Het zal je maar overkomen: je bent met z’n tweëen op weg naar de
stad en je bent met elkaar nog druk aan het napraten over wat er zich de
voorbije week allemaal heeft afgespeeld.
- je bent oma of opa geworden,
- je hebt onverwachts afscheid moeten nemen van een goede vriend of
vriendin,
- een van je kinderen is op kamers gaan wonen,
- je buurman in het ziekenhuis voor een riskante operatie,
- je oudste kleinkind gaat scheiden.
Halverwege ontmoet je een verre neef die de weg met je vervolgt en
zich ook nog eens mengt in je gesprek, verbaasd als hij is waarover je
het toch allemaal hebt.
Een spontane reactie volgt: "Maar weet je dan niet wat zich de
afgelopen week zoal in onze familie heeft afgespeeld?"
Zo ongeveer zou de situatie geweest kunnen zijn van de twee
leerlingen van Jezus, vanuit Jeruzalem op weg naar Emmaüs. Ze zijn
angstig, teleurgesteld en ontgoocheld na de afschuwelijke gebeurtenissen
rond het Paasweekeinde. Een aantal van hen heeft zich in huis verschanst
en houdt deuren en luiken gesloten, bang als ze zijn voor represailles
of onlusten. Ook andere leerlingen hebben er totaal geen benul meer van
hoe het nu verder moet. Er rest hen maar één ding: terug naar af,
terug naar Emmaüs. Pas als de vreemdeling die zich bij hen heeft
gevoegd het brood breekt en de zegen uitspreekt, herkennen ze in hem
Jezus en gaan hun ogen open.
Alle vier de evangelisten besluiten hun verhaal over Jezus’ lijden
en dood met een of meerdere verhalen waarin Jezus verschijnt aan zijn
leerlingen. Ongetwijfeld deden dit soort verhalen kort na de dood van
Jezus de ronde in en rond Jeruzalem. Want dat gaat zo met verhalen:
"Heb je dat ook gehoord, wat er allemaal gebeurd is? En ze zeggen
dat... En ik heb ook nog horen vertellen dat ze..." Enzovoort.
Lucas heeft dit gegeven in zijn evangelieverhaal uitgebouwd tot een
prachtige novelle van de Emmaüsgangers; een van de mooiste paasverhalen
die we hebben, denk ik.
Het is erg verleidelijk om dit soort verhalen te zien als getrouwe
reportages van een aantal historische gebeurtenissen die elkaar
opvolgden. Want de verrijzenis- en verschijningsverhalen zoals de vier
evangelisten ze optekenden, verschillen nogal eens van elkaar en spreken
elkaar zelfs op sommige punten tegen. Daarom loop je ook hopeloos vast
als je deze paasverhalen wilt lezen als een nauwkeurig verslag. Van de
andere kant zijn deze verschijningsverhalen ook niet zomaar wat
literaire aanhangsels, bedoeld als een soort ‘happy end’, een
sprookjesvertelling met ‘eind goed, al goed’.
Is het verhaal over Emmaüs dan een onbetrouwbare, mysterieuze
vertelling met een mistige hoofdfiguur en onduidelijke rituelen? Nee,
dat lijkt me niet. Daar is het verhaal te realistisch voor.
"Iedereen leeft maar door, alsof er niks gebeurd is", lijken
de leerlingen te denken. Een vaak gehoorde opmerking, als je
geconfronteerd wordt met het wegvallen van iemand die je zo lief was. Je
zou hem of haar het liefst nog een keer in levende lijve willen zien,
zijn aanwezigheid willen voelen, zijn stem herkennen, willen dat zij of
hij nog eens eindje met je mee zou kunnen lopen. En soms gaat dan ook
het verhaal dat grenzen tussen leven en dood worden overschreden en dat
mensen werkelijk contact hebben gemaakt met de overzijde van ons aardse
bestaan. Geen verhaal dat in het rijk der fabelen thuishoort, maar een
realistische, intense beleving van een verloren ander, die zich
uitdrukkelijk en lijfelijk manifesteert.
Is het Emmaüsverhaal dan een stoffig verhaal, ver-van-mijn-bed en
uit lang vervlogen tijden, met weinig actualiteitswaarde voor vandaag de
dag? Ik denk het niet. Maar de vraag is dan wel, wat dit verhaal dan
voor u, voor mij, voor ons kan betekenen. Misschien het volgende.
Als bepaalde verwachtingen niet uitkomen – en wie maakt dat niet op
zijn tijd eens mee? – dan kunnen teleurstelling en wantrouwen je leven
gaan beheersen. - De vriendin bijvoorbeeld of je broer met wie je dacht
alles te kunnen delen, laat het op een belangrijk moment in je leven
afweten.
- Je kind dat je dacht goed te hebben opgevoed, kiest een levensweg
waarmee je moeite hebt en die je niet goed begrijpt.
- Je bidt de sterren van de hemel om je ernstige zieke tante weer gezond
en wel thuis te zien. Maar God lijkt de grote afwezige.
En wat doe je dan als je teleurgesteld bent in God en de mensen? Je
sluit je af, je geeft het op, je bent onbereikbaar voor de ander. En dan
komt er zomaar iemand naast je lopen en je merkt dat die iemand
belangstelling voor je heeft, luistert naar jouw verhaal en daarvoor
begrip toont. Verdriet om verlies te boven komen kun je niet in je
eentje. Natuurlijk moet je het zelf doen, maar een medemens die
liefdevol een tijdje met je meeloopt, je angst en je zorgen wil delen:
zo iemand is van onschatbare waarde. Dat samen onderweg zijn, samen iets
verwerken, kan je leven diepte, zin en nieuw houvast geven.
In die zin is het Emmaüsverhaal een verhaal dat met onszelf, met ons
geloven te maken heeft. En dan gaat het niet om zekerheden, verstand en
feiten, maar eerder om groeien, op weg gaan, vallen en opstaan. Soms zie
je het misschien zelfs niet meer zitten en zakt de moed je in de
schoenen. Met de leerlingen van Jezus bevinden we ons dan in goed
gezelschap. Ook zij hebben hun angst en teleurstelling moeten
overwinnen, en pas dan zagen zij hoe God achter de schermen werkzaam
was. Met zó’n God wil ik graag op weg: meedwalen over de paden van
het bos, als een mens die gewoon de weg met je gaat.
AMEN