VITABERNA

 

 


Pastoraal atelier

Levoland  Relimarkt Bronnenmagazijn
 

TROUW VANAF HET BEGIN
Genesis 2, 18-24 - Marcus 10, 2-12

Overweging woco- viering St. Caeciliaparochie Berkel-ENschot, 7-8 oktober 2006

Sjoerd is een manneke van een jaar of zes. Op de vraag wat hij morgen gaat doen, antwoordt hij: "Morgen ga ik naar mijn tante, die is gescheiden." "Gescheiden?" "Ja, ze is niet meer bij ome Kees." "Dan zal je tante wel verdrietig zijn". "Nee hoor", zegt Sjoerd, "nu niet meer. Maar toen ome Kees er nog was, had ze wél vaak verdriet. Want die was niet zo lief voor haar, zegt papa." "Heeft je tante ook kinderen?" "Ja, twee kinderen. Nou is ze tenminste niet alleen. En het zijn mijn neefjes, met wie ik morgen spelletjes op de computer ga spelen." Sjoerd maakt een eind aan het gesprek door zijn schouders op te halen en te constateren: "Ik weet nog niet of ik later ga trouwen of scheiden!" (naar een verhaal van Harrie Brouwers, in Tot uw dienst 42(2006)1, 9)

Sjoerd – al op jonge leeftijd wordt hij geconfronteerd met de gebrokenheid van het bestaan. Niet dat hij eronder lijdt; voor hem telt eigenlijk alleen de werkelijkheid van morgen. Over zijn toekomst maakt hij zich – gelukkig – nog niet al te veel zorgen. Het verhaal van Sjoerd is een mooie opstap naar de beide lezingen van vandaag, waar liefde en trouw boven wetten en regels worden gesteld en menselijk tekort nieuwe kansen en perspectieven krijgen.

Zonder dat daar een concrete aanleiding voor is, proberen schriftgeleerden Jezus aan de tand te voelen door een discussie met hem uit te lokken over de vraag of een man zijn vrouw mag wegsturen. Een gevoelige kwestie, waarover ook in die tijd het nodige te doen was. Zou hij streng zijn en onverkort vasthouden aan de onverbreekbaarheid van de relatie tussen man en vrouw? Of is hij mild en ruimdenkend, en toont hij begrip voor bijzondere omstandigheden, waarin het misschien beter is dat huwelijkspartners hun eigen weg gaan? De Schriftgeleerden wachten in spanning af hoe Jezus positie zal kiezen in de joodse wetgeving.

Jezus’ antwoord is verrassend: hij pakt de koe direct bij de horens, haalt de schriftgeleerden links in en stevent resoluut af op de grondvesten van de joodse wet met de veelzeggende vraag: "Wat heeft Mozes voorgeschreven?" De wet van Mozes moet uitsluitsel geven. En als de Farizeeën dan antwoorden dat Mozes daarvoor toestemming gaf, laat Jezus hen weten dat Mozes dat alleen deed om te voorzien in menselijke zwakheid en nood, wanneer duidelijk is dat ideaal en werkelijkheid niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. Jezus kiest hiermee dus niet voor de uitzondering op de regel, maar wijst naar het fundament, naar waar het wérkelijk om gaat.

Dominee Nico ter Linden vertaalde Jezus’ antwoord als volgt: "Laat ik jullie terugvoeren naar het begin, naar de paradijstuin. God schiep er de mens, man en vrouw, twee mensenkinderen die ernaar verlangen om samen één te zijn. Waarom zijn jullie toch zo star en zo liefdeloos met al die wetten en regels in de weer? Waarachtig, God droomde van iets anders toen hij hemel en aarde schiep. Hij droomde van een man en een vrouw die warmte en beschutting vinden bij elkaar. We hebben het over een geheim uit de tuin van God, vergeet dat niet, we hebben het over het godsgeschenk van de liefde. Wat God heeft samengevoegd, dat moet een mens niet scheiden". (Nico ter Linden, Het verhaal gaat… deel III, 102-103)

Met zijn verwijzing naar het scheppingsverhaal herinnert Jezus aan Gods oorspronkelijke bedoeling: mannelijk en vrouwelijk met elkaar in evenwicht, in ieder evenveel goddelijke kracht. Maar de hitte van alledag, de alledaagse werkelijkheid kan soms die droom verstoren. Als mannelijk en vrouwelijk in hun ontwikkeling zó uit elkaar groeien dat binding en eenheid geen realiteitswaarde meer kunnen hebben, dan kunnen nieuwe, gescheiden wegen voor beiden wellicht leiden tot hernieuwde scheppingskracht, nieuw leven, nieuw bewustzijn, nieuwe kansen en perspectieven. Een tegemoetkoming aan menselijke zwakheid, maar met de mogelijkheid om in alle oprechtheid vast te houden en trouw te blijven aan het oorspronkelijke ideaal.

Of het antwoord van Jezus de schriftgeleerden in verlegenheid heeft gebracht: daarover laat het evangelieverhaal ons in het ongewisse. Wat je je wel kunt afvragen is: wat zou Jezus bondige antwoord ons, levend in een tijd waarin helaas veel huwelijken stranden, te vertellen hebben? Ik waag mij niet aan verkenningen van de kerkelijke regels en wetten. Daar gaat het ook niet om, en er staat trouwens ook niet: "Wat de kerk heeft samengevoegd, dat mag de mens niet scheiden."

De houding van Jezus kan een richting aangeven: niets afdingen op het ideaal, maar wél oog hebben voor het menselijk tekort. Ongetwijfeld dacht Jezus zeker niet lichtzinnig over waarden als liefde en trouw tussen man en vrouw. De Schepper heeft het goed bedoeld, maar soms kunnen we in de praktijk van het leven niet beantwoorden aan het hoge ideaal. En dan ontmoeten we in de bijbelse verhalen een God die zich solidair verklaart met de gebrokenheid van ons bestaan, die met ons kan huilen over de teleurstellingen in het leven, een Trooster en een Bemoediger. Een God die mededogen en barmhartigheid kent, in tijden dat het tussen mensen misschien minder goed gaat. Aan zo’n God kunnen we trouw zijn en blijven, vanuit een vastberaden levenshouding, vechtend tegen de wispelturigheid van het leven en werkend aan het behouden van onze dromen en idealen.

AMEN

Terug naar overzicht thema's

Terug naar overzicht bijbelpassages