VITABERNA

 

 


Pastoraal atelier

Levoland 

Relimarkt

Bronnenmagazijn

 
BROOD GEBROKEN
Exodus 24, 3-8 en Marcus 14, 12-16;22-26
Overweging Montfortparochie Tilburg, 4-5 juni 1988
“Onder de maaltijd nam Jezus brood, sprak de zegen uit, brak het en gaf het aan zijn leerlingen, 
met de woorden: neemt en eet, dit is mijn lichaam. Daarna nam hij de beker, sprak een 
dankgebed uit en reikte hen deze aan, zeggend: dit is mijn bloed van het verbond, dat vergoten 
wordt voor velen.”
Deze passage uit het zojuist gelezen evangelie van Marcus vormt al bijna 2000 jaar lang het 
centrale thema in iedere eucharistieviering. Met deze woorden – de consecratiewoorden, 
zouden we vroeger zeggen – wordt de dood van Jezus verkondigd en worden we herinnerd aan 
zijn lijden, sterven en verrijzen. En al eeuwenlang belijden christengemeenschappen hun geloof 
in Jezus Christus middels de sacramentele tekens van brood en wijn, die verwijzen naar zijn 
lichaam en bloed.
Brood en wijn, lichaam en bloed. Wie wel eens in een andere parochie naar de kerk gaat en 
daar ter communie gaat, valt het misschien ook op dat daar soms het “lichaam van Christus” in 
plaats van het ‘brood van Christus”, zoals hier in de kerk wordt gezegd, op de hand wordt 
gelegd. Natuurlijk gaat het dan niet om twee verschillende soorten communies, maar om één en 
dezelfde. En natuurlijk weten we allemaal, dat met het “brood van Christus” iets anders wordt 
bedoeld dan het brood van de warme bakker, en dat het “lichaam van Christus” niet letterlijk 
moet worden opgevat. Maar als we gevraagd zouden worden om dan eens duidelijk te maken 
waarin precies het verschil zit… dan stuit je toch op iets ongrijpbaars, iets dat met het verstand 
niet te pakken is, iets dat als het ware telkens weer aan je vingers ontglipt.
In de loop der eeuwen is er heel wat strijd geweest over de vraag of brood en wijn nu werkelijk 
veranderen en of Christus echt aanwezig is tijdens de eucharistische maaltijd. Een strijd die 
zich vooral heeft afgespeeld op het niveau van de geloofsleer: er werden grote 
kerkvergaderingen voor bij elkaar geroepen om misvattingen recht te zetten, en de kerk heeft 
zich herhaaldelijk verdedigd tegen wat gezien werd als gevaarlijke en ernstige dwalingen in de 
leer. Dogma’s en officiële leerstellige formuleringen zijn er, ook heden ten dage, nog de stille 
getuigen van.
Maar als het om geloofsmysteries gaat, dan schiet ons verstand tekort. Op papier kun je het 
allemaal in zorgvuldige bewoordingen vastleggen; maar de werkelijkheid is altijd méér dan we 
kunnen grijpen, meten en berekenen.
Sacramentsdag herinnert ons er weer eens aan, dat we als gelovigen op twee heel 
verschillende, maar wel met elkaar samenhangende manieren met de werkelijkheid kunnen 
omgaan. Aan de ene kant zijn er de goed gevulde tafels hier in onze westerse samenleving; 
maar honger en armoede in 2/3 deel van de wereld. In deze kijk op de werkelijkheid betekent 
“brood breken”: zorgen dat iedereen te eten heeft. Brood delen, zodat er genoeg is voor ons 
allen. Maar je kunt ook op een andere, minder letterlijke manier met de werkelijkheid van het 
brood breken omgaan, zoals dat gebeurt in de liturgie. Wanneer we tijdens de eucharistieviering 
het brood breken en delen, herinnert ons dat op een symbolische manier aan het sterven maar 
ook aan het verrijzen van Jezus, de Christus. Het gaat immers niet alleen om het rondbazuinen 
dat Jezus werd gedood, omdat hij de dupe werd van de overmacht van aardse machten. De 
verkondiging van Jezus’ dood is tegelijkertijd het vieren van de levende. Brood breken dus met 
het oog op de toekomst, naar Gods Rijk, waar brood is voor allen. Dat houdt echter niet in, dat 
we in de liturgie op een vrijblijvende en onschuldige wijze het brood kunnen breken en delen 
met elkaar, zonder oog te hebben voor de werkelijkheid van alledag. Brood breken wordt 
volkomen ongeloofwaardig, wanneer we ons niet zouden willen inzetten voor een betere, 
rechtvaardiger wereld. Het geloof in Jezus’  verrijzenis wordt  een gevaarlijke ideologie als het 
ons niet stimuleert om in het maatschappelijk leven daadwerkelijk de consequenties te trekken 
van ons christen-zijn. Het blijven bestaan van armoede en wereldhonger kan en mag niet 
samengaan met een blij en relaxed eucharistie-vieren in het weekend. 
Toch is een liturgisch samenzijn geen vergadering waarin we technische oplossingen zoeken 
voor de wereldvoedselproblematiek en geen plek om sociaal-politieke acties te voeren. Wel is 
het een plek waar we ons geloof willen vieren in de verrezen Jezus, die ons de weg naar een 
betere toekomst opent. Een plek waar als het ware de accu weer kan worden opgeladen.
Sacramentsdag laat ons zien dat de alledaagse en symbolische manier van brood breken en 
delen weliswaar heel veel met elkaar te maken hebben,maar niet samenvallen. Of, zoals een 
joodse rabbi het eens heeft gezegd: “Je moet keuzen of voorkeuren als volgt zien. Willen we 
zitten of willen we staan? Beide houdingen hebben hun voordelen en hun nadelen. Als ik kies 
voor zitten, wil dat niet zeggen dat ik iets tegen staan heb.”
AMEN

Terug naar overzicht thema's

Terug naar overzicht bijbelpassages