Echte Oranje-fans bleven natuurlijk hopen dat het wonder zich op 9
juli zou voltrekken: Nederland in de finale en dan wereldkampioen
worden. Een kwestie van vertrouwen natuurlijk. Ik houd het er wat dit
betreft maar op, dat wonderen niet echt bestaan, maar dat je natuurlijk
wel mooie dromen kunt hebben. Een kwestie van vertrouwen.
Op onze website las ik een impressie van de Lourdesreis, afgelopen
mei. "Op maandagmiddag zijn we met 18 personen naar de Pyreneeën
geweest. We hebben daar een waterval bezocht en heerlijk rondgewandeld.
Op de terugweg waren we ineens met 21 mensen. Het wonder was
geschied." Wonderen in Lourdes – ook een kwestie van geloof en
vertrouwen. Maar dan toch ietsje anders.
Wonderen. We worden ermee verwend, vandaag in het evangelie. Het
lijkt niet op te kunnen: twee wonderverhalen tegelijkertijd!
Het eerste wonderverhaal speelt zich eigenlijk tussendoor af. Op weg
naar het ernstig zieke dochtertje van synagoge-overste en wanhopige
vader Jaïrus, geneest Jezus een vrouw die al twaalf jaar aan
bloedvloeiing lijdt. In die tijd niet alleen een lichamelijk ongemak,
maar ook in religieus en sociaal opzicht een straf: zo’n vrouw
beschouwde men als onrein en daarom mocht ze zich niet onder de mensen
bewegen. Want anderen zouden er dan ook onrein van worden. De vrouw
raakt Jezus van achteren aan zijn kleed aan en zij geneest direct.
"Je geloof heeft je gered", zegt Jezus tegen haar. Een kwestie
van vertrouwen.
Amper dat gebeuren achter de rug, wekt Jezus het inmiddels
doodgewaande dochtertje van Jaïrus, een meisje van twaalf jaar, tot
leven. Iedereen denkt dat Jezus’ hulp te laat komt, want ze is toch al
gestorven. Nee, zegt Jezus, ze is niet dood, ze slaapt. Ondanks dat de
omstanders hem uitlachen, laat Jezus zich niet van de wijs brengen. Hij
pakt het meisje bij de hand en zegt haar op te staan. En ze staat op.
Als Jezus weg gaat, drukt hij iedereen op het hart er niet verder over
te praten. "En vergeet vooral niet om haar eten te geven",
voegt hij er nog aan toe. Het klinkt als een praktisch advies, dat de
verbaasde omstanders weer tot de realiteit van het leven moet brengen.
Tussen de beide wonderverhalen zijn zowel overeenkomsten als
verschillen te ontdekken. De overeenkomsten. Twee vrouwen worden gered.
Twee maal is er sprake van twaalf jaar. Twee maal gebeurt de genezing
door aanraking. De verschillen. Een volwassen vrouw tegenover een meisje
van twaalf jaar. De volwassen vrouw buiten, op straat, tussen de
menigte. Het meisje binnen, in de beslotenheid van de treurende familie.
De rode draad die door beide wonderverhalen door loopt: geloof op basis
van vertrouwen.
Talita koemi: meisje, sta op! Wat zouden de ouders van de kleine
Sophie, slechts dertien jaar oud en vorige week plotseling overleden
tijdens een zeilkamp met medeleerlingen van haar school, wat zouden de
ouders van Sophie het graag gehoord hebben: Meisje, sta op! Maar voor
Sophie geen Jezus, geen wakker worden uit een slaap. Ook niet voor de
Belgische stiefzusjes Nathalie en Stacy, zo plotseling en gruwelijk van
het leven ontnomen.
Opstaan: een oproep aan ons allemaal. Sta op, vergaap je niet langer
aan alle bling bling om je heen. Laat die dooie boel achter je, kijk
naar de levende mensen overal om je heen. Staar je niet blind op suffe
vergaderagenda’s en praatpapieren. Trek naar buiten en raak in gesprek
met je medemensen om je heen! Luister naar wie je tegenkomt, vertel aan
elkaar je verhaal!
Is dat wat Jezus ons met dit verhaal wil zeggen? Het sluit in ieder
geval perfect aan bij wat wij als parochie willen zijn: Caecilia
binnenste buiten. Een gemeenschap van mensen die elkaar zien, naar
elkaar luisteren en op elkaar betrokken zijn in het leven van alledag.
Mensen dus in verbondenheid met elkaar, vreugde en verdriet, hoop en
wanhoop delend. En dat hoeft allemaal niet in plechtige bijeenkomsten of
gesprekken. Nee, dat kan gewoon bij de groentenafdeling van Albert Heyn
of de Plus, bij de Bruna of als je elkaar ziet bij het buitenzetten van
de container. Als je er maar in gelooft dat het kan.
Vorige week is ons monumentje voor doodgeboren kindjes geplaatst en
ingezegend. Er staat een prachtige tekst ingebeiteld:
ik kijk omlaag,
ik kijk omhoog
en zie geen dood,
maar ik zie God
met ons kind op schoot
U nam nog vóór u had gegeven
een leventje dat niet eens mocht leven;
toch al zo kostbaar in uw ogen
dát Heer alleen
wil ik geloven
God met een kind op schoot: hij wil niet de dood, maar het leven. Dat
is wat de eerste lezing uit het boek Wijsheid ons laat weten. "God
schept geen behagen in de ondergang van het leven": hij wil het
kwaad niet, hij maakt de dood niet. Maar de realiteit gebiedt ons te
accepteren dat een wereld zonder lijden en dood niet bestaat. Omlaag en
omhoog kijken, God zien en geloven: dat is authentiek vertrouwen in het
goede. En alleen met mensen om je heen kun je je wanhoop en hoop, je
vreugde en verdriet delen met elkaar.
"Het mag een wonder heten dat je het er zo goed hebt
afgebracht", zei de politie tegen mijn zus, nadat ze vorige week
tussen Haaren en Esch van de weg was afgeraakt en in de sloot beland.
Even weggezakt, de ogen dichtgevallen. Daags nadien stuurde ze een
e-mail, waarin ze schreef dat ze die dag waarschijnlijk een hele goede
engelbewaarder bij zich had gehad.
Misschien, dacht ik, dat wonderen tóch bestaan.
AMEN