VITABERNA

 

 


Pastoraal atelier

Levoland  Relimarkt Bronnenmagazijn
 

GELOOF, HOOP EN LIEFDE
Handelingen 8, 5-8; 14-17 – Johannes 14, 15-21

Overweging woco-viering St. Caeciliakerk Berkel-Enschot, 4 mei 2002

Velen – en als ik goed kijk: de meesten onder u – zullen zich ongetwijfeld nog wel de oefeningen of akten van geloof, hoop en liefde uit de oude katechismus herinneren. Ze stonden – en ik heb het op moeten zoeken! – tussen de vijf geboden van de Kerk en de oefening van berouw in. Ze eindigden met de woorden:

- Heer, vermeerder mijn geloof
- Heer, versterk mijn hoop
- Heer, geef mij steeds meer liefde

Waarschijnlijk hebben ook velen van u ze ontelbare keren van buiten geleerd en opgezegd op school. Ook al had je daar als kind lang niet altijd zin in. Geloven was in die tijd vooral een kwestie van het kennen van de leer, opgevat als een samenhangend geheel van waarheden die de Kerk je voorhield. Daarmee wist je precies waar je aan toe was en het was allemaal zo klaar als een klontje. Bovendien kwam je er niet onderuit bij de voorbereiding op het vormsel of bij de plechtige hernieuwing van je doopbeloften. En voorzover je een en ander op latere leeftijd vergeten mocht zijn: bij de voorbereiding op het huwelijk stuurde de pastoor je wel op herhalingsoefening.

Misschien dat een aantal van u op sommige momenten met wat weemoed terugdenken aan die tijd. Ouders hoor je wel eens zeggen dat ze bij de geloofsopvoeding van hun kinderen de steun van de traditie missen. Ze voelen zichzelf onthand en weten het zelf ook allemaal niet meer. Vraag kinderen wat Hemelvaart of Pinksteren voor hen betekent: tien tegen een dat ze je het antwoord schuldig moeten blijven. En vaak is niet alleen het antwoord het probleem, maar zelfs de vraag al. Zoals jaren geleden in Amsterdam eens ergens met een viltstift op de muur geschreven stond: "Jezus is het antwoord". Waaronder iemand had geschreven: "Wat is de vraag?"

Als opa en oma heb je misschien ook wel eens moeite met de manier waarop je eigen kinderen hún kinderen godsdienstig opvoeden. En ook leerkrachten op basisscholen voelen zich niet zelden onthand, omdat ze vaak op geen enkele manier aanknopingspunten meer kunnen vinden... Wie goed heeft geluisterd naar de lezingen van zojuist, zal het misschien zijn opgevallen dat er sinds de tijd van Lucas – de schrijver van de Handelingen – en Johannes eigenlijk niet zoveel veranderd is.

Om met Johannes te beginnen. De taal van Johannes vind ik niet gemakkelijk. Hij schrijft in beelden. Beelden die ons niet allemaal even vertrouwd meer zijn. Beelden die niet zo vanzelfsprekend meer zijn. Als het om geloven gaat, dat gaat het om liefhebben en de geboden onderhouden, zegt Johannes. En ook: stug volhouden, de ander serieus nemen, solidair met hem of haar zijn. De geboden onderhouden heeft, denk ik, dan ook niet zozeer te maken met het voldoen aan allerlei morele voorschriften, maar betekent zoiets van: de weg van Jezus willen gaan, daadwerkelijk in je leven willen doen wat Jezus deed. Da kun je hopen op een nieuwe toekomst, dan wordt er een belofte in het vooruitzicht gesteld: een helper, de Geest van waarheid. Of anders gezegd: iets of iemand die je kracht geeft om je staande te houden in de werkelijkheid van vandaag, met beide benen op de grond.

Geloof, hoop en liefde: de evangelist Johannes verbindt deze woorden met een paar zinnen aan elkaar en noemt ze als het ware in één adem. Maar het kost ons een heel leven lang om die verbinding voor onszelf helder te krijgen. Want geloven in deze tijd is er een stuk moeilijker op geworden. Het is in ieder geval niet meer het klakkeloos aanvaarden of van buiten leren van een aantal vastliggende waarheden en leerstellingen. Geloven vraagt van ons ieder persoonlijk meer eigen verantwoordelijkheid en keuzes.

De eerste lezing, uit de Handelingen, vertelde iets over het leven van de eerste christenen en over hun situatie tijdens de vervolgingen in Jeruzalem. Wat mij in de lezing uit Handelingen opvalt, is: geloven heeft te maken met horen, zien en vreugde beleven. Zo hoorden we dat Filippus het evangelie, het goede nieuws, verkondigt in Samaria. "Vijandig gebied", want Joden en Samaritanen gingen niet met elkaar om. De preken van Filippus hadden kennelijk veel succes, want ze oogstten algemene instemming, toen de mensen hoorden wat hij zei en toen ze de tekenen zagen die hij verrichtte. Daarover, zo hoorden we, ontstond dan ook grote vreugde in de stad.

Geloven heeft dus te maken met het goede nieuws horen, de Geest krijgen, zien wat dat in mensen teweeg kan brengen en daarover enthousiast raken.

Het is duidelijk, dat in tijden van vervolging je geloof niet zomaar iets vanzelfsprekends is. Je wordt als het ware gedwongen tot een persoonlijke en bewuste keuze, je moet er zelf achter willen staan. Ook Johannes schreef zijn evangelie in de eerste eeuw van het christendom, toen de geloofsoverdracht afhing van kleine groepjes christenen temidden van een vijandige wereld. Johannes schreef bovendien voor mensen die Jezus nooit met eigen ogen hadden gezien of eigenhandig hadden aangeraakt of gesproken. Ook deze mensen stonden dus voor de vraag: wat geloof ik nou eigenlijk, wie helpt me daarbij en hoe geef ik mijn geloof door aan anderen?

Blijdschap, vreugde, een vuur ontsteken, enthousiasme: daar zou het in het geloof om moeten gaan. Helaas laat de werkelijkheid nogal eens een ander beeld zien.

- Een museum dat niet alleen de christelijke wortels bloot legt, maar ook de joodse, oosterse en arabische wortels, wordt onder curatele gesteld.
- Een kerkelijke begrafenis na euthanasie: de media melden ons niets dan problemen.
- Bisschoppen die in Rome op het matje worden geroepen en priesters in hun land tot de orde moeten roepen.
- En welke uitspraken van de kerk oogsten vandaag de dag nog algemene instemming, zoals de woorden van Filippus? En welke maatregelen zijn momenteel nog reden tot grote vreugde in de stad?

Toch zijn er ook veel tekenen van hoop en liefde. Enthousiaste initiatieven om samen ergens de schouders onder te zetten. Dingen die heel concreet in onze eigen omgeving gebeuren en tot stand worden gebracht.

- Onze jaarlijkse Jobviering volgende week, binnen en buiten de kerk.
- Onze mozaïekavonden, waar we stil kunnen staan bij de achterkant van wat er zoal in ons leven gebeurt.
- Onze weekendvieringen die je weer energie voor de komende week geven.
- Onze werkgroepen die zich enthousiast inzetten voor van alles en nog wat.
- Ons kerkgebouw, dat de status van monument heeft verkregen.
- Onze nieuwe pastor, die morgen wordt ingehuldigd.

Door op deze manier je geloof te beleven en te delen met anderen, wordt de lamp brandend gehouden. En meer dan dat: je kunt ook een hoop plezier beleven aan je geloof. Als je dat ervaart, dan kan misschien weer gebeuren wat Lucas in zijn Handelingen schreef: er ontstond grote vreugde in de stad.

AMEN

Terug naar overzicht thema's

Terug naar overzicht bijbelpassages