BOEDDHISTISCHE FEESTEN
Ongeveer 2500 jaar geleden leefde er een man,
prins Siddharta Gautama geheten. Hij werd geboren in het dorpje Loembini
(Nepal), als zoon van koning Soeddhodana en koningin Maya. Een legende
vertelt dat koningin Maya negen maanden voor de geboorte van Siddharta
droomde van een witte olifant: een teken dat Siddharta een grote leider zou
worden.
Siddharta leefde in grote rijkdom. Maar ondanks die rijkdom voelde hij zich
niet gelukkig. Daarom begon hij een zoektocht naar de zin en betekenis van
het leven. Na veel jaren vond hij onder een bodhi-boom (een vijgenboom,
waaronder een plaat van zandsteen ligt die het middelpunt van het heelal zou
zijn) in Bodh Gaya (Oost-India) het antwoord op wat later hét thema in de
boeddhistische leer is geworden: het lijden in de wereld. Alle bestaan is
lijden, dat ontstaat door het verlangen naar het aardse. Slechts door het
verlangen los te laten, kan iemand van dit lijden verlost worden. Tijdens
het aardse bestaan is dit echter niet mogelijk, want niemand ontkomt aan de
kringloop ervan bestaan: alles is immers onderworpen aan 'samsara', de
eeuwige kringloop van de wedergeboorten. Verlossing uit deze kringloop is
alleen maar mogelijk voor wie het 'brahman' (het Al, de Totaliteit,
fundament van mens en werkeld) ervaren heeft. Vanaf het moment dat Siddharta
dit antwoord ontdekte (De Verlichting), werd hij De Boeddha genoemd.
Volgelingen van hem noemden zich Boeddhisten.
Het verhaal
Meditatie is voor Boeddhisten een belangrijk middel om de Verlichting (de
ideale toestand in je leven) te bereiken. Bij het mediteren gaat het lang
niet altijd om allerlei ingewikkelde zaken, maar vaak over 'gewone' dingen
die tot nadenken stemmen, zoals het volgende verhaal aantoont.
Er was eens een koning die heel kieskeurig
was op zijn eten en drinken. Men noemde hem dan ook wel eens koning
Fijnproever. Wanneer de koning ging eten, liet hij voor de poort van zijn
paleis grote, met edelstenen versierde tafels dekken. Vervolgens ging hij
dan op een koninklijke stoel zitten, waarboven een witte parasol was
uitgespreid. Hij at uit gouden schotels de allersmakelijkste en duurste
gerechten.
Nu was het de gewoonte dat de onderdanen van de koning tijdens zijn maaltijd
mochten toekijken. En natuurlijk stond er altijd een grote menigte mensen
bij de poort. Bij iedereen liep het water uit de mond, zo lekker rook het
eten.
Op een keer kon iemand zich niet meer inhouden en schoot hem een manier te
binnen hoe hij bij het eten zou kunnen komen. Hij riep: "Hallo, ik ben
een bode, laat mij er door." Het was gebruikelijk dat men iemand die
bode was, nooit tegenhield. De mensen gingen allemaal opzij en lieten de man
erdoor. Deze liep recht op de tafel met eten af, pakte een stuk vlees van
het bord van de koning en stak dat in zijn mond. De wachter trok bliksemsnel
zijn zwaard om de man het hoofd af te slaan, maar de koning riep: "Doe
dat niet". En tegen de man zei hij: "Eet gerust verder." De
man waste zijn handen, ging zitten en begon van de heerlijke gerechten te
eten.
Toen de man was uitgegeten, zei de koning: "Welnu man, je zegt dat je
een bode bent. Wiens bode ben je dan?" "Ik ben de bode van de
vraatzucht, een bode van de maag. De maag heeft mij opgedragen te gaan en
mij als haar bode gestuurd."
Toen de koning de woorden van de man had gehoord, zei hij: "Het is
waar, deze mensen hier zijn boden van de maag. Uit gulzigheid lopen ze hier
rond en gulzigheid jaagt deze mensen van de ene plaats naar de andere. Maar
deze grote man heeft mij iets verteld wat hiervoor nog niet gehoord, gedacht
of gedaan is." En daarom overlaadde de koning de man met cadeaus.
Boeddistische feesten
Het Boeddhisme kent vele stromingen, zoals het Theravada-boeddhisme, het
Mahayana-boeddhisme en het Tibetaanse boeddhisme. Boeddhistische feesten
zijn daarom het hele jaar door in vele varianten en nationale inkleuringen
te vinden. Sommige daarvan worden over de hele wereld gevierd, andere
beperken zich tot een bepaald land.
Vesak
Vesak is een algemeen feest voor de Theravada-boeddhisten (boeddhisten
uit een bepaalde "school") vieren op de avond van volle maan in
mei de geboorte, verlichting en dood van de Boeddha. Het is voor deze
boeddhisten eigenlijk de meest blije en belangrijkste dag van het jaar,
vanwege de Verlichting van De Boeddha. Ze versieren hun Boeddhabeelden met
lichtjes en kaarsen of lopen er met lampjes omheen. Het huis wordt
schoongemaakt en versierd met bloemen (o.a. lotusbloemen). Men stuurt elkaar
kaarten en geeft eten aan de monniken.
In Engeland vieren Boeddhisten Vesak door het versieren van hun huizen met
vlaggen, lantaarns en bloemen; bovendien dragen zij dan witte kleding. Na
een dag uitbundig feesten volgt een avond van meditatie en bezinning. In Sri
Lanka dragen alle mensen in witte kleren manden met bloemen naar de
kloosters. Daar ontvangen ze vijf extra voorschriften voor die dag: niet
eten na de middag, niet zingen, niet dansen, geen sieraden dragen en niet
slapen op een goed bed. Iedereen geeft aalmoezen, sommigen staan zelfs bloed
af in ziekenhuizen. Kinderen rijden op versierde wagens, zingen allerlei
boeddhistische liederen en dragen lantaarns met zich mee. Bij het feest zijn
veel kunstenaars betrokken.
Sri Lankaanse
feesten: het feest van de gouden tand, het Magha Puja-feest en Kathina
Het feest van de gouden tand (Esala Perhera) begint ieder
jaar op de avond van volle maand in augustus en duurt tien dagen. Door de
stad trekt een optocht van schitterend uitgedoste olifanten en dansers en
acrobaten in prachtige kostuums. In de optocht wordt een gouden kistje
meegedragen dat een bijzondere relikwie bevat: de tand van de Boeddha.
Tijdens het feest wordt er veel gedanst en vuurwerk afgestoken.
Het Magha Puja–feest gedenkt het feit ooit 1250 volgelingen van de Boeddha
bij elkaar kwamen voor een speciale onderwijzing: het niet doen van kwaad,
maar doen van wat goed is, en het reinigen van het eigen hart.
Kathina is een grote ceremonie van aalmoezen geven. Monniken krijgen stof
voor een nieuwe pij, mensen geven aan elkaar geschenken en hangen geld in
een "geldboom".
Japanse
boeddhistische feesten: O-bon en Hana Matsoeri
Voor de Mahayana-boeddhisten (boeddhistische stroming waarin het ideaal van
volmaaktheid – bodhisattva - heel belangrijk is) in Japan zijn het
O-bon-feest en Hana Matsoeri de twee belangrijkste feesten.
Het O-bon-feest wordt in juli gevierd en duurt drie dagen. Japanse
boeddhisten gedenken er hun voorouders mee. Op de eerste dag verwelkomt men
de geesten van de voorouders; op de tweede dag is er groot feest met muziek,
dans en lekker eten. De derde dag staat in het teken van het afscheid van de
voorouders en offers aan de Boeddha.
Op 8 mei vieren Japanse boeddhisten de geboorte van de Boeddha en de komst
van de lente met het bloemenfeest Hana Matsoeri. Daarbij wordt in kloosters
soms gebruik gemaakt van enkele modelbomen in Loembini (waar de Boeddha
geboren is) of een witte olifant om mensen eraan te herinneren aan de
olifant die de geboorte van de Boeddha aankondigde.
Tibetaanse
boeddhistische feesten
Tibetaanse boeddhisten vieren aan het begin van het jaar
(half november-half december) drie dagen feest met veel dans en sport.
Voorafgaand aan de feestelijkheden wordt het hele huis schoongemaakt en er
worden rituelen uitgevoerd om boze geesten te verdrijven. In de drie weken
daarna vinden allerlei meer serieuze ceremonies plaats tijdens het Grote
Gebedsfeest.
In kloosters vinden ceremonies plaats om de geboorte, de verlichting en de
dood van de Boeddha te vieren.
Heel speciaal is de viering van de geboortedag van de Dalai Lama. De Dalai
Lama is de hoogste geestelijk leider van de Tibetaanse boeddhisten en wordt
beschouwd als de incarnatie van de bodhisatva Avalokitesjvara. Wanneer een
Dalai Lama overlijdt, wordt soms jarenlang gezocht naar een nieuwe
incarnatie.
In de zeventiende eeuw kreeg de vijfde Dalai Lama behalve de spirituele
leiding ook de wereldlijke macht over Tibet en maakte hij Lhasa tot
hoofdstad ervan. De huidige Dalai Lama verblijft na de verovering van Tibet
door de Chinese Volksrepubliek (1959) momenteel in Noord-India. Vanwege zijn
grote internationale bijdrage aan het oplossen van mondiale conflicten, het
vraagstuk van de mensenrechten en de milieuproblematiek ontving hij in 1989
de Nobelprijs voor de vrede.
Terug
naar overzicht