VITABERNA

 

 


Pastoraal atelier

Levoland 

Relimarkt

Bronnenmagazijn

 
DE VERLOREN ZOON – NOACH
Lucas 15, 11-32 & Genesis 8-9
Overweging Montfortkerk Tilburg, 16-17 september 1989
God was er wel bang voor geweest, maar dat het zó zou uitpakken: nee. Hij had zijn zoon – de 
mens – laten gaan in alle vrijheid. Hij had hem alles gegeven wat hij had: aarde. lucht, zuurstof, 
bomen, water, dieren, vrienden en vriendinnen. Hij had hem opgevoed naar eer en geweten, 
hem laten voelen wat warmte en liefde was, hem in aanraking gebracht met dood, haat en 
oorlog. Hij had hem grootgebracht, leren lopen, stapje voor stapje, tot hij uitgroeide tot een 
slungel, die onderhand wel eens een keer zijn eigen weg wilde gaan.
Zijn zoon was gegaan, in alle vrijheid. Maar dat hij de aarde zou uitputten om aan grondstoffen 
en rijkdommen te komen: dat had God zich niet echt gerealiseerd. Dat hij de lucht verpestte en 
dat hij de dieren slachtte om ze op te eten in plaats van ermee te spelen: nee. Dat mensen hun 
vrijheid bevochten ten koste van elkaar; dat ze elkaar doodden in oorlog en kernwapengebruik, 
dat ze er zó’n zwijnenstal van maakten: zó had God zich dat niet voorgesteld. Dat mensen 
elkaar gebruikten in een losbandig leven en elkaar gebroken achter lieten: Hij had niet gedacht 
dat het zó ver zou komen.
Maar toch was het allemaal gebeurd. De mens en zijn vrijheid verprutst. God had al die tijd wel 
gewacht, met eindeloos geduld. En als de zoon, de mens, op het diepste punt van zijn 
vervreemding besluit terug te komen, is hij welkom. Zijn Vader heeft al naar hem uitgezien en 
omarmt hem: bij God kun je altijd terugkomen. Hij laat zijn zoon nooit vallen, hij laat zijn dochter 
niet in de steek. Want wat Hij eenmaal met ons begonnen is, dat maakt Hij ook af: afspraak is 
afspraak.
Wanneer je op deze manier aankijkt tegen de parabel van de Verloren Zoon, dan wordt duidelijk 
dat deze gelijkenis geen verhaal is waarbij we zelf buiten schot blijven: het gaat immers over 
onszelf: vrouwen, mannen, mensen van God. Het is tevens een verhaal, waaruit je hoop en 
moed naar de toekomst kunt putten: al maken we er nog zo’n puinhoop van, je kunt altijd weer 
bij God terecht. Altijd weer zijn er nieuwe kansen, is er de mogelijkheid tot een nieuw begin. 
Hoe God met mensen omgaat, spiegelt zich in de manier waarop de Verloren Zoon terugkomt 
bij zijn Vader: hij wordt met open armen ontvangen, en er wordt een groot feest georganiseerd. 
In het huis van de Vader is altijd plaats, en je vindt er vrede, gerechtigheid en heelheid.
Ook het Noach-verhaal is een verhaal, waar in een schijnbaar hopeloze situatie uitzicht wordt 
geboden op iets nieuws. Noach is het symbool van de hoop om te overleven, ook al zijn de 
omstandigheden nog zo beroerd, en lijkt het alsof de meeste mensen de verkeerde weg opgaan.
Als het water begint te zakken, laat Noach eerst een raaf los om de situatie op aarde te 
verkennen. De raaf vliegt weg, maar komt ook meteen weer terug. Trouw fladdert de vogel 
heen en weer om de bewoners van de ark op de hoogte te houden van de stand van het water. 
Maar zoals je van een roofvogel mag verwachten: hij bekommert zich niet om het lot van 
mensen die willen overleven, maar zoekt een prooi voor zichzelf en keert niet meer terug naar 
de ark. De duif blijkt een betrouwbaarder boodschapper: na de eerste mislukte vlucht keert ze 
terug met een vers geplukt olijfblad, een eerste teken van nieuw leven. Ze komt niet terug 
omdat ze geen plek heeft om te rusten, maar vrijwillig: een postduif met het bericht: de aarde 
word weer groen en bewoonbaar. Een signaal dat er ondanks alle ellende een nieuw begin en 
een nieuwe toekomst mogelijk is,
In het Noach-verhaal gaat het niet om vernietiging, maar om redding. Wanneer God, als teken 
van het verbond tussen Hem en de mensen, zijn boog in de wolken heeft gezet, wordt duidelijk 
dat hij uiteindelijk partij kiest voor óns. De poort naar de hemel is weer open. Niet de regen, 
maar de zegen is tenslotte beslissend.
Staande aan het begin van de vredesweek klinken het Noach-verhaal en de parabel van de 
Verloren Zoon wel wat romantisch en idyllisch. Je hebt al gauw de neiging te denken dat alles 
wel op z’n pootjes terecht zal komen. Een houding aan te nemen van: waarom zouden we ons 
druk maken, het komt allemaal wel goed. Als de minister maar zorgt voor een goed nationaal 
milieuplan wordt het milieu vanzelf wel schoon, en de technici vinden we een oplossing voor het 
afvalprobleem. Als we af n toe eens in de portemonnee duiken voor de nood van de derde 
wereld, komt er vanzelf een einde aan de armoede en de ongerechtigheid. Als er zo nu en dan 
maar eens een topconferentie plaatsvindt tussen de grote mogendheden, dan komt de 
wereldvrede wel dichterbij.
Maar de ark van Noach helpt ons wel snel uit de droom: het verbond dat Hij met ons sluit is 
geen eenzijdige belofte van Zijn kant: we zullen er zelf wel aan mee moeten werken. Het gaat 
niet om een passief afwachten of gevoelloos toekijken. Partners zijn in het verbond betekent: 
dat we ons verplicht weten trouw te zijn, de aarde te bewaren en daadwerkelijk vorm te geven 
aan de totstandkoming van vrede en gerechtigheid, Naar elkaar toe betekent dat: niet van 
elkaar weglopen, elkaar serieus nemen en een weg proberen te vinden om verder met elkaar 
op te trekken.
Wie onlangs op de Kerkendag in Utrecht was, heeft kunnen zien hoe daar uit alle windstreken 
van het land afvaardigingen van gemeenten en parochies aanwezig waren: als duiven werden 
zij, zoals in verbondsverhaal van Noach, erop uit gestuurd om te berichten of de aarde 
bewoonbaarder wordt, na de jarenlange zondvloed van overbewapening, uitputting van de 
grondstoffen en milieuvervuiling. Of de berichtgeving van al deze duiven positief zal zijn: aan 
God zal het niet liggen. Hij bekende eerder op overtuigende wijze kleur door zijn regenboog en 
houdt zich wel aan de gemaakte afspraak. Het zal aan onszelf liggen of we de poort naar de 
hemel weten te vinden.
AMEN.

Terug naar overzicht thema's

Terug naar overzicht bijbelpassages