VITABERNA

 

 


Pastoraal atelier

Levoland 

Relimarkt

Bronnenmagazijn

 
JEZUS, ZOON VAN DAVID
2 Samuël 7, 1-5 en Lucas 1, 26-38
Overweging Montfortparochie Tilburg, 22-23 december 1984
Aan koning David's plannen om een juweel van een godshuis te gaan bouwen komt een vrij 
plotseling eind als de profeet Nathan hem duidelijk maakt dat God zich niet wil laten vangen 
en opsluiten in een door mensenhanden gemaakte woning. Gods aanwezigheid bij mensen is 
niet afhankelijk van een met pracht en praal behangen huis. De God van Israël trok immers 
met zijn volk mee in een tent, Hij was een echte trekkers-god, zonder vaste woon- of 
verblijfplaats, steeds onderweg, onder alle omstandigheden beschikbaar en nabij, direct 
aanwezig en aanspreekbaar.
Via de profeet Nathan laat God koning David dan ook van zijn voornemen afzien: David moet 
geen huis bouwen, nee, God belooft een huis voor David te maken: een belofte voor een 
nakomelingschap dat voor eeuwig het koningschap zal bezitten, ofwel, anders gezegd: God 
belooft het joodse volk een Messias, een redder, een bevrijder die met koninklijke macht 
bekleed voor altijd zal standhouden.
In de boodschap van de engel aan Maria wordt deze belofte in bijna letterlijke bewoordingen 
herhaald. Maria's kind zal groot zijn, zoon van de Allerhoogste genoemd worden en Hij zal 
koning in eeuwigheid zijn. De komst van dit kind is Gods initiatief, Gods werk: want "de 
heilige geest zal over u komen, en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen." Dit 
kind zal genoemd worden: Jezus, en dat betekent: God redt, God bevrijdt. In Jezus wordt de 
eeuwen geleden aan David gedane belofte werkelijkheid: Jezus is de lang verwachte Zoon van 
David, in Hem wordt de lijn van de heilsgeschiedenis verder doorgetrokken, opent zich een 
nieuw en verlossend perspectief voor de mensen.
Het is opmerkelijk dat deze heilsbelofte aangekondigd wordt aan David, een eenvoudige 
herdersjongen uit de steppe achter zijn schapen vandaan gehaald, en aan Maria, een 
eenvoudige jonge vrouw uit een onbetekenend plaatsje Nazaret. In al hun eenvoud vervullen 
beiden een sleutelrol in de heilsgeschiedenis en worden zij op één lijn gezet met de grote 
namen uit het huis van Israël, zoals Abraham en Mozes.
De beloften aan Maria en David gedaan zouden ons als muziek in de oren moeten klinken. 
Immers: hoe uitzichtsloos onze situatie soms ook lijkt te zijn, hoe onmachtig ten aanzien van 
de toekomst wij ons soms ook voelen, hoe bedreigend de ellende van de wereld ook op ons 
afkomt: de droom van de komst van een nieuwe David keert onophoudelijk terug. God houdt 
er niet over op en niets is voor Hem onmogelijk. In die zekerheid kon Maria ook zeggen: "Zie 
de dienstmaagd des Heren, ik ga met U mee, hoe onmogelijk het mij ook voorkomt, ga uw 
gang".
Het huis dat God wil bouwen is geen huis van angst en wantrouwen, maar een huis van hoop 
en toekomst. God houdt er niet over op.
AMEN

Terug naar overzicht thema's

Terug naar overzicht bijbelpassages