Amos 6, 1a.4-7; Lucas 16, 19-31 Overweging woco-viering St. Caeciliaparochie Berkel-Enschot, 29 september 2001 Ik weet niet hoe het bij u is; maar na bijna drie weken staan de afgrijselijke beelden van de zwaar gehavende en instortende torens van het World Trade Centre, het brandende Pentagon en de enorme rookwolken boven de skyline van New York nog altijd scherp op mijn netvlies. Dinsdag 11 september 2001, voor mij misschien wel de zwartste dag uit onze wereldgeschiedenis. Amerika in het hart getroffen. Niet alleen Amerika bloedde, maar de hele wereld leek en lijkt in brand te staan: economisch, financieel, politiek, cultureel, maar vooral: vooral menselijk. Bijna drie weken later. Inmiddels is het dagelijkse openbare leven in Manhattan en overal ter wereld weer op gang gekomen. Back to business, maande de Amerikaanse president het volk. Het werk moet weer opgepakt worden, anders begint de wanhoop. Het leven moet een doel blijven hebben, las ik in de krant; een uitspraak van een Amerikaanse burger. Het puin is nog lang niet geruimd en duizenden slachtoffers nog lang niet geborgen. De onzekerheid over het lot van zoveel vermisten lijkt mij voor velen een bijna ondraaglijk lijden. Stille tochten, herdenkings- en gebedsdiensten, overal ter wereld. Drie minuten stilte, wereldwijd. Terechte en authentieke gebaren van solidariteit. Maar als ik alle minuten tijd zou optellen, dat ik stil had willen staan bij aangedaan onrecht aan mensen, dan zouden dat vele, vele uren zijn. Om te denken aan slachtoffers in Srebrenica, Kosovo, Ruanda, Nigeria, Mozambique, Irak, Palestina. De periode van rouw is inmiddels afgesloten. Maar de wond die is geslagen, zal nog weken, maanden, jaren pijnlijke herinneringen oproepen. Misschien is de wereld is vanaf 11 september écht anders geworden. De wereld op z'n kop; uit balans, het evenwicht verloren. Niet voor even, maar misschien wel voor altijd omgekeerd. Vandaag, tweede zondag van de Vredesweek. Een vervreemdende ervaring: bidden voor vrede, terwijl de oorlogsmachine op volle toeren draait. Opbouw van militaire troepen, bommenwerpers operationeel. Commando-eenheden in Afghanistan. Voortdurende schendingen van het staakt-het-vuren tussen Israël en de Palestijnen. Botsingen tussen culturen, ook in ons eigen land. Zwaar mishandelde dakloze man aan mishandelingen bezweken. Zestienjarige jongen doodgestoken. Zware zeeslag tussen Tamils en SriLankaanse mariniers. Een heilige oorlog voor de deur. We houden onze adem in voor de gevolgen van wat er bijna drie weken geleden gebeurde. We weten dat angst een slechte raadgever is. We bidden om vrede. We willen niet dat van onze wereld een troosteloze ruïne wordt gemaakt. Maar de vrede lijkt uitgerekend nu veel verder weg en oorlog veel dichterbij dan ooit. De roep om vergelding lijkt vele malen harder te klinken dan vrede. Een wereld vol tegenstellingen, uit balans, het evenwicht verloren. En dan de parabel van Lazarus en de rijke man. Ook al zo'n verhaal vol tegenstellingen. De rijke – niet zo maar een rijke, maar een echte levensgenieter – met zijn prachtige kleren, de hele dag volop feestvierend; en Lazarus, zonder kleren en vol met zweren, snakkend naar wat schamele etensresten. Een sjieke begrafenis voor de rijke man, met veel volk erbij; en Lazarus die in stilte begraven wordt. Hel en verdoemenis voor de rijke man; en Lazarus die door engelen de hemel in wordt gedragen. De rijke man, die eerst medelijden om zichzelf vraagt: een druppel water is al voldoende om zijn pijn te verzachten; - maar zijn smeekbede wordt niet verhoord. De rijke man, die zijn familieleden alsnog wil beschermen voor het naderend onheil dat hen zal overkomen als ze het roer niet omgooien: maar ook dit voorstel wordt verworpen. Als ze immers niet luisteren naar Mozes en de profeten, zullen ze ook niet luisteren naar Lazarus. Tegenstellingen. Grote afstand tussen Lazarus en de rijke. Weelderige overvloed tegenover onmenselijke ellende. De wereld op zijn kop. Omgekeerd. We veroordelen hen meestal snel, mensen met aanzien en bezittingen. "Het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen." "Boontje komt om zijn loontje." Wraakzuchtige reacties, uit op vergelding: "Wacht maar, het zal later wel worden rechtgezet." "Wie niet voor ons is, staat aan de kant van het terrorisme": zei president Bush. "We zullen ons verzetten, we zullen niet buigen": zei Oprah Winfrey. Begrijpelijke reacties. Maar herstel je er het evenwicht mee? En wordt het risico van verstoring van de balans er juist niet veel groter door? Het verhaal van Lazarus en de rijke man dat de evangelist Lucas ons vandaag vertelt, wil ons vooral laten nadenken over het feitelijke onrecht in onze samenleving. Ons de ogen openen voor wat er misgaat in onze samenleving, vroeger en nu, dichtbij en wereldwijd. De weg wijzen naar een wereld omgekeerd, de weg naar een andere samenleving waar geen kloof meer is tussen arm en rijk. Jezus laat er geen twijfel over bestaan hoe hij tegen rijkdom aankijkt. Hij protesteert er bij herhaling tegen, en kiest onvoorwaardelijk partij voor de armen. Ook Amos – we hoorden hem in de eerste lezing – spreekt in dit opzicht klare taal in zijn striemende aanklacht tegen de rijke klasse, hun zorgeloosheid en hun luxe, veilig afgeschermde leventje: "Jullie liggen daar maar op je ivoren bedden te feesten, zonder je te bekommeren om het onrecht dat je anderen daarmee aandoet." Actuele beschuldigingen, moeten we misschien met schaamte vaststellen. We voelen ons gerust, omdat alles goed lijkt te gaan. Totdat een groot leegstaand pand gebruikt zou kunnen gaan worden als asielzoekerscentrum. We kopen het, en laten het bewaken. Totdat een weerzinwekkende aanval de hele wereld op zijn kop lijkt te zetten en de fundamenten van de samenleving in elkaar laat storten. Totdat het vertrouwde gevoel van veiligheid en geborgenheid ineens op losse schroeven komt te staan en een wereldbeeld aan gruzelementen wordt geslagen. Ook vandaag de dag liggen ze nog steeds met duizenden voor de poort van het rijke westen: in de krottenwijken van Bombay, Rio de Janeiro, Manilla. Hebben wij echt oog voor hen? Bestaan ze werkelijk voor ons? Wat doen we met onze rijkdom? Laten we geluk en waarde afhangen van bezittingen, van materiële rijkdom, van macht? In dat geval, zegt Jezus, ben je bezeten door je eigen rijkdom, je bent er de gevangene, het slachtoffer van. Je hebt je, zoals de rijke man, geïsoleerd, afgesloten van wat je werkelijk rijk kan maken: anderen laten delen in jouw geluk. Maar onze rijkdom ligt, denk ik, niet in wat je pakt, maar in wat je geeft. Je waarde niet in wat je hebt, maar in wat je bent. De wereld omgekeerd. AMEN |