VITABERNA

 

 


Pastoraal atelier

Levoland 

Relimarkt

Bronnenmagazijn

 
DOOR DE KNIEEN VOOR EEN KIND
Matteus 2, 1-12 en Jesaja 60,1-6
Overweging Montfortparochie Tilburg, 5-6 januari 1991

Raar volk eigenlijk, drie Driekoningen. Magiërs, sterrekijkers, komend van verre, vanuit een onduidelijke streek uit het Oosten. Ze jagen een ster achterna, op zoek naar een baby die onder barre omstandigheden in een of ander gehucht geboren is. Ze knielen neer voor een kind van doodgewone ouders, voor wie geen plaats was in de herberg en die genoegen moesten nemen met een armetierige stal. En wie brengt er nou zulke deftige cadeaus als goud, wierook en mirre mee voor een pasgeboren baby? Wanneer de kraamvisite is afgelopen en ze weer willen opstappen, worden ze in een droom gewaarschuwd om een andere weg naar huis te nemen. Het bezoek van de wijzen krijgt een gruwelijk vervolg: in Bethlehem en omgeving worden alle jongetjes van twee jaar en jonger om het leven gebracht.

Wij noemen deze wijzen: koningen, en ze heten Kaspar, Melchior en Balthazar, de zwarte. Merkwaardig eigenlijk, want de evangelist Matteüs kénde ze niet bij naam, vermeldt nergens dat het om drié wijzen ging, laat staan dat hij wist dat er eentje zwart was. Marcus, Lucas en Johannes - de drie andere evangelisten - reppen zelfs helemáál niet over het bezoek van wijzen. Merkwaardig ook, dat wij zeggen dat ze uit het Oosten kwamen: als ze op weg waren naar de ster die ze in het Oosten hadden gezien, moeten ze immers uit het Westen komen. Het is maar hoe je het bekijkt.

De traditie laat deze jonge koningen trekken van deur naar deur, zingend in weer en wind, hun lichtende lampion achterna, eerder op zoek naar een nieuwe hoed en ander lekkers dan naar een pasgeboren kind. Gek volkje eigenlijk, komend van oosten en ver, koningen zonder land.

Wanneer in de oudheid een nieuwe ster aan de horizon verscheen, was dat een teken dat er ergens een nieuwe koning geboren was. De geboorte van een nieuwe koning betekende ook: een nieuwe troonpretendent, dus: concurrentie en machtsbedreiging. Daarom roept Herodes de geleerden in alle stilte bij elkaar om zich nauwkeurig te laten informeren over het tijdstip waarop de ster verschenen is. "Probeer zoveel mogelijk van dat kind in Bethlehem te weten te komen. En als je het gevonden hebt, kom het me dan vertellen, zodat ook ik mijn opwachting kan maken bij de nieuwe koning". Valse voorwendsels van een heerser, die uit angst voor machtsverlies op meedogenloze wijze iedere bedreiging de kop wil indrukken.

De wijzen gaan op weg. Zeker in die tijd een lange weg, die ongetwijfeld met allerlei moeilijkheden en obstakels gepaard ging. En ze hadden het zeker niet overleefd als ze naar Herodes waren teruggekeerd. Kennelijk werden de wijzen geraakt door een overweldigende ervaring: "We hebben zijn ster in het Oosten gezien". Die ervaring wekt het vermoeden dat er ergens iets heel belangrijks te vinden is: een pasgeboren koning, die heil zal brengen aan de mensheid.

Ieder van ons kent wel van zulke ervaringen; ze zijn niet zo zeldzaam als je misschien geneigd bent te denken. Momenten in je bestaan, waarin het oude en vertrouwde even doorbroken wordt. Momenten, waarop je het gevoel hebt dat er méér is tussen hemel en aarde: - een onverwachte ontmoeting met een oude schoolvriendin waar je al jaren niets meer van gehoord hebt en waar je een intens goed gesprek mee hebt; - de donkere pracht van de sterrenhemel als je op een heldere en koude winteravond naar boven kijkt; - of de onmetelijkheid van de zee wanneer je op een zomerse dag over het strand wandelt;

Topmomenten in je bestaan, die je verrassen of een overrompelend gevoel geven en inwerken op je gewone leefpatroon. Ervaringen, die soms aanleiding kunnen zijn om weer eens orde op zaken te stellen of tot een nieuwe verfrissende start kunnen leiden. Ervaringen ook van eindigheid: zolang het ons goed gaat, zolang alles zijn normale gangetje gaat en we het leven in eigen hand menen te hebben, missen we niets en stellen we geen vragen. Maar wanneer we iets belangrijks in ons leven kwijtraken - gezondheid, een goede vriend of levenspartner - dan besef je pas hoe betrekkelijk alles is en hoe geweldig afhankelijk je bent.

En in deze stilte, in al onze sprakeloosheid, openen zich vaak oneindige verten en onvermoede diepten, waarin zich die onnaspeurbare en bijna niet te vertellen werkelijkheid openbaart, die wij - soms aarzelend, soms overtuigd - bij name noemen: God.

Het licht van de ster was voor de Wijzen kennelijk zo'n openbarende ervaring, sterk genoeg om op weg te gaan, het gewekte verlangen achterna. We zien ze daar in die armzalige stal, geknield aan de voeten van een kind en vervuld van overgrote vreugde. Ze beleven een topmoment in hun bestaan. Het is haast niet te geloven, maar toch waar: met de geboorte van dit kind gaat een aloude profetische droom eindelijk in vervulling. De droom van Jesaja: "Volkeren komen naar Uw licht, koningen naar de glans van uw dageraad". Daarom brengen voor dít kind de schatten en rijkdommen van de aarde mee: goud, wierook en mirre.

Het licht van de ster wees de wijzen de weg en hield hen gaande. Langs vreemde wegen en onbekende paden vonden zij tenslotte het heil bij een kind. Hulpeloos en klein, maar met een uitstraling die zijn weerga in de geschiedenis niet kent. De weg die de wijzen gingen, markeert ook de weg die wij zouden kunnen gaan: zoekend, vragend, op zoek naar een land waarin niet angst en macht, maar vrede en gerechtigheid voor allen heerst.

AMEN

Terug naar overzicht thema's

Terug naar overzicht bijbelpassages