JAARTELLINGEN
Joodse jaartelling
Het Joodse jaar is een zogenaamd maanjaar. In een maanjaar duurt een
maand net zolang als de tijd die de maan nodig heeft om een volledige baan
rond de aarde af te leggen. Gemiddeld is dat 29 en een halve dag. Iedere
maand heeft daarom 29 of 30 dagen. De twaalf maanden van het jaar duren dan
354 dagen, wat het noodzakelijk maakt 7x in de 19 jaar een schrikkelmaand
toe te voegen. De Joden beginnen hun jaartelling bij de schepping van de
wereld, die ze berekend hebben even voor middernacht, in de nacht van 6 op 7
september 3760 jaar voor het begin van de christelijke jaartelling.
Christelijke jaartelling
De christelijke jaartelling begint bij de geboorte van Jezus. Maar
pas veel later zijn de christenen dat belangrijke moment als begin gaan
nemen: in het jaar 532. Precies konden ze Jezus’ geboorte toe niet meer
bepalen. Volgens sommige geleerden is Jezus eigenlijk al in het jaar 4 voor
Christus geboren! De kerken hebben nog een eigen kalender: de kalender van
het kerkelijk jaar begint met de advent (vier weken voor Kerstmis).
Islamitische jaartelling
De islamitische jaartelling begint in ons jaar 622. In dat jaar
vluchtte de profeet Mohammed van de stad Mekka naar de stad Medina. In Mekka
werden verschillende goden vereerd. Toen Mohammed preekte over één God,
kreeg hij veel vijanden en moest hij vluchten. In Medina werd hij gastvrij
ontvangen. Voor moslims is het nu dus het jaar 622 - ons huidige jaar.
Tegenwoordig gebruiken de meeste islamitische landen de gregoriaanse
kalender naast de islamitische. De gregoriaanse kalender werd ingevoerd door
keizer Julius Caesar die het begin van het jaar verplaatste naar 1 januari.
Boeddhistische jaartelling
De boeddhistische kalender begint te tellen in ons jaar 543 voor
Christus. In dat jaar wordt prins Siddharta geboren. De jonge rijke prins
ontmoet vier mensen: een oude man, een zwaar zieke, een dode en een monnik.
Hoe kan het, zo denkt hij, dat mensen zoveel verdriet en pijn hebben? Als
hij, zittend onder een vijgenboom, tot rust komt weet hij het: om gelukkig
te worden moet je niet meer ‘begeren’, steeds meer willen hebben. Sinds
dat moment heet hij voortaan de ‘Boeddha’: hij die ontdekt heeft hoe je
moet leven.
Chinese jaartelling
De Chinese jaartelling wordt gerekend vanaf de eerste Chinese koning.
De Gele Koning werd gekroond in het jaar 2697 voor Christus. De Chinese
kalender is opgedeeld in een 12-jarige periode volgens de Chinese
dierenriem. De rangorde is volgens een legende vastgesteld na een wedstrijd
tussen de dieren onderling. De volledige rangorde is: Rat, Os, Tijger,
Konijn, Draak, Slang, Paard, Schaap/Ram/Geit, Aap, Haan/Hen, Hond en Varken.
Een andere telling luidt: de eerste dag begint op het moment dat de planeten
Saturnus, Mars, Jupiter en Venus op één lijn stonden: 5 maart 1953 voor
Christus.
Jaartelling van de Hindoes
Hindoes kennen verschillende jaartellingen. Zij beginnen de
jaartelling bij de geboorte van Ghandi (1869) of bij de Wikram Aditya Samwat
. Deze jaartelling begint 57 voor Christus, toen koning Wikram Aditya erin
slaagde zijn land te bevrijden van vreemde overheersers. Het nieuwe jaar
wordt gevierd bij het begin van de lente.