HIJ LEEFT!
Johannes 21, 1-19
Overweging Montfortparochie Tilburg, 12-13 april 1986
Met de regelmaat van de klok duiken er in de kranten telkens weer paginagrote verhalen op
over verschijningen. Met sensationele koppen en prikkelende vragen probeert men de
belangstelling te wekken van de lezers. Zo berichtte het Nieuwsblad ongeveer een jaar
geleden over de verschijningen van Maria in Medjugorje, een dorpje in een uithoek van
Joegoslavië, aan een zestal dorpskinderen uit die streek, drie en een half jaar lang, elke avond.
De verschijning draagt, zo vertellen de kinderen, een grijs gewaad, glimlacht meestal, voelt
aan als metaal, zweeft een eindje boven de grond en deelt een aantal geheime boodschappen
mee. Rond het kruis op de berg waar de verschijningen plaats vinden zouden allerlei
raadselachtige vuurverschijnselen zijn waargenomen. De plaatselijke pastoor en de
verantwoordelijke bisschop van het bisdom liggen met elkaar in de clinch over de
geloofwaardigheid van het verhaal van de zes kinderen. Inmiddels vonden meer dan vier
miljoen pelgrims hun weg naar het bedevaartsoord.
Afgelegen streken, abnormale verschijnselen, eenvoudige dorpsbewoners, geheime
boodschappen, bedenkelijke gezichten van artsen en kerkelijke overheden, een groeiende
stroom biddende en zingende pelgrims in overvolle dorpskerken:: steevast keren bijna al deze
elementen terug wanneer het om verschijningen gaat. En sinds jaar en dag hebben zij de
kerkelijke overheid aanleiding gegeven tot grote terughoudendheid. Van de ruim 200
verschijningen welke sinds 1945 over de gehele wereld zouden hebben plaats gevonden, is
geen enkele erkend. De Maria-verschijningen in Banneux, Fatima en Lourdes zijn dat wel,
maar dat wil overigens niet zeggen dat je erin moet geloven.
"In die tijd verscheen Jezus andermaal aan de leerlingen bij het meer van Tiberias. De
verschijning verliep als volgt…" Zo lazen we zojuist aan het begin van de evangelielezing uit
Johannes. Zeven leerlingen hebben de hele nacht tevergeefs gezwoegd, maar de vissen wilden
niet bijten. Wanneer ze in de vroege ochtend met hun boten op huis aan willen gaan, staat
Jezus hen op het strand op te wachten. De leerlingen herkennen hem echter niet. "Vrienden,
hebben jullie soms wat vis?" vraagt hij. Nee, want ze hebben immers niets gevangen. "Gooi
dan de netten uit", beveelt Jezus hen. En de zeven geven gehoor aan Jezus'verzoek, hoewel ze
er weinig fiducie in hebben. Maar de netten worden tot barstenstoe gevuld. Dan gaat Simon
Petrus een licht op: "Het is de Heer", schreeuwt hij uit, en stapt pardoes in het water om op
Hem toe te lopen. Op het strand wacht de leerlingen een nieuwe verrassing: een
houtskoolvuurtje met vis en brood er op. Jezus neemt het brood, breekt het en geeft het hen;
zo ook de vis. En hoewel geen van hen allen durft te vragen wie Hij is, hebben zij als goed
verstaander maar een half woord nodig. Het is Jezus, hij is niet dood, hij leeft!
In dit verhaal geen abnormale verschijnselen, geen geheime boodschappen, geen bedenkelijke
gezichten. Maar gewoon: een eenvoudig tafereel aan de oever van een meer, en een verbaasde
Simon Petrus die Jezus het eerst herkent en enthousiast op hen toe stapt. En dan begint het
verhaal: brood en vis, ze delen het met elkaar met Jezus in hun midden. Zo worden ze
herinnerd aan het Laatste Avondmaal en het wonder van de broodvermenigvuldiging. Een
mysterie waar ze stil van worden. Ze zien en weten, maar durven niet te vragen. Er gaat heel
wat door die zeven heen. Zeker bij Simon Petrus, die op de drievoudige vraag van Jezus
opnieuw de haan hoort kraaien. Zo glashard zijn ontkenning op die donkere avond van Goede
Vrijdag klonk, zo vurig legt hij nu, op die morgen aan het meer van Tiberias, getuigenis af
van zijn geloof: "Gij weet dat ik u liefheb!"
Met mensen zoals Petrus is het begonnen. Ook maar mensen, zoals u en ik. Niet meteen
rotsvast in hun geloof. Ze zijn er ook in gegroeid, met vallen en opstaan. En hun verhalen
roepen misschien herkenning bij ons op. Ook wij hebben allemaal onze grenzen, onze zwakke
momenten, wanneer we het niet meer zien zitten en het wel geloven. Daarom: eerst luisteren,
in verlegenheid, zoals de leerlingen. Serieus nemen wat je hebt opgevangen. En blijven
kijken: God weet, is het de Heer! Zien en weten, maar niet vragen. Gelukkig durven zijn in de
overtuiging dat Hij leeft!
AMEN
Terug
naar overzicht thema's
Terug
naar overzicht bijbelpassages