ARM EN RIJK IN SPIEGELBEELD
Amos 6, 1a.4-7 en Lucas 16, 19-31
Overweging Montfortparochie Tilburg, 24-25 september 1983
Gewone, alledaagse dingen zijn bijna een zeldzaamheid geworden op de verlanglijstjes van
kinderverjaardagen: truien, schoenen, een pakje viltstiften… zulke dingen krijg je immers
sowieso al… Nee, tegenwoordig staan er op die lijstjes steeds luxere dingen:
computerspelletjes, walkmans, rollerskates, crossfiets… De industrie speelt daar handig op in,
door die dingen met onuitputtelijke fantasie en in steeds groter wordende variaties op de markt
te brengen, het ene al beter dan het andere. En het duurt niet lang meer, of via de tv krijgen we
weer eindeloze adviezen wat we met Sinterklaas en Kerst toch wel het beste kunnen schenken.
En wij, volwassenen, wij weten voor elkaar vaak niet meer te bedenken dan alweer een fles
drank of cadeaubon, “want wat moet je anders geven, ze hebben alles al”. Van de overvloed
aan materiële dingen zijn Dallas, Dynasty of Falcon Crest de sprookjesachtige vergrotingen, die
laten zien dat er allerlei machtsverhoudingen achter schuil gaan; maar dan wel alleen
machtsverhoudingen tussen rijke mensen. Want de materiële dingen bewerken vooral
vergeetachtigheid en blikvernauwing. Je begint het gewoon te vinden, je denkt niet meer dan de
tijd dat het er niet was. En we kunnen ons de omstandigheden waaronder anderen moeten
leven – en dat geldt niet alleen voor de Derde Wereld – niet of nauwelijks meer inleven. Laat
staan dat je doorziet dat onze welvaart gebaseerd is op de macht die sommige volken over vele
anderen hebben.
En dan schrikken we toch weer van de woorden van Amos: … “jullie liggen daar maar op je
ivoren bedden en hangen maar wat op de divan. Jullie eten heerlijk lamsvlees en smullen van
vetgemeste kalveren. Uit grote schalen drinken jullie wijn en jullie zalven je met de beste olie…”
Dat is klare taal. Taal van een profeet, die de maatschappelijke misstanden van zijn tijd
aanklaagt. Hij zegt het heel vierkant, neemt geen blad voor de mond. Lammeren en kalveren
opeten, vlees op zijn best: dat betekent op den duur het einde van de kudde. Dat is zoiets als
een kopermijn leeg-exploiteren in Chili, roofbouw plegen op de natuurlijke rijkdommen van
landen met veel armen. Of het overmatig winst maken op aardgas, om wat dichter bij huis te
blijven.
De stem van Amos hoorde ik dan ook doorklinken uit de mond van de vermoorde aartsbisschop
van El Salvador, Oscar Romero, enkele jaren geleden bij zijn bezoek aan West-Europa: “Ik heb
gezien dat de bevolking van het land niets meer bezit en geen werk heeft; dat er in hun hutten
geen water is en geen licht, dat moeders bevallen zonder hulp en dat er voor opgroeiende
kinderen geen scholen zijn. Ik heb mensen gezien die op het werk werden uitgebuit, maar
rechteloos moesten toezien. Ik heb de krotbewoners gezien die leven in een ellende die alle
verbeelding overtreft. De economische en politieke structuren van ons land beheersen en
verdrukken dagelijks de arme meerderheid. Bij ons zijn de harde woorden van profeten van
Israël actueel.”
Opmerkelijke uitspraken, zeker voor een kerkelijk leider. Maar het is wel spreken met
profetische allures: niet toedekkend, maar de werkelijkheid onthullend.
Arm en rijk: een bijna plat gepraat thema, waar we misschien wel moe van worden, omdat we
nooit verder komen dan vage schuldgevoelens en onmacht. Want neem nou Lazarus. Stel, dat
hij terug gemogen had naar de aarde om de vijf broers van de rijke te waarschuwen. Enkele
reacties:
- Hé, dat is die bedelaar die altijd bij mijn broer voor de poort lag. Ze zeggen dat hij uit de
doden is opgestaan. Maar eerlijke gezegd wist ik niet eens dat hij ziek was..
- Ja zeker wil ik mij bekeren. Maar dan wel met z’n allen tegelijk. En natuurlijk wil ik leven
volgens Mozes en de profeten, maar dan moeten de minima ook meedoen.
- Natuurlijk geloof ik in God, in vrede en in veiligheid. Maar als je dat in je eentje doet,
dan ga je wél voor de bijl. Dus begin ik er pas mee, als de kernwapens de wereld uit
zijn.
Vage schuldgevoelens en onmacht. Lazarus, die nooit is teruggekomen. Bij Lucas met
name genoemd, in tegenstelling tot de rijke man, die naamloos blijft. Dat maakt duidelijk
waar in het evangelie voor gekozen wordt: voor de arme, de ontrechte, de hulpeloze.
Mensen zoals Lazarus. Ze liggen nog steeds met duizenden voor de poort van het rijke
westen: in de krottenwijken van steden als Bombay, Colombo, Manila, Los Angeles, San
Francisco, Santiago, Rio de Janeiro. Of ze heten Fatimah of Achmed, en scharrelen op
onze rommelmarkten wat kleren en huisraad bij elkaar. Of knappen voor oma het vuile werk
op. Of het zijn de slachtoffers van onze eigen, genadeloze maatschappij.
Schuldgevoelens en onmacht, als we dat horen. Uitvluchten zijn er genoeg te bedenken.
Maar wat belet ons, vandaag nog te beginnen? Zowel de profeet Amos als de evangelist
Lucas roepen ons op om de gevestigde orde onder kritiek te stellen en de heersende
ideeën open te breken. Ze dwingen ons de kloof tussen arm en rijk onder ogen te zien.
Maar het is geen aanklacht en oproep zonder perspectief. Ondanks alles mogen we onze
hoop vestigen op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
Amos en Jezus houden ons een spiegel voor: wie ziet u als u in de spiegel kijkt: de rijke
man of Lazarus?
AMEN
Terug
naar overzicht thema's
Terug
naar overzicht bijbelpassages