JEZUS ACHTERNA
Matteüs 4, 12-25
Overweging Montfortparochie Tilburg, 24-25 januari 1987
Het zal je maar overkomen: je bent druk doende met het aanhalen van je dagelijkse
boodschappen, wilt snel naar huis want de afwas moet nog worden gedaan, de bedden
opgemaakt, het eten klaargemaakt en de was gestreken… en je wordt staande gehouden in de
drukke supermarkt en vriendelijk uitgenodigd alles maar te vergeten en onmiddellijk mee te
gaan… Of je fietst ’s morgens naar je werk, in gedachten al bezig met wat er die dag zoal
gedaan moet worden, en wat van de week allemaal moet worden afgewerkt… tot iemand
jeplotseling aanspreekt en vraagt maar af te zien van al die voornemens, want er is belangrijker
werk te doen… Of je bent net van plan om er eens een weekendje op uit te trekken met de
kinderen of naar van de kinderen toe, en je krijgt te horen: vergeet die plannen maar, en ga met
mij mee…
Misschien zijn dit wel onterechte vergelijkingen met de situatie waarvan in het evangelieverhaal
van vandaag sprake is. Een situatie die wellicht ook iets onwezenlijks heeft: laat alles in de
steek, richt je blik op iets anders, ga een andere kant op. Vier mensen worden door Jezus
letterlijk van hun werk gehaald en aan een andere baan geholpen. Maar laten we nog eens wat
preciezer naar het verhaal kijken.
Wanneer Jezus hoort, dat Johannes de Doper gevangen is gezet, wijkt hij uit naar Galilea.
Jezus gaat voorbij aan Nazaret, het dorp waarin hij zijn jeugdjaren heeft doorgebracht. Hij laat
als het ware zijn geboortegrond in de steek en vestigt zich in Kafarnaüm, in het hoge Noorden,
aan de oever van het meer van Geneseret. Daar begint Jezus met het uitdragen van zijn
boodschap: bekeert u, want het Rijk der Hemelen is nabij. Wanneer hij dan op een dag aan het
meer van Genesaret verblijft, ziet hij daar twee vissers aan het werk: Simon Petrus en zijn broer
Andreas. Hij zegt tegen hen: laat je netten liggen en ga met mij mee, ik zal jullie tot vissers van
mensen maken. Zo zegt hij ook tegen twee andere vissers, Jakobus en Johannes, eveneens
broers van elkaar en bezig hun netten in orde te maken. Ook zij laten onmiddellijk hun werk in
de steek en volgen Jezus.
Opvallend in dit verhaal is het volgende. Het begin van het koninkrijk van God heeft niets van
doen met spectaculaire gebeurtenissen, het is geen voorpaginanieuws. Jezus’ boodschap klinkt
immers voor het eerst in een uithoek van Palestina. In Galilea: een veraf gelegen provincie in
het Noorden. Een gebied dat toendertijd gedachten opriep aan duisternis en heidenen. Galilea,
een duistere streek, waarin veel niet-joden woonden. Een grensgebied, dat al gauw ten prooi
viel aan vijanden. In deze uithoek van het land begint God aan de nieuwbouw van zijn Rijk. Een
tweede opvallend punt: Jezus’ volgelingen waren geen hoge omes of invloedrijke vrouwen,
maar gewone, eenvoudige vissers: mensen die hard moesten werken om hun boterham te
verdienen. Wel mensen die bereid waren op staande voet heel hun hebben en houden in de
steek te laten. Want zo radicaal staat het er: zij lieten terstond hun netten in de steek en
volgden hem. Een nieuwe taak lag voor hen klaar: mensen bij elkaar brengen.
Een klein en eenvoudig begin dus. Maar wel een begin, waardoor mensen op de been worden
gebracht. Zomaar, ogenschijnlijk in het voorbijgaan, roept Jezus zijn volgelingen. Zijn woorden
waren er kennelijk toe in staat mensen in beweging te brengen. Met achterlating van heel hun
bezit; boten, netten, werk, familie. Ze ruilen een veilig bestaan in voor een onzekere toekomst,
aangestoken als ze zijn door het enthousiasme en elan van Jezus´ oproep. Ze wagen het er op
hem achterna te gaan.
Het evangelieverhaal over de roeping van de eerste vier apostelen laat iets zien van het vuur
van het begin. Een begin dat ons soms misschien wel erg ver weg lijkt. Immers± een nieuw
begin roept gedachten op aan enthousiasme, belangeloze inzet. En wanneer je kijkt naar hoe
die toen klein begonnen kerk er vandaag de dag uitziet, dan zakt de moed je wel eens in de
schoenen. Het lijkt immers eerder bergafwaarts dan bergopwaarts te gaan. In plaats van
geestdrift en optimisme hoor je helaas zo vaak negatieve geluiden over geloof en kerk. Het ene
conflict is de wereld nog niet uit of het andere is al weer geboren. Veel mensen verlaten de kerk
omdat ze er niets meer in zien, of uit pure onverschilligheid, Anderen blijven, zij het niet zonder
pijn.
Maar ondanks alles ervaren veel mensen ook lichtpuntjes. En misschien is het ook wel beter te
vragen welke vreugde je beleeft aan je geloven. Eeuwenlang immers heeft Jezus´ boodschap
immers mensen in beweging weten te zetten. Altijd weer zijn zij in staat gebleken het
enthousiasme van de eerste vier volgelingen over te dragen± mensen als moeder Teresa,
bisschop Romero, paus Johannes XXIII, Peerke Donders, bisschop Bekkers en vele anderen.
Het evangelie van vandaag vraagt ons of ook wij in beweging te krijgen zijn. Zijn wij in staat uit
te breken uit de sleur van alledag, durven we platgetreden paden te verlaten en met nieuwe
ogen te kijken naar de uitdaging van de toekomst? Durven wij alles in de steek te laten om Hem
te volgen? Want zo simpel werd het 2000 jaar geleden gevraagd: “Komt en volg me – en
terstond gingen zij Hem achterna.”
AMEN
Terug
naar overzicht thema's
Terug
naar overzicht bijbelpassages