GELOOF, HOOP EN LIEFDE
Handelingen 8, 5-8.14-17 en Johannes 14, 15-21
Overweging Montfortparochie Tilburg, 23-24 mei 1987
Velen onder u zullen zich nog wel de oefeningen of acten van geloof, hoop en liefde uit de oude
katechismus herinneren. Ze stonden tussen de vijf geboden van de kerk en de oefening van
berouw in, en eindigden met de woorden: Heer, vermeerder mijn geloof; Heer, versterk mijn
hoop; Heer, geef mij steeds meer liefde. Waarschijnlijk heb u ze ontelbare keren van buiten
geleerd en moeten opzeggen tijdens de catechismusles. Dat je ze leerde was bijna
vanzelfsprekend, ook al had je daar als kind lang niet altijd zin in. Geloven was in die tijd
vooraal een kwestie van het kennen van de leer, opgevat als een samenhangend geheel van
waarheden die de kerk haar gelovigen voorhield. Daarmee wist je ook waar je aan toe was. Het
was allemaal zo klaar als een klontje; en bovendien kwam je er niet onderuit bij de
voorbereiding van het vormsel of de plechtige hernieuwing van de doopbeloften. En voorzover
je een en ander op latere leeftijd vergeten mocht zijn: bij gelegenheid van de voorbereiding op
het huwelijk stuurde de pastoor je op herhalingsoefening.
Sommigen onder u zullen misschien met een zekere heimwee terugdenken aan die tijd. Veel
ouders hoor je vandaag de dag nogal eens zeggen dat ze bij de geloofsopvoeding van hun
kinderen de steun van de traditie missen. Ze voelen zich van zichzelf onthand en weten het
allemaal niet meer. Als kinderen vragen wat Hemelvaart of Pinksteren is, dan moeten ze helaas
het antwoord schuldig blijven. En vaak is niet alleen het antwoord het probleem, maar zelfs de
vraag. Zoals ergens in Amsterdam ooit met viltstift op de muur geschilderd stond: “Jezus is het
antwoord”. Waaronder iemand schreef: “Wat is de vraag?” Ouderen onder u missen vaak de
steun van allerlei religieuze praktijken die een vaste plaats hebben in het dagelijks leven. Als
opa of oma heb je wel eens moeite met de manier waarop je eigen kinderen de kleinkinderen
godsdienstig opvoeden. Leerkrachten op basisscholen voelen zich dikwijls onthand, omdat ze
vaak op geen enkele wijze aanknopingspunten kunnen vinden voor de catechese.
Geloven is in deze tijd een stuk moeilijker geworden, omdat het van ieder persoonlijk meer
verantwoordelijkheid en keuze vraagt. Geloven is niet meer het klakkeloos aanvaarden van een
aantal vastliggende waarheden en leerstellingen. Geloven vraagt om een beslissing die je
telkens weer voor jezelf en samen met anderen moet nemen.
Wie goed geluisterd heeft naar de lezingen van vandaag, zal het misschien zijn opgevallen dat
er sinds de tijd van Lucas en Johannes eigenlijk niet zoveel veranderd is. De eerste lezing
vertelt iets over het leven van de eerste christenen en over hun situatie tijdens de vervolgingen
in Jeuzalem. En Johannes schreef zijn evangelie in de eerste eeuw van het christendom, toen
de geloofsoverdracht afhing van kleine groepjes christenen temidden van een heidense wereld.
Het is duidelijk dat in tijden van vervolging je geloof in Jezus en God en je geloofshouding niet
iets gewoons meer is. Geloven werd niet vanzelfsprekend meer gevonden. Je werd als het
ware gedwongen tot een persoonlijke en bewuste keuze, je moest er zelf achter willen en
kunnen staan. Ook Johannes schreef voor mensen die Jezus niet met eigen ogen hadden
gezien of eigenhandig hadden aangeraakt of met hem gesproken. Ook deze mensen stonden
voor de vraag: wat geloof ik nu eigenlijk, wie helpt me daarbij en hoe geeft ik mijn geloof door
aan anderen?
In de lezingen vallen enkele heel centrale termen op: woorden die bij elkaar horen en ook in
één adem genoemd worden: geloof, hoop en liefde. Johannes: als het om geloven gaat, dan
gaat het om liefhebben en de geboden onderhouden. En liefhebben betekent bij Johannes: stug
trouw blijven aan elkaar, de ander serieus nemen, solidair met hem of haar zijn. De geboden
onderhouden heeft niet zozeer te maken met het voldoen aan allerlei morele voorschriften,
maar betekent zoiets van: de weg van Jezus willen gaan, daadwerkelijk in je leven willen doen
wat Jezus deed. Dan kun je hopen op een nieuwe toekomst, dan wordt er een belofte in het
vooruitzicht gesteld: een helper, de Geest van de waarheid. Of anders gezegd: iets of iemand
die je de kracht geeft om staande te blijven.
Geloof, hoop en liefde: de evangelist Johannes verbindt deze woorden in een paar zinnen aan
elkaar, maar het kost ons een heel leven lang om die verbinding voor onszelf helder te krijgen.
Dat dit niet lukt met het van buiten leren van de eerder genoemde oefeningen van hoop, geloof
en liefde: dat zal inmiddels wel duidelijk geworden zijn.
Wat in de lezing uit Handelingen opvalt, is: geloven heeft te maken met horen, zien en vreugde
beleven. We hoorden dat de diaken Filippus het evangelie, het goede nieuws verkondigt in de
parochie van Samaria. Zijn preken hadden kennelijk veel succes, want zijn woorden oogstten
algemene instemming, toen de mensen hoorden wat hij zei en de tekenen zagen die hij
verrichtte. Daarover, zo lazen we, ontstond grote vreugde in de stad.
Het goed nieuws vernemen, zien wat dat in mensen teweeg kan brengen, enthousiast raken en
daar blij over zijn: dát heeft werkelijk met geloven te maken. Dáár is sprake van de werking van
de Geest, waarover Lucas en Johannes schreven.
Blij zijn, vreugde beleven, enthousiasme: als je hoort en leest over de conflicten en problemen
in onze Nederlandse kerkprovincie, valt het niet gemakkelijk om de moed erin te houden.
Immers: welke woorden van welke bisschop oogsten, zoals de woorden van Filippus, nog
algemene instemming? En welke pauselijke of kerkelijke uitspraken zijn reden tot grote vreugde
in de stad?
Toch zijn er tekenen van hoop, vreugdevolle uitingen van er samen de schouders onder willen
zetten. Dingen die heel concreet in onze eigen omgeving gebeuren en tot stand worden
gebracht. Zoals het geloofsdoek dat in de afgelopen vastentijd door onze
parochiegemeenschap is gemaakt. Zoals al die andere geloofsbrieven die tijdens de 8 mei-
manifestatie in Zwolle werden voorgesteld. Door op deze wijze je geloof te beleven en te delen
met anderen wordt de lamp brandend gehouden. Enmeer dan dat: kun je ook plezier beleven
aan je geloof, ondanks alle storm en tegenwind. Dan kan het weer gebeuren wat Lucas in zijn
Handelingen schreef: er ontstond grote vreugde in de stad.
AMEN
Terug
naar overzicht thema's
Terug
naar overzicht bijbelpassages