vreugde en je leven deelt:
als je zo iemand ontmoet, heb je een vriend.
Vriendschap is als een prisma met vele kleuren.
Je kunt uren praten, uren zwijgen.
Een glimlach, een knipoog, een handdruk,
en zelfs een traan, vertellen een heel verhaal.
Vriendschap geeft kleur aan je leven.
Ze is frisgroen als de lente, goudgeel als de zomer,
bruin als de herfst, wit als de winter.
Wie een vriend heeft gevonden,
heeft een kostbaar geschenk gekregen.
Vriendschap zegt: ‘Ik ben blij dat je er bent.
Ik aanvaard je zoals je bent.’
Vriendschap doet je dromen, maakt je gelukkig.
Vriendschap doet je houden van mensen en dingen van het leven,
van bloemen en bomen, van bergen en zee.
Het geluk van de vriendschap vind je soms geheel onverwachts.
Ze kan beginnen op een dag dat je voor het eerst
je gedachten met iemand deelt.
Je weet wanneer ze er is,
omdat je ineens niet meer alleen bent.
Echte vriendschap woont de rest van je leven in je hart.
Wie de liefde heeft…
Het is heerlijk een mens te zijn, te leven.
Gewoon mens te zijn, naar de lucht te kijken, naar de zon, naar de bloemen
en in de nacht naar de sterren.
Naar kinderen kijken, lachen, spelen, liefhebben, dromen, tevreden zijn: een
dagelijks feest.
WIE
DE LIEFDE HEEFT
De zon is voor velen de gewoonste zaak van de wereld; toch doet ze elke dag
een wonder: ze steekt het licht en het vuur voor ons aan. Ze vecht tegen de
wolken om ons te zien, om ons een mooie dag te schenken. Doven we de zon,
dan zitten we in de duisternis en ijzige kou.
Zo is het ook met de liefde. De liefde is als de zon. Gaat de liefde op in
ons leven, dan brengt ze licht en warmte, een open deur, een gastvrije
woning, een hart dat kan geven en delen. Wie de liefde heeft, leeft voor de
ander.
WIJ
In het begin bezaten we nog maar een miniem stukje gemeenschappelijk leven;
een uur, een dag, later een maand. Ik rolde me in elkaar in dat kleine, te
nauwe verleden. Ik wist dat het groter zou worden, maar we spraken er niet
over. We hadden onze elans en onze terughoudendheden. We handhaafden onze
reserves, ieder van ons bestudeerde de ander, en zocht naar de betekenis van
een woord. "Men" of ook wel "je" diende ons als overgang
tussen "ik" en "wij". We gebruikten deze woorden vaak.
Op zekere dag dook "Wij" op, als bij toeval gezegd. Daarna werd
het weer verworpen. Ongetwijfeld waren we er nog niet aan toe. Later werd
"men" uitzondering.
We begonnen ons leven op te bouwen, en vanaf het ogenblik dat we dit
aanvaardden en erkenden, begrepen we dat we dit allang gewenst hadden.
Opeens waren we honderden ogenblikken, honderden samen beleefde
gebeurtenissen rijk, die we in onze herinneringen bewaard hadden, omdat ze
ons tot elkaar gebracht hadden.
(uit Anne Philipe, Niet meer dan een ademtocht)