Een witte roos
Adem houdt op, warmte wordt kilte, diepe kilte
als van de dood. En lachen wordt stilte, echo van vragen dat geen antwoord
vindt. Maar een mensennaam kan niet vergaan, niet verzinken in het oneindig
niets. Jouw naam
heeft klank en toon gezet van hoe de jouwen verder gaan. In gemis, maar ook in
vertrouwen dat leven léven wordt, gevochten en geknokt, geliefd en gelachen.
Zo wordt ook jouw naam een witte roos aan ons hart, bloeiend voor altijd,
geurig en welriekend, maar ook doornig en stekend. Want jij bent er niet als
wij jou roepen: en ons zoeken zal nooit vinden worden, geen samen lachen en
geen raken meer. Maar in de stilte zul jij bloeien aan ons hart als een
schitterende herinnering, levend, tegen alle weerwil in. Nee,
, vergeten zullen wij jou niet. Wees gerust, rust maar zacht, rust in vrede.
Terug
naar overzicht