VREDE; EEN WANKEL
EVENWICHT
Overweging
Montfortparochie Tilburg, 24 september 1995
Het was op een van die warme zomeravonden,
- een avond zoals zovele in de zomer van 1995 - dat we buiten zaten te
genieten van de avondkoelte en de vrijheid die de vakantie bood. Eerder op
de avond hadden we op het Journaal de afschuwelijke beelden gezien van
vluchtende Serviërs uit de Krajina en van Kroaten die als vergelding uit
Bosnië verdreven werden. Een journaal, zoals zovele in de afgelopen
zomer; een journaal, waarvan de beelden nog lange tijd op je netvlies
blijven staan.
Op zo'n avond voel je in jezelf dan weer
het permanente gevecht tussen het genieten van de vrijheid en je betrokken
voelen bij de ellende. Je ervaart de geweldige spanning tussen de onmacht
om er als individu iets aan te doen, terwijl je beseft hoe machteloos je
bent. Je realiseert je dat je solidariteit feitelijk niet verder reikt dan
een girootje naar 999 of misschien je naam zetten onder een
handtekeningenactie, gericht aan de Bosnisch-Servische leiders.
Vrede: een wankel evenwicht tussen wat je
doet en denkt, tussen wat je wilt en wat je kunt. Het is een voortdurend
zoeken naar eenheid en verzoening van tegenstellingen, naar een
allesomvattend en samenhangend geheel, waarin orde en harmonie heerst.
Zoeken naar het evenwicht: in jezelf, bij anderen, tussen landen en
volkeren.
Als het om vrede gaat, zijn de eerste
gedachten die bij je opkomen: rust, gezelligheid, genieten, warmte,
tevreden zijn. Vrede verwijst graag naar een toestand, een situatie,
waarin het soms, heel even kan gebeuren: een moment van stilte en
sereniteit, van gelukzaligheid en harmonie van gevoelens. Een moment van
"zo zou het altijd moeten zijn", zweven tussen droom en
werkelijkheid.
Toch is er ook een andere kant aan vrede.
En dan klinken woorden als angst en bedreiging, oorlog en conflict; in het
groot en in het klein. Bang voor de ander, omdat die anders is dan jij en
een bedreiging kan vormen voor je eigen situatie. Angst om de ander te
accepteren zoals hij/zij is, omdat hij/zij er andere normen en waarden op
na houdt dan jijzelf. Hele volkeren komen ervoor in opstand omdat ze
elkaar het licht in de ogen niet gunnen, elkaar niet de kans geven
zichzelf te zijn. De wereld staat in brand, en zelfs met vereende krachten
zijn we niet of nauwelijks in staat oorlog en uitbuiting, volkerenmoord en
holocaust, terrorisme en uitbuiting te voorkomen en voor iedereen een
vreedzame samenleving te garanderen. En helaas moeten we constateren dat
gewelddadige conflicten nogal eens van godsdienstige oorsprong zijn of
gaandeweg een religieus karakter kregen. Voorbeelden te over: de
kruistochten, de heilige oorlog, neo-nazisme en jodenhaat, Ierland,
Bosnië. Godsdienst en oorlog blijkt een onzalig, maar dikwijls samen
gezien tweetal. Geen wonder dat we de God die in deze conflicten als
wapenschild wordt gebruikt niet als erg betrouwbaar zien, laat staan als
een beminnenswaardige God.
In de afgelopen maanden vierden we vijftig
jaar D-Day, vijftig jaar Slag bij Arnhem, vijftig jaar dodenherdenking en
bevrijding, vijftig jaar Hiroshima en Nagasaki, vijftig jaar Verenigde
Naties; maar worden nog bijna dagelijks geconfronteerd met onderlinge kamp
en strijd tussen volkeren: wanneer je op de wereldkaart alle brandhaarden
in beeld zou brengen, dan slaat de schrik je om het hart. Onze wereldvrede
en vredesaccoorden zijn gebaseerd op een wankel evenwicht: 49% voor de
Bosnische Serviërs, 51% voor de Moslim-Kroaten, alleen militair ingrijpen
als er economische belangen in het spel zijn, strijdende partijen uit
elkaar houden met Unifil of Unprofor: een wankel evenwicht.
"De dramatische gebeurtenissen in
Afrika en het voormalig Joegoslavië tonen hoe beperkt nog steeds de
mogelijkheden van de Verenigde Naties zijn. De frustraties die daarmee
gepaard gaan mogen ons niet weerhouden ons internationaal
medeverantwoordelijk te blijven voelen en daarnaar te handelen",
aldus koningin Beatrix afgelopen dinsdag in haar troonrede. Waarmee ze
niet alleen dat wankele evenwicht onderstreepte, maar tevens een oproep
deed om de handen uit de mouwen te steken, en niet te berusten in de
huidige situatie.
Maar zelfs als er geen oorlog is, betekent
dat niet dat er vrede zou zijn: het verhaal van de koning die twee
dienaren uitzond om te controleren of er in het land nog altijd rust en
vrede was mocht daarvan een goede illustratie zijn. De afwezigheid van
oorlog en wapens is immers geen garantie voor echte vrede, de vrede van
het hart: die vrede is immers een vrede, die gemáákt moet worden, te
beginnen in jezelf, zoals een oude spreuk van de Bond zonder Naam zei:
"Verbeter de wereld, begin bij jezelf."
En we weten allemaal, hoe moeilijk dat is.
Want wanneer je de ander als medemens erkent, ontstaan er twee
mogelijkheden: je gaat samen werken aan een rechtvaardige samenleving, aan
vrede, of het komt tot een botsing tussen de partijen: en opnieuw is er
sprake van een wankel evenwicht. Hoe snel raken we niet geïrriteerd over
kleine, onbetekenende dingen, gaan we op onze strepen staan als ons iets
niet zint, geven we iemand van katoen als die juist vraagt wat te dimmen?
We willen ons immers altijd zo graag waarmaken, een plaatsje op de eerste
rij gunnen, rechtvaardigheid opeisen, zoals de werkers van het eerste uur
in Matteüs' parabel van de arbeiders in de wijngaard.
Elkaar de ruimte geven, elkaar het licht in
de ogen gunnen, hoeft niet te betekenen dat je jezelf maar moet opgeven.
Je kunt niet altijd lief en aardig zijn, maar een houding van grondige
anti-pathie is het andere uiterste. Elkaar de ruimte geven, elkaar het
licht in de ogen gunnen, kan wél beteken, dat je je van harte openstelt
voor de ander, kritisch wilt luisteren naar zijn verhaal, de ander
accepteert zoals hij is, met al zijn grilligheden en onhebbelijkheden. Zo
kijkt die ander immers ook naar jou! En alleen door de handen ineen te
slaan, kunnen we zwaarden omsmeden tot ploegijzers. Waardoor het gevecht
tegen de wereld gestopt wordt en de vrede in jezelf kan beginnen.
AMEN
Terug
naar overzicht thema's
Terug
naar overzicht bijbelpassages