DE WONDERWIJN VAN KANA
Johannes 2, 1-12
Overweging Montfortparochie Tilburg, 18-19 januari 1986
Er bestaat een oude Chinese legende over een bruiloftsfeest. Omdat de familie nogal arm was
en onmogelijk zelf voor al het nodige voor het feest kon zorgen, besloten de gasten dat ieder
zelf een fles wijn mee zou brengen. Bij de ingang van de feestzaal stond een grote kruik en
ieder die binnen kwam deed netjes de inhoud van zijn of haar fles in die kruik. Als iedereen
binnen is kan het feest beginnen. De glazen worden gevuld, de bruidegom brengt een toast uit,
de gasten drinken… en kijken elkaar verbaasd aan wanneer ze geen wijn proeven, maar water.
Wat er gebeurd was, laat zich raden. Er waren gasten die dachten: och, één flesje water in de
grote kruik met wijn… dat valt toch niet op, dat proeft toch niemand… Achteraf bleek, dat
iedereen er zo over had gedacht en braaf en fles water had leeg gegoten in de kruik…
Je zou het verhaal over het bruiloftsfeest van Kana als het tegendeel van het zojuist verteld
verwaterd feest kunnen zien. In Kana was immers wijn in overvloed: zes stenen kruiken, elk
met een inhoud van ongeveer 100 liter; 600 liter wijn van uitstekende kwaliteit dus, geen
klein beetje. Gulle goedgevigheid van Jezus, zou je kunnen zeggen; een wonderdaad, verricht
op dringend verzoek van zijn moeder: "Ze hebben hier geen wijn. Je laat het feest toch zeker
niet in het honderd lopen?"
Op deze manier omgaan met de wonderwijn van Kana klinkt misschien wel populair, maar je
doet het verhaal er schromelijk tekort mee. Want waar het immers werkelijk om gaat, is niet
die wonderbaarlijke verandering van water in wijn, maar om de verkondiging van het Rijk
Gods, dat in Jezus zijn aanvang neemt. Laten we daarom het verhaal nog eens wat beter
bekijken.
Er is een bruiloft in Kana. Jezus en zijn vrienden zijn ook uitgenodigd. En zijn moeder is er
eveneens. Zo'n bruiloft in Jezus' tijd moet je je voorstellen als een feest dat vaak een hele
week duurde, en dat door veel mensen werd meegevierd. Een paar honderd liter wijn lijkt dan
ook overvloedig, maar moet je wel in díe verhoudingen zien: wijn voor de hele week, voor
alle gasten.
Het feest is in volle gang, wanneer Jezus' moeder – opvallend niet met haar naam Maria
genoemd, en door Jezus aangesproken als 'vrouw'- zegt als de wijn opraakt: "ze hebben hier
geen wijn". Nou en, horen we Jezus zeggen. Wat kan ik eraan doen? Mijn tijd is nog niet
gekomen. Maria schijnt zich er weinig van aan te trekken en knikt de bediende toe: doe nou
maar wat mijn zoon jullie vraagt. Dan staan daar, bij de ingang van de feestzaal, zes stenen
kruiken, volgens het reinigingsgebruik van de joden. In een stoffig land als Israël was het in
die tijd heel gebruikelijk dat gasten die aankwamen van een verre reis zich met dat water
konden opfrissen: water, dat staat dus voor een welkom, een verkwikking, reiniging. Maar de
kruiken zijn leeg: een teken dat al het reinigingswater dat klaarstond helemaal opgebruikt is.
Jezus vraagt de bedienden de kruiken tot bovenaan te vullen, er wat uit te scheppen en dat
naar de tafelmeester te brengen. Verbaasd over de goede kwaliteit van de wijn en zich
afvragend waar die ineens vandaan komt, snelt hij naar de bruidegom en stelt hem in kennis
van zijn merkwaardige ontdekking. In het verhaal moeten we raden naar het antwoord van de
bruidegom: we horen daar niets over. Wél staat er: zo maakte Jezus in Kana een begin met de
tekenen en openbaarde hij zijn heerlijkheid. En zijn leerlingen geloofden in hem.
Juist dít slot van het verhaal lijkt erop te wijzen dat het eigenlijk niet gaat om de hoeveelheid
water die Jezus in wijn veranderde, en ook niet om het precieze verloop van de spectaculaire
gebeurtenis; waar het werkelijk om ging is: als je in Jezus gelooft, gaat er een nieuwe wereld
voor je open, verandert je leven volledig. Water verandert in wijn: dit is geen truc, geen
toverkunst, maar een verandering in je hart: bekering, ommekeer. Als je zó gelooft, gebeuren
er wonderen: je begint te "zien". "Ze hebben geen wijn" betekent dan: ze kennen Jezus nog
niet, ze geloven nog niet in hem, ze hebben de heildronk op Jezus nog niet uitgebracht. Jezus,
de Redder, de Messias is daar: hij komt om ooit gedane beloften te vervullen. Het water wordt
niet weggegoten, maar veranderd: waardevol en levensnoodzakelijk water wordt tot kostbare
wijn: symbool van overvloed, vreugde, vervulling van beloften. Maar eerst moeten we de
kruiken van ons leven vullen, de lege kruiken van ons bestaan. We moeten ze boordevol
menselijkheid gieten, want water en wijn moeten één worden. Geen passief geloof dus, in de
zin van: eerst zien en dan geloven. Kana vraagt van ons een actief mee-doen. Zo hebben we
zelf het grootste aandeel in het wonder van Kana.
AMEN
Terug
naar overzicht thema's
Terug
naar overzicht bijbelpassages