Prediker 1,2; 2, 21-23 – Lucas 12, 13-21 Overweging woco-viering St. Caeciliaparochie Berkel-Enschot 5 augustus 2007 Toen ik vorige week na een middagje IKEA in Breda in de auto stapte, viel mijn oog op een groot, geel reclamebord met de tekst: "Hebberig? Profiteer nu van álle voordelen! Wordt gratis lid van de IKEA-family". Ik dacht: ja, zo zit het tegenwoordig in elkaar: met een beroep op het wij-gevoel (familie) word je verleid tot het doen van aankopen en uitbreiding van je bezittingen. Nu heb ik niets tegen IKEA. Integendeel, het is best gezellig om er een paar uurtjes rond te lopen en wat leuke ideeën op te doen en ze planten, begrijp ik, voor iedere gekapte Skandinavische boom een nieuwe. Maar toch… op een slimme manier probeert zo´n multinational je hebben en zijn met elkaar te verbinden: je hoort er pas echt bij als je voldoende van onze spullen in huis hebt. Anders gezegd misschien: je bent wat je hebt, je wordt gemeten met de maat van wat je bezit. Van IKEA naar Prediker en Lucas. De rijke dwaas uit het evangelie verzamelt schatten voor zichzelf. Maar de oogst is zó overvloedig dat hij grotere schuren moet bouwen om alles op te slaan. Dan klinkt de waarschuwing van Jezus: loop niet te hard van stapel, want als je plotseling dood gaat, moet je toch alles achterlaten. En Prediker doet daar nog eens een flink schepje bovenop: je kunt je wel aftobben en inspannen, maar alles wat je verdient moet je toch afgeven aan anderen. En wat heb je dan aan al je geploeter? Maak er maar het beste van en probeer zoveel mogelijk van het leven te genieten, je kunt de wereld toch niet veranderen. Alles is ijdelheid. Onze samenleving van vandaag de dag is volledig gericht op economische groei: zonder groei geen vooruitgang. Als jij niet inspringt op het gat in de markt, doet een ander het wel. Het is eten of gegeten worden. Natuurlijk is het aangenaam en gemakkelijk als je genoeg reserves op de bank hebt dat je je niet voortdurend zorgen hoeft te maken over de dag van morgen. Toch stel je met bezit en rijkdom je leven niet zeker, laat Jezus horen. Een doodshemd heeft immers geen zakken, zegt ook de volksmond. Ophouden dan maar om de toekomst vorm te geven en de boel de boel laten, zoals Prediker suggereert? Nee, ik denk niet dat dat de bedoeling kan zijn. Natuurlijk moet er tijd zijn om te genieten van het goede van het leven, als een weg van hoop naar de toekomst. Genieten van het goede, zonder bijsmaak en schuldgevoelens: dat is een stukje bevrijd leven, gelukkig zijn te midden van de schaduwkanten van het bestaan, blij zijn ondanks misschien ook wel eens sombere dagen. En natuurlijk moeten we onze eigen huishouding op orde houden en blijven werken aan een gezonde samenleving, in allerlei opzichten. Maar in plaats van ongebreidelde groei kun je ook kiezen voor grenzen aan die groei: genoeg is genoeg. Je kunt best je oogst goed opbergen en je mag zeker genieten van de opbrengst van je arbeid. Daar is niks mis mee. Maar echte rijkdom vind je alleen in jezelf en in het contact met anderen. Investeren in medemensen levert oneindig meer op dan het verzamelen van rijkdommen. Want als het om geluk en voorspoed gaat, ligt daar de basis, zeker weten. Soms komen gedachten je onverwacht tegemoet en kruisen teksten de weg die je op dat moment gaat. Zoals het reclamebord van IKEA. De tegenhanger ervan trof ik aan op een glas-in-loodraam van Jan Verhallen, de glazenier die de ramen in onze Maria- en Job-kapel maakte. Er stond een afbeelding op van een boer die met paard en kar vol zakken graan op weg is. En daaronder de tekst: "Alles wat je bezit, is op weg naar anderen." Misschien een goede impuls voor een revolutionair nieuw reclamebord van IKEA: "Alles wat wij bezitten, willen wij graag de weg laten vinden naar anderen." AMEN |