UIT UW HEMEL ZONDER GRENZEN
Uit uw hemel zonder grenzen
komt Gij tastend aan het licht
met een naam en een gezicht
even weerloos als wij mensen.
Als een kind zijt Gij gekomen,
als een schaduw die verblindt,
onnaspeurbaar als de wind
die voorbijgaat in de bomen.
Als een vuur zijt Gij verschenen,
als een ster gaat Gij ons voor,
in den vreemde wijst uw spoor,
in de dood zijt Gij verdwenen.
Als een bron zijt Gij begraven,
als een mens in de woestijn.
Zal er ooit een ander zijn,
ooit nog vrede hier op aarde?
Als een woord zijt Gij gegeven,
als een nacht van hoop en vrees,
als een pijn die ons geneest,
als een nieuw begin van leven.
Terug naar
overzicht